1011-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
UK AURIS_HV_HB_EE
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en contro-
leer of alle portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie:
Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de bui-
tenportiergreep aan.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
Super vergrendeling (alleen auto's met
rechtse besturing)
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Uitschakelen van de supervergrendeling
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden
geopend.
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 101 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
1062. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje
richtingaanwijzers
(Blz. 261)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Simple-IPA (Blz. 325)
Controlelampje
achterlicht (Blz. 263)
*1, 2Controlelampje
Traction Control
(Blz. 340)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 263)
*1Controlelampje
VSC OFF (Blz. 340)
*1
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem (Blz. 304)*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS (Blz. 289)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
(Blz. 269)EV-controlelampje
(Blz. 251)
Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 269)
*3Controlelampje
antidiefstalsysteem
(Blz. 82, 95)
(indien
aanwezig)
Controlelampje cruise
control
(Blz. 314)Controlelampje
PWR MODE
(Blz. 256)
(indien
aanwezig)
Controlelampje cruise
control SET (Blz. 314)Controlelampje
ECO MODE
(Blz. 256)
(indien
aanwezig)
LDA-indicator (Lane
Departure Alert)
(Blz. 299)Controlelampje
EV MODE (Blz. 251)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Toyota Parking Assist-
sensor (Blz. 318)Controlelampje READY
(Blz. 245)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 106 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
1172. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE
2
Instrumentenpaneel
◆Weergave instellingen
■ Gevoeligheid waarschuwing LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
De gevoeligheid van de waarschuwing van de LDA kan op 2 ver-
schillende niveaus worden ingesteld.
■ Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Hiermee kan het Toyota Parking Assist Sensor-systeem worden
geactiveerd/gedeactiveerd.
■ RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
Hiermee kan het RSA-systeem worden geactiveerd/gedeactiveerd.
■ Regeling verlichting instrumentenpaneel
Hiermee kan de helderheid van de tellers worden ingesteld in de
nachtmodus
*
*
: Nachtmodus: Blz. 118
■
Overige instellingen
Hiermee kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd:
● Instellingen RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
• Meldingsmethode (snelheidsoverschrijding/overige waarschu-
wingen)
Hiermee kan de meldingsmethode van de volgende waarschu-
wingen worden ingesteld op geen melding/alleen display/dis-
play en zoemer.
Waarschuwing snelheidsoverschrijding:
Waarschuwt de bestuurder als de op het verkeersbord voor de
snelheidslimiet op het multi-informatiedisplay weergegeven
snelheid wordt overschreden.
Overige waarschuwingen:
Waarschuwt de bestuurder als het systeem signaleert dat uw
auto een ander voertuig inhaalt terwijl er een verkeersbord
voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
• Meldingsniveau snelheidsoverschrijding
Hiermee kan worden ingesteld bij welke snelheidsoverschrij-
ding de waarschuwing snelheidsoverschrijding wordt geacti-
veerd als de op het verkeersbord voor de snelheidslimiet op
het multi-informatiedisplay weergegeven snelheid wordt over-
schreden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 117 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
130
UK AURIS_HV_HB_EE
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
◆Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om alle portieren te ontgren-
delen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de uitholling aan de zijkant
van de portiergreep) aan om
alle portieren te vergrende-
len.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren
Por tieren
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 130 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
1313-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
■Bedieningssignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van de elek-
tronische sleutel wordt echter mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de auto
is. In dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor op het oppervlak van de voorportiergreep
■Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
■Alarm (indien aanwezig)
Door met de instapfunctie of de afstandsbediening de portieren te vergrende-
len, wordt het alarmsysteem ingeschakeld. (Blz. 95)
■Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgren-
delen. (Blz. 574)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
(Blz. 496) Raak de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 131 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
1443-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de bagageafdekking,
op de vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het
hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u hand-
schoenen draagt, worden de portieren mogelijk niet vergrendeld of ontgren-
deld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de batterijspaarmodus van de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 142)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 144 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
1453-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het
portier aan en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 604)
■Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. (Blz. 574)
●Starten van het hybridesysteem: Blz. 575
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 604)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (Blz. 130, 574)
●Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 575
●Uitschakelen van het hybridesysteem: Blz. 246
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 145 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM
2153-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE
3
Bediening van elk onderdeel
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver-
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M76E.book Page 215 Wednesday, April 4, 2018 1:38 PM