199
Dan knippert dit verklikkerlampje
een paar seconden, waarna het
uitgaat.
Overgang naar de
S TA R T- s t a n d
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak dooft het Stop & Start-
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel en
wordt de motor automatisch opnieuw gestart
als u het koppelingspedaal volledig intrapt.
Bij een auto met een automatische transmissie
dooft het Stop & Start-verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel en wordt de motor
automatisch opnieuw gestart als:
-
u h
et rempedaal loslaat ter wijl de
keuzeschakelaar in de stand D of M staat,
-
u
, met de selectiehendel in de stand N en het
rempedaal niet ingetrapt, de selectiehendel in
de stand D of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.
Dit is volkomen normaal.
Bij een auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak
dooft het Stop & Start-verklikkerlampje
en wordt de motor automatisch opnieuw gestart als:
-
u h
et rempedaal loslaat ter wijl de keuzeschakelaar in
de stand A of M staat,
-
u
, met de keuzeschakelaar in de stand N en het
rempedaal niet ingetrapt, de keuzeschakelaar in de
stand A of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.
Bijzonderheden: START-
stand wordt automatisch
geactiveerd
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd onder bepaalde tijdelijke
omstandigheden (bijv. laadtoestand accu,
motortemperatuur, rembekrachtiging of
instelling airconditioning) om een goede
werking van het systeem te garanderen en in
de volgende gevallen:
-
he
t bestuurdersportier wordt geopend,
-
e
en schuifdeur wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e rijsnelheid van de auto hoger is dan
25
km/h of 3 km/h (afhankelijk van de
motoruitvoering) bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
-
d
e rijsnelheid van de auto hoger is dan
3
km/h bij een automatische transmissie.In dat geval knippert dit
verklikkerlampje een paar seconden,
waarna het uitgaat.
Uitschakelen/inschakelen
Met / zonder audiosysteem
Dit is volkomen normaal.
Op het touchscreen
Activeer of deactiveer in het menu
"Rijden/Auto " de functie "Stop and
Start-systeem ".
Als het systeem met de motor in de STOP-
stand wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor onmiddellijk opnieuw gestart.
Uitschakelen van het systeem:
F
D
ruk op deze knop: het lampje
ervan gaat branden, het
systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
F
D
ruk op deze knop: het lampje
er van dooft, het systeem is
ingeschakeld.
6
Rijden
243
Eco-mode afsluiten
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor gestart wordt.
Start, om de functies direct weer te kunnen
gebruiken, de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu .
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Allesdragers / imperiaal
Aanbevelingen
F
Z org voor een gelijkmatige verdeling
en voorkom overbelasting aan één
kant.
F
P
laats de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij het dak.
F
S
jor de lading goed vast en markeer
buiten de auto stekende lading.
F
R
ijd behoedzaam: wees bedacht op
een grotere zijwindgevoeligheid (de
stabiliteit van de auto kan door de
belading worden beïnvloed).
F
V
er wijder de allesdragers zodra deze
niet meer nodig zijn.
Pas bij een belading hoger dan 40
cm
de rijsnelheid aan de rijomstandigheden
aan om schade aan de allesdragers en
de bevestigingspunten op het dak te
voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het ver voeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
7
Praktische informatie
250
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van
het instrumentenpaneel.
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat
betrekking heeft op de motoruitvoering van
uw auto voor het controleren van bepaalde
onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen) en
of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de
desbetreffende rubriek voor
meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten het twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Interieurfilter
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten het twee keer zo vaak
worden vervangen .
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.
Praktische informatie
285
ZekeringN r.Stroomsterkte (A)Functies
F1 10Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F4 15Claxon.
F5 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F6 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F7 1012V-aansluiting achter.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Interne/externe sloten, voor en achter.
F13 10Bediening airconditioning vóór, bediening audiosysteem,
keuzeschakelaar transmissie, head-up display.
F14 5Inbraakalarm, Urgence- en Assistance-oproep.
F17 5Instrumentenpaneel.
F19 3Stuurkolomschakelaars.
F21 3"Keyless entry and start" of diefstalbeveiliging.
F22 3Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F23 5
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F24 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F25 5Airbags.
F29 20Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F31 15Audiosysteem (+ accu).
F32 1512V-aansluiting vóór
F34 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F35 5Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F36 5Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
8
Storingen verhelpen
286
Versie 2 (Full)Zekering
Nr.Stroomsterkte (A)Functies
F1 3"Keyless entry and start" of diefstalbeveiliging.
F5 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F7 10Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Interne/externe sloten, voor en achter.
F12 3Alarm.
F17 1012V-aansluiting achter.
F18 5Urgence- en Assistance-oproep.
F21 3Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
F22 3Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F23 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F24 5Stuurkolomschakelaars.
F25 5Hoogteverstelling koplampen.
F26 3
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F28 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
keuzeschakelaar transmissie, head-up display.
F30A of B 15Audiosysteem (+ accu).
F31 5Airbags.
F33 1512V-aansluiting vóór
F35 5Instrumentenpaneel.
F36 20Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
Storingen verhelpen
2
12:13
18,5 21,5
23 °CDe eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de knop drukt,
wordt het systeem ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van
of onder het touchscreen om de menu's te
openen en druk ver volgens op de virtuele
toetsen op het touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
" Bron " of "Menu " aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn
wit.
Druk op de "X" om een niveau lager te gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
*
A
fhankelijk van de apparatuur. Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering)
en rechtstreekse toegang tot het
desbetreffende menu.
-
R
echtstreekse toegang tot de keuze van de
geluidsbron, de lijst met zenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron).
-
R
echtstreekse toegang tot de notificaties
van meldingen, e-mailberichten, updates
van kaartgegevens en – afhankelijk van
beschikbaarheid – de aanwijzingen van het
navigatiesysteem
-
T
oegang tot de instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
-
F
M-/DAB-*/AM-* radiozenders.
-
USB-stick.
-
C
D-speler (afhankelijk van de uitvoering).
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitvoering).
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth*
en multimedia-uitzending Bluetooth*
(streaming).
PEUGEOT Connect Nav
4
FM/87.5 MHz
87.5MHz
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
12:13
18,5 21,5
23 °C
21,518,5
12:1323 °C
Menu's
Afhankelijk van uitvoering en uitrusting
Airconditioning
Instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid.
Online navigatie
of Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Gebruiken van de beschikbare
realtime-diensten, afhankelijk van
de uitvoering.
Applicaties
of Gebruik van bepaalde apps van de
smartphone met internetverbinding,
via CarPlay
®, MirrorLinkTM or
Android Auto.
Controleer de Bluetooth
®- en wifi-
verbinding van uw smartphone.
Radio Media
of Een geluidsbron of radiozender
selecteren, foto's weergeven.
PEUGEOT Connect Nav
2
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de
knop drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van
of onder het touchscreen om de menu's te
openen en druk ver volgens op de virtuele
toetsen op het touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
" Bron" of "Menu" aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn
wit.
Druk op het gearceerde gedeelte om een
niveau lager te gaan of om uw keuze te
bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
*
A
fhankelijk van de apparatuur. Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering)
en rechtstreekse toegang tot het
desbetreffende menu.
-
I
nformatie over de menu's Radio Media en
Telefoon.
-
T
oegang tot de Instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
-
FM-/DAB-*/AM-*-radiozenders.
- T elefoon verbonden via Bluetooth
en multimedia-uitzending Bluetooth*
(streaming).
-
C
D-speler (afhankelijk van de uitvoering).
-
USB-stick.
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitvoering).
Via het menu " Instellingen" kunt
u een profiel voor één persoon
of voor een groep personen met
gemeenschappelijke instellingen
aanmaken, waarbij vele instellingen
mogelijk zijn (voorkeuzezenders radio,
audio-instellingen, geluidssfeer enz.).
De instellingen worden automatisch
aangepast.
PEUGEOT Connect Radio