1452. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
●Waarschuwing bij slin geren (indien aanwezig)
Signaleert het slingeren van de auto binnen een rijstrook, wat vaak wordt
veroorzaakt door een verslapte aandacht van de bestuurder, en geeft het
verslappen van de aandacht weer in de vorm van een balk.
Hoe korter de balk, hoe meer rust de bestuurder nodig heeft.
Deze functie maakt deel uit van het LDA-systeem (Lane Departure Alert
met stuurregeling). De functie wordt weergegeven als aan de voo rwaarden
voor de weergave van de waarschuwing bij slingeren wordt voldaa n.
( →Blz. 361)
● Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven.
*1: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 1 en 2. ( →Blz. 146)
*2: Resetprocedures:
• Selecteer een te resetten functie m.b.v. de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en houd vervolgens ingedrukt om te resetten .
• Als er meer dan één te resetten functie is, worden er naast di e functies
selectievakjes weergegeven.
*3: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 3. (→ Blz. 146)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 145 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1472. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
●Voertuiginstellingen
Selecteer het menu om de vol gende zaken in te stellen.
• Instellen RSA (Road Sign Assist) (→ Blz. 382)
*1
Hiermee kunt u de RSA (Road Sign Assist) instellen.
• Instellen (Stop & Start-systeem) (→Blz. 426)*1
Hiermee kunt u de prioriteit van het Stop & Start-systeem inste llen.
• Instellen (bandenspanningswaarschuwingssysteem)
( → Blz. 696)
Hiermee kan het bandenspanningswaarschuwingssysteem worden
geïnitialiseerd.
● Instellingen instrumentenpaneel
Selecteer het menu om de vol gende zaken in te stellen.
• Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
• Eenheden
Hiermee kan de eenheid voor het brandstofverbruik worden gewijz igd.
• Instellen (ECO-controlelampje)*1
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in- en uitschakelen.
• Rij-informatie 1 t/m 3
Hiermee kunnen maximaal 2 items worden geselecteerd die worden
weergegeven op een rij-informatiescherm. Er kunnen maximaal 3 r ij-
informatieschermen worden ingesteld.
• Pop-updisplay
Hiermee kunnen de pop-updisplays*2 worden in-/uitgeschakeld. Deze
displays kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
• Standaardinstellingen
Geregistreerde of gewijzigde instellingen van het instrumentenp aneel
worden gewist of naar de beginwaarden teruggezet.
*1: Indien aanwezig
*2: Weergave van de werkingsduur van het Stop & Start-systeem (ind ien
aanwezig), weergave van de routebegeleiding van het aan het nav igatie-
systeem gekoppelde systeem (indien aanwezig) en weergave van bi n-
nenkomende oproepen van het handsfree-systeem (indien aanwezig) .
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 147 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1482. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■In te stellen onderwerpen
●Tijdens het rijden kunnen de instelitems “Meter Settings” (inst ellingen instru-
mentenpaneel) en “Vehicle Settings” (voertuiginstellingen) niet worden
geselecteerd en bediend.
Tevens wordt het instelscherm in de volgende situaties tijdelijk uitgescha-
keld.
• Er wordt een waarschuwingsmelding weergegeven.
• De auto rijdt weg.
● Instellingen voor functies waarmee de auto niet is uitgerust, w orden niet
weergegeven.
● Als een functie is uitgeschakeld, kunnen de instellingen voor d e desbetref-
fende functie niet worden geselecteerd.
■ Pop-updisplay
Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer een schakel aar
wordt bediend, wordt tijdelijk een pop-updisplay weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
De functie voor het pop-updisplay kan worden in- en uitgeschake ld.
■ LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijn en. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
■ Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De rij-informatie wordt gereset.
■ ECO-indicator (auto's met Multidrive CVT)
■ Afstellen helderheid instrumentenpaneel
De helderheid van het instrumentenpaneel kan worden ingesteld a ls de ach-
terlichten branden. Wanneer de omgeving echter licht is (bijvoo rbeeld over-
dag), kan de helderheid mogelijk niet worden afgesteld. Geeft de ECO-zone weer en de mate van
milieuvriendelijk rijden op basis van de
acceleratie.
ECO-zone
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
Als de auto buiten de ECO-zone
terechtkomt, verdwijnt het groene
gebied en gaat het ECO-controle-
lampje uit. ( →Blz. 132)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 148 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1502. Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Beëindigen van weergave
Wanneer het contact UIT wordt gezet, wordt elk van de onderstaande zaken
gedurende ongeveer 30 seconden weergegeven op het multi-informa tie-
display.
● Verstreken tijd
● Afstand
● Gemiddeld brandstofverbruik
WAARSCHUWING
■Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informa-
tiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het display tra-
ger reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige vertragin g
weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door
de bestuurder en de weergave van de ingeschakelde versnelling op het dis-
play. Deze vertraging kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te
schakelen, waardoor er snel en te sterk op de motor wordt afgeremd en er
een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met ernstig letsel tot ge volg.
■ Waarschuwing bij het instellen van het display
Aangezien de motor tijdens het instellen van het display moet draaien, dient
de auto te worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventil atie. In
een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen d ie het
schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de a uto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 150 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1512. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt, dient de motor te draaien terwijl
de displayinstellingen worden aangepast.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 151 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1873-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Instellen van de ontgrendelfuncti e (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
Zet het contact UIT.
Schakel de inbraaksensor van het alarmsysteem uit om tijdens he t veran-
deren van de instellingen het alarm niet onbedoeld te activeren. (indien
aanwezig) ( →Blz. 115)
Wanneer het controlelampje in de sleutel uit is, houd dan de toets onge-
veer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets in gedrukt
houdt.
De instelling verandert telkens wanneer een handeling wordt uit gevoerd,
zoals hieronder is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wil t wijzigen, laat
u de toetsen los, wacht u ten minste 5 seconden en herhaalt u vervolgens
stap .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt
geactiveerd, moet u de portieren ontgrendelen met de afstandsbe diening en
een portier eenmaal openen en sluiten als de instellingen zijn gewijzigd. (Als
er binnen 30 seconden nadat op is gedrukt geen portier wordt g eopend,
worden de portieren weer vergrendeld en wordt het alarm automat isch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 112)
1
2
3
3
Multi-informatie-
displayOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse
besturing)
Als u de portiergreep van
het bestuurdersportier
vasthoudt, wordt alleen
het bestuurdersportier
ontgrendeld.
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
(auto's met rechtse
besturing)
Als u de portiergreep van
het voorpassagiersportier
vasthoudt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als u een portiergreep
vasthoudt, worden alle
portieren ontgrendeld.Exterieur: Twee piepsig-
nalen
Interieur: Eén belsignaal
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 187 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1973-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd)
■ Alarmsignalen en waarschuwingen
Een combinatie van in en buiten de auto hoorbare zoemers en waa rschu-
wingsmeldingen op het multi-informatiedisplay zorgen ervoor dat diefstal van
de auto en ongelukken door een onjuiste bediening worden voorko men.
Neem de juiste maatregelen op basis van de weergegeven melding.
( →Blz. 769)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctiep rocedures
beschreven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt. Bij het vergrendelen of ontgrende-
len van de portieren
Het systeem kan worden bediend
als de elektronische sleutel zich
binnen ongeveer 0,7 m van een
van de buitenportiergrepen voor of
de achterklep bevindt. (Alleen de
portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of geslo-
ten.)
Bij het starten van de motor of het in een andere stand zetten
van
het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
AlarmSituatieCorrectieprocedure
De buiten de auto hoor-
bare zoemer klinkt een-
maal gedurende 5
secondenEr is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.
Sluit alle portieren en
vergrendel ze opnieuw.
De zoemer in het interi-
eur klinkt onafgebroken
Het contact werd in
stand ACC gezet terwijl
het bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier
werd geopend terwijl
het contact in stand
ACC stond).
Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 197 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
1983-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Als op het multi-informatiedisplay “Entry & start system malfun ction see
owner’s manual” (Storing in Smart entry-systeem met startknop; raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wan neer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de po rtieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer binnen een afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet is gebruikt, kunnen de portieren alleen via het bestuurder sportier wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurders portier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de batterijspaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radio-
golven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Ga na of het controlelampje
van de elektronische sleutel 4 keer knip-
pert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 198 Monday, March 19, 2018 4:17 PM