Page 47 of 236
De frontairbags aan
pas
sagierszijde uitschakelen
Als u een kind op de voorste passagiersstoel
laat zitten (zelfs in een kinderzitje of op een
zitverhoging) moet u er altijd eerst voor
zorgen dat de frontairbags aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld, om te
voorkomen dat de airbags het kind verwonden
bij een botsing.
Opmerking: Plaats kinderen bij voorkeur in
een goedgekeurd kinderzitje achter in de auto.
Tik op Controls > Settings > Safety & Security
> Passenger Front Airbag om de front- en
zijairbags aan de passagierszijde van de auto
te bedienen. Kies vervolgens een van de twee
opties:
Page 78 of 236

Als het geluid is ingeschakeld (zie Hoorbar
e
feedback regelen op pagina 77), hoort u een
waarschuwingssignaal tijdens het
manoeuvreren. U kunt dit geluid tijdelijk
uitschakelen door op het scrollwieltje links op
het stuur te drukken, of door op de dempknop
te tikken in de linkerbenedenhoek van het
parkeerhulpbeeld.
Opmerking: Als een sensor geen signaal
doorgeeft, verschijnt er een waarschuwing op
het instrumentenpaneel. Let op!: Z
org ervoor dat sensoren schoon
zijn en vrij van sneeuw, modder en vuil.
Richt een hogedrukspuit niet rechtstreeks
op de sensoren en reinig ze niet met een
scherp of schurend voorwerp, dat
veroorzaakt krassen en kan het oppervlak
beschadigen. Let op!: Plak geen s
tickers op de
parkeersensoren en monteer ook geen
accessoires voor de sensoren.
Hoorbare feedback regelen U k
unt de parkeerhulp met en zonder
geluidssignaal gebruiken. Om het geluid in of
uit te schakelen, tikt u op Controls >
Settings > Safety & Security > Park Assist
Chimes.
U kunt het geluid tijdelijk uitschakelen door op
het scrollwieltje links op het stuur te drukken,
of door op de dempknop te tikken in de
linkerbenedenhoek van het parkeerhulpbeeld.
Het geluid blijft uitgeschakeld tot u de
selectiehendel in een andere stand zet of tot u
harder rijdt dan 8 km/h.
Beperkingen en valse
waarschuwingen
In de volgende omstandigheden functioneert
de parkeerhulp mogelijk niet naar behoren:
Page 140 of 236
3.
U kunt de aanvoer van buitenlucht naar de Model X instellen: Van buitenaf wordt frisse lucht aangevoerd in de Model X (zie V
entilatie
op pagina 142). De lucht in het interieur van de Model X wordt gerecirculeerd. Daarmee
k
unt u voorkomen dat uitlaatgassen en stank het interieur binnendringen.
De kans dat de ruiten beslaan, neemt wel toe. Het recirculeren van de
lucht is de meest
effectieve manier om het interieur te koelen. Wissel in
bepaalde oms
tandigheden elk uur even van instelling om buitenlucht aan
te zuigen en te voorkomen dat de ruiten beslaan. Als uw Model X is uitgerust met het
HEPA-filter (High Efficiency
Particulate Air), bent u verzekerd van de best mogelijke luchtkwaliteit in
het int erieur. Als hiervoor is gekozen, wordt de buitenlucht niet alleen
door de secundaire
filtersystemen gefilterd, maar tevens door het HEPA-
filter van medische kwaliteit geleid. Het HEPA-filter verwijdert op een
uit
erst effici
Page 164 of 236

Over de alarminstallatie
Als de Model X geen sleut
el in de directe
nabijheid detecteert en er wordt een portier of
bagageruimte geopend, klinkt een alarm en
gaan de koplampen en de richtingaanwijzers
knipperen. Druk op een willekeurige toets van
de sleutel om het alarm uit te schakelen.
Tik op Controls > Settings > Safety &
Security > Alarm om het alarmsysteem
handmatig in of uit te schakelen. Indien
ingesteld op ON, activeert de Model X het
alarm een minuut nadat u bent uitgestapt, de
portieren zijn vergrendeld en geen sleutel is
gedetecteerd.
Als uw Model X is uitgerust met het optionele
veiligheidspakket, is deze voorzien van een
sirene met batterijen, die afgaat wanneer een
vergrendeld portier of een vergrendelde
bagageruimte wordt geopend terwijl de
Model X geen sleutel in de buurt detecteert.
Als de takel- en inbraakdetectie is
ingeschakeld, gaat de sirene ook af als de
Model X beweging in het interieur of het
verplaatsen of optillen van de auto detecteert
(bijvoorbeeld met een takelwagen of krik). Tik
op Controls > Settings > Safety & Security >
Tilt/Intrusion > OFF om het systeem voor
takel- en inbraakdetectie tijdelijk uit te
schakelen. Het systeem voor takel- en
inbraakdetectie wordt telkens ingeschakeld
wanneer de Model X wordt ontgrendeld.
Opmerking: Vergeet niet Tilt/Intrusion uit te
schakelen als u iets wat beweegt, zoals een
hond, in de Model X achterlaat. Bij detectie
van beweging in het interieur van de Model X
wordt het alarm geactiveerd.
Opmerking: Het alarm moet ingeschakeld zijn
om Tilt/Intrusion te kunnen inschakelen. Instellingen alarminstallatie
Touchscreen gebruiken
163