42
Menu "Rijden"
De te configureren functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een bepaalde functie van de rijhulpsystemen.To e t s Desbetreffende functie Aanwijzingen
Initialisatie Tyre Pressure
System(TPWS) Opnieuw initialiseren van het Tyre Pressure System (TPWS).
Dodehoekbewaking Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Stop and Start-systeem Uitschakelen/inschakelen van de functie.
of Lane Departure Alert
Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Automatisch uitschakelen
van het grootlicht Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Instrumentenpaneel
52
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
"Smart Entry &
Start System"
Met de afstandsbediening kunt u de centrale
vergrendeling bedienen om de auto op afstand
te ontgrendelen of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor de
lokalisatie en het starten van de auto en maakt
deel uit van de diefstalbeveiliging.
AfstandsbedieningVergrendelen
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
niet gehinderd wordt door voorwerpen
of personen.
Zorg er met name voor dat kinderen
zich tijdens het bedienen van de ruiten
niet kunnen bezeren.
Als een portier niet goed is gesloten (behalve
de rechter achterdeur met ruit):
-
bij stilstaande auto en draaiende
motor gaat dit verklikkerlampje
branden, in combinatie met een
waarschuwingsmelding die gedurende
enkele seconden wordt weergegeven,
- tijdens het rijden (wagensnelheid
hoger dan 10 km/h) gaat dit
verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die gedurende
enkele seconden wordt weergegeven.
F Druk op deze knop om de auto
volledig te vergrendelen.
F
Druk op deze knop om de auto
te ontgrendelen.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Houd om de auto te
ontgrendelen en ook de
schuifdeur te openen de
knop ingedrukt tot de
schuifdeur opengaat.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
twee seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Ontgrendelen
Afhankelijk van de uitvoering
worden de ruiten gesloten als deze
knop ingedrukt wordt gehouden.
Zodra u de knop loslaat, stopt het
sluiten van de ruiten.
Toegang tot de auto
54
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Er wordt niet ontgrendeld, vergrendeld of
centraal vergrendeld:
- als het contact is aangezet,
- als een van de te openen
carrosseriedelen nog geopend is,
- als de sleutel voor het Smart entry-
systeem met startknop in de auto is
achtergelaten.
Wanneer de auto is vergrendeld (met
de afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop) en hij
onbedoeld wordt ontgrendeld, zal hij
zichzelf na ongeveer dertig seconden
automatisch weer vergrendelen, tenzij
een portier is geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt dan weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, ook als u deze
had uitgeschakeld).
De sleutel van het Smart entry-
systeem met startknop bij u
hebben
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt. Verlaat uit veiligheidsoverwegingen,
bijvoorbeeld wanneer zich kinderen in de
auto bevinden, nooit de auto zonder uw
afstandsbediening voor het Smart entry-
systeem met startknop mee te nemen,
ook al is het maar voor even.
Wees op uw hoede voor diefstal wanneer
de afstandsbediening van het Smart
entry-systeem met startknop zich binnen
het detectiebereik bevindt terwijl de auto
ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel ontladen raakt,
gaan de "Keyless entry"-functies over
in de waakfase als de auto langer dan
21 dagen niet is gebruikt.
Om de functies weer te activeren,
dient u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de motor
te starten ter wijl u de afstandsbediening
tegen de noodlezer houdt.
Het in- en uitklappen van de buitenspiegels
m.b.v. de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.De functie handsfree-toegang werkt
niet als het contact A AN (stand
Accessoires) is gezet met de knop
"START/STOP".
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over het Smart entry-
systeem met startknop, in het bijzonder
voor contact A AN.
Toegang tot de auto
62
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.Deze vervangingsbatterij is verkrijgbaar bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u gewaarschuwd door
een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
F
Houd de afstandsbediening tegen de lezer.
F Houd hem in deze positie en zet het
contact aan door op de knop "START/
STOP" te drukken.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Synchroniseren
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F Steek eerst de geïntegreerde sleutel in het
slot om de auto te openen of te sluiten.
F Synchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Neem, als het probleem aanhoudt, zo snel mogelijk
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
F Ontgrendel het bestuurdersportier met de
geïntegreerde sleutel.
F Druk op een van de knoppen van
de afstandsbediening.
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot
om de auto te openen. F
Wip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F Verwijder het deksel.
F Verwijder de lege batterij.
F Plaats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F Druk het deksel vast.
Toegang tot de auto
72
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Algemene tipsControleer voordat u een schuifdeur opent
of sluit en gedurende de beweging van de
schuifdeur of er, zowel in als buiten de auto,
geen personen, huisdieren of voorwerpen
zijn die door de geopende ruit steken of
de beweging van de schuifdeur kunnen
hinderen.
Het niet in acht nemen van dit
veiligheidsvoorschrift kan leiden tot
schade aan voor werpen en letsel aan
lichaamsdelen indien deze tijdens het
bewegen van de schuifdeur bekneld raken.
Zodra sneller wordt gereden dan 3 km/h,
kunnen de schuifdeuren niet meer elektrisch
geopend worden:
- Als wordt weggereden met (een)
geopende schuifdeur(en), kan/kunnen
deze worden gesloten zodra de
snelheid weer lager dan 30 km/h is.
- Als tijdens het rijden wordt geprobeerd
de schuifdeur elektrisch te openen
met de binnenportiergreep, wordt de
schuifdeur handmatig geopend.
- Hierbij klinkt een geluidssignaal, gaat
het verklikkerlampje "portier geopend"
branden en verschijnt de bijbehorende
melding op het scherm. Pas als de auto
stilstaat, wordt de deur ontgrendeld en
kan hij weer worden bediend.
Handbediende of elektrisch bediende schuifdeur(en)
Bij een aanrijding wordt de elektrische
bediening uitgeschakeld. Het handmatig
openen en sluiten blijft mogelijk.
Tijdens het starten van de motor wordt
de beweging van de deur onderbroken.
De beweging wordt hervat als de motor
is aangeslagen.
Afhankelijk van de motoruitvoering:
als u, ter wijl de Stop-stand van het
Stop & Start-systeem is geactiveerd,
de gesloten deur wilt openen, gaat
de deur een klein beetje open
waarna hij tot stilstand komt. Op het
moment dat de motor automatisch
overgaat op de Start-stand, gaat de
deur verder open.
Bedien de schuifdeuren uitsluitend bij stilstaande
auto.
Omwille van de veiligheid van uzelf en uw
passagiers en voor een goede werking van de
schuifdeuren is het raadzaam niet te gaan rijden
met geopende schuifdeuren.
Controleer voordat u een schuifdeur bedient
altijd of de omstandigheden veilig zijn, en zorg
ervoor dat kinderen en huisdieren zich niet
onbewaakt in de omgeving van de bediening van
de schuifdeurenschakelaars kunnen bevinden.
U wordt u hierop geattendeerd door
een geluidssignaal, het branden van het
verklikkerlampje "portier geopend" en een
melding op het scherm. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
om deze waarschuwingen uit te schakelen.
Vergrendel uw auto tijdens het wassen in een
wasstraat.
Toegang tot de auto
84
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Interieurbeveiliging
UitschakelenF Zet het contact af en druk binnen
10 seconden op deze toets en
houd deze ingedrukt tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F Stap uit.
Inschakelen
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit. F
Vergrendel de auto direct met de
afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld: het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
Om de interieurbeveiliging uit te schakelen
moet deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact worden uitgevoerd.
F
Deactiveer de bewaking van de
directe omgeving van de auto door
de auto te ontgrendelen met de
afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop.
F Activeer het volledige
alarmsysteem door de auto
te vergrendelen met de
afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop.
Het verklikkerlampje van de knop knippert weer
één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Wanneer de auto wordt ontgrendeld
met de afstandsbediening of het
Smart entry-systeem met startknop,
gaat het controlelampje in de toets
snel knipperen om u te informeren
dat het alarm is geactiveerd tijdens
uw afwezigheid.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Uitschakelen
F Druk op deze ontgrendelknop
van de afstandsbediening.
of
F Ontgrendel de auto met het Smart entry-
systeem met startknop.
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als 30 seconden zijn
verstreken zonder dat een van de te
openen carrosseriedelen is geopend),
wordt het alarmsysteem automatisch
weer ingeschakeld.
Het alarmsysteem is uitgeschakeld: het
verklikkerlampje van de knop is uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2 seconden.
Beveiliging - met alleen de
omtrekbeveiliging ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te
voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
iemand in de auto aanwezig is,
- een ruit op een kier blijft staan,
- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt ver wisseld,
- de auto wordt gesleept,
- de auto op een boot wordt vervoerd.
Toegang tot de auto
85
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F Ontgrendel de auto met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening met
Smart entry-systeem met startknop) in het
slot van het bestuurdersportier.
F Open het portier; het alarm gaat af.
F Zet het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of activeer de
supervergrendeling met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening met
Smart entry-systeem met startknop) in het
slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in het
systeem.
Laat het nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F Druk, om te voorkomen dat het alarm
wordt geactiveerd wanneer u in de auto
stapt, eerst op de ontgrendeltoets van
de afstandsbediening of ontgrendel de
auto met het Smart entry-systeem met
star tknop.
2
Toegang tot de auto
92
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Elektrisch verstelbare lendensteun
U kunt de massagefunctie op elk
gewenst moment uitschakelen
door op deze knop te drukken, het
controlelampje gaat dan uit.
Uitschakelen
Inschakelen
Massagefunctie
F Druk op deze knop.
Het controlelampje van de functie gaat branden
en de massagefunctie wordt voor een tijdsduur
van 1 uur ingeschakeld.
Gedurende deze tijdsduur wordt de massage
in 6 cycli van 10 minuten uitgevoerd (6 minuten
massage worden gevolgd door 4 minuten rust).
Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het
controlelampje gaat dan uit.
Intensiteit instellen
Druk op deze knop om de intensiteit
van de massage in te stellen.
U hebt de keuze uit twee standen
voor de intensiteit van de massage.
F
Druk de schakelaar in om de lendensteun
naar wens in te stellen.
Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen van de bestuurder en
de voorpassagier. De functie werkt alleen bij
draaiende motor en als de STOP-stand van
het Stop & Start-systeem is geactiveerd.
Ergonomie en comfort