
2254-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 262)
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 255)
<0033004f004400440057005600030045004c004d0003004b004800570003005300440055004e004800550048005100030052005300030048004800510003004b0048004f004f004c0051004a0003004c00510047004c004800510003005100520047004c00
4a0003005a004c0048004f0045004f0052004e004e00480051[.
Zet het contact uit om het hybridesysteem uit te schakelen.
Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de sleutel bij
u hebt.
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. (Blz. 340)
■Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar zijn met conventionele
auto's. En het is belangrijk is dat u niet plotseling accelereert, enz.
(Blz. 345)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden
met onderstaande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km (auto's met trekhaakpakket):
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 2.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
Parkeren van de auto
Wegrijden op een steile helling omhoog
1
2
3
4
5
1
2
3
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 225 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

2274-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en het controle-
lampje READY brandt. Dit voorkomt kruipen van de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat een ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedie-
nen van de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed
kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal
met uw linkervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertraagd
worden, waardoor een ongeval kan ontstaan.
●Als de auto alleen door de elektromotor (tractiemotor) wordt aangedreven,
dient de bestuurder goed te letten op voetgangers. Aangezien er geen
motorgeluiden zijn, kunnen voetgangers de beweging van de auto mis-
schien onjuist inschatten.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlambare materialen en parkeer de auto
ook niet in de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen zeer heet worden. Deze
hete onderdelen kunnen brand veroorzaken als er licht ontvlambaar mate-
riaal aanwezig is.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 227 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

2304-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicato-
ren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd
worden vervangen.
Het rijden met een auto waarvan de remblokken en/of de remschijven de
slijtagelimiet hebben overschreden, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P of N staat, kan de auto
onverwachts in beweging komen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.
●Voorkom het ontstaan van ongevallen door het wegrollen van de auto,
houd altijd het rempedaal ingetrapt zolang het controlelampje READY
brandt. Activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de auto bij stoppen op een helling,
waardoor een ongeval kan ontstaan: trap altijd het rempedaal in en acti-
veer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, hetgeen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 230 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

2314-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interi-
eur terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof kortsluiting in de elektri-
sche componenten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er
bagage wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroorza-
ken.
●Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard.
Deze parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand
veroorzaken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de selectiehendel in stand P, schakel het
hybridesysteem uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter als het controlelampje READY brandt.
Als de auto is geparkeerd met de selectiehendel in stand P, maar de par-
keerrem niet is geactiveerd, zou de auto in beweging kunnen komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als het controlelampje READY brandt of direct
na het uitschakelen van het hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit. Anders zou u per ongeluk de selectie-
hendel kunnen verplaatsen of het gaspedaal in kunnen trappen, waardoor
een ongeval zou kunnen ontstaan of het hybridesysteem oververhit zou
kunnen raken en brand kan ontstaan. Verder kunnen uitlaatgassen in een
slecht geventileerde omgeving in de auto terechtkomen, hetgeen zeer
schadelijk is voor de gezondheid.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 231 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

2324-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht
ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto als de hydraulische regeleenheid
niet werkt en vermijd afdalingen en scherpe bochten die krachtig afrem-
men noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel worden afgeremd, maar moet er een gro-
tere kracht op het rempedaal worden uitgeoefend dan normaal. De rem-
weg zal ook langer zijn. Laat uw remmen onmiddellijk repareren.
●Het remsysteem bestaat uit 2 of meer afzonderlijke hydraulische syste-
men: als een van de systemen uitvalt, werkt het andere systeem/werken
de andere systemen nog wel. In dat geval moet het rempedaal krachtiger
worden ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook de remweg toe. Laat uw
remmen onmiddellijk repareren.
OPMERKING
■Tijdens het rijden
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het vermogen van het hybridesysteem mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de auto op een helling op zijn plaats te
houden en trap daartoe ook niet het rempedaal en het gaspedaal gelijktij-
dig in.
■Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de selectiehendel altijd in stand P.
Anders kan de auto onverwachts accelereren als het gaspedaal per onge-
luk wordt ingetrapt.
■Vermijd schade aan onderdelen van de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
<0024005100470048005500560003004e00440051000300560046004b004400470048000300440044005100030047004800030056005700580058005500450048004e005500440046004b0057004c004a004c0051004a005600500052005700520055000300
5200510057005600570044004400510011[
●Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan
de wielen, de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 232 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

2434-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
■Acceleratie/stuurcommando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plotseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd bochten daarom ruimer aan dan u zou
doen als u niet met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrekking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald worden door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertuigen veelvuldig in uw spiegels. Vermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen, mag de transmissie niet in stand
D staan. Zet de selectiehendel in stand B.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij
buitentemperaturen hoger dan 30C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. (Blz. 582)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 243 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

245
UK AURIS_HV_HB_EE
4
Rijden
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergege-
ven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet worden
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 245 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM

2464-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 262)
Druk op de schakelaar voor
stand P. (Blz. 255)
Controleer of de positie-indicator
op het instrumentenpaneel P aan-
geeft. (Blz. 104)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding “Power ON.”
(contact AAN) op het multi-informatiedisplay uit is.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 246 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM