166
SPORT
SPORT
Beweeg de impulsselectiehendel één of twee keer
naar voren (N of R) of naar achteren ( N of D), indien
nodig tot voorbij het weerstandspunt.
Zodra u
de impulsselectiehendel loslaat, keert hij
terug naar zijn oorspronkelijke positie.
U kunt bijvoorbeeld op twee manieren vanuit
de stand P de stand R te selecteren: door de
impulsselectiehendel twee keer naar voren te
bewegen tot aan het weerstandspunt of één
keer naar voren te bewegen tot voorbij het
weerstandspunt.
-
I
n het eerste geval wordt de transmissie vanuit
de stand P in de stand N en ver volgens vanuit de
stand N in de stand R gezet.
-
I
n het tweede geval wordt de transmissie vanuit
de stand P direct in de stand R gezet.
Schakelflippers aan het
stuurwiel
In de stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers handmatig schakelen.
Met de flippers is het niet mogelijk de
neutraalstand en de achteruitversnelling in
te schakelen of uit de achteruitversnelling te
schakelen.
To e t s "Sport "
Als bij draaiende motor met deze toets het
Sport-programma wordt geactiveerd, schakelt de
transmissie bij een hoger toerental op zodat een
sportievere rijstijl mogelijk is.
Het programma wordt automatisch uitgeschakeld bij
het afzetten van het contact.
Activeren van het programma Sport of het Driver
Spor t Pack wordt niet aanbevolen in de volgende
situaties:
-
g
ebruik van een andere stand van de Advanced
Grip Control dan de standaardstand,
-
h
et minimumniveau van de brandstofvoorraad is
bereikt,
-
h
et minimumniveau van de AdBlue-voorraad is
bereikt.
Bij aangekoppelde aanhangwagen heeft het
indrukken van deze toets geen effect.
Programma Sport
Door in de stand D deze toets in te drukken
wordt het programma Sport geactiveerd.
De letter " S" wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Driver Sport Pack
Het oranje lampje van de toets
brandt als het Driver Spor t Pack is
ingeschakeld.
F
B
eweeg de rechter flipper "
+" kort naar u
toe om
een hogere versnelling in te schakelen.
F
B
eweeg de linker flipper "
-" kort naar u
toe om
een lagere versnelling in te schakelen.
Rijden
235
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Niveau AdBlue
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Om te voorkomen dat de motor niet meer gestart
kan worden – conform de voorschriften – dient u het
reser voir bij te vullen met AdBlue.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over AdBlue
®, het SCR -systeem en in
het bijzonder het bijvullen ervan.
Controles
Controleer, tenzij anders aangegeven,
deze componenten overeenkomstig de
onderhoudsschema van de fabrikant en
overeenkomstig uw motor.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
u itvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn
voorzien van een speciale 12V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving (veel stof…) en het
gebruik (veel stadsverkeer…) daar toe
aanleiding geven, moet dit filter twee
keer zo vaak worden ver vangen .
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving (veel stof…) en het
gebruik (veel stadsverkeer…) daar toe
aanleiding geven, moet dit filter twee
keer zo vaak worden ver vangen .
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te
raken, wordt u
hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding over het risico
van verstopping van het filter.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot het
lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het minimale
dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
7
Praktische informatie
237
Het gebruik van andere dan de gespecificeerde velg-
en bandmaten kan effect hebben op de levensduur
van de banden, het draaien van de wielen, de
bodemvrijheid en de snelheidsmeteraanduiding, en
kan tevens een negatieve invloed hebben op het
weggedrag van de auto.
Het aanbrengen van andere banden op de voor- en
op de achteras kan leiden tot een onjuiste timing van
het elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP).Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke onderdelen als
het remsysteem te optimaliseren, selecteert en
biedt PEUGEOT specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht of
onder winterse omstandigheden ijs vormen op
de remschijven en remblokken: de remwerking
kan daardoor afnemen. Rem een paar keer
lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te
maken.AdBlue® (BlueHDi-motoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan
de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen, heeft PEUGEOT
er voor gekozen zijn auto's met dieselmotor te
voorzien van een systeem waarbij het roetfilter
(FAP) wordt gecombineerd met een SCR-systeem
(Selective Catalytic Reduction) voor de behandeling
van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator tot
85% stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof en
water (deze zijn niet schadelijk voor de gezondheid
en het milieu).
De AdBlue
® bevindt zich in een
specifiek reservoir van ongeveer
17
l i t e r.
Wanneer u
met de resterende hoeveelheid nog
maximaal ongeveer 2400
km kunt rijden tot het
reservoir helemaal leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd. Als het AdBlue
®-reser voir leeg is, zorgt een
wettelijk verplicht systeem er voor dat de motor
niet opnieuw kan worden gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw
auto te veel schadelijke stoffen uit, waardoor hij
niet meer aan de Euro 6 -emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-systeem zo
snel mogelijk contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats: na
1100
km wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een actieradiusindicator
aan hoever u
nog kunt rijden voordat de motor
niet meer gestart kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de verklikkerlampjes en
de bijbehorende waarschuwingsmeldingen.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het AdBlue
®-
reser voir waardoor u
ook in zeer koude
omstandigheden kunt blijven rijden.
7
Praktische informatie
238
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue®
bij te vullen zodra de eerste waarschuwing
wordt gegeven dat het minimumniveau is
bereikt.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
correct werkt:
-
G
ebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de
norm ISO
22241
voldoet.
-
A
ls de AdBlue
® niet in de originele jerrycan
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
-
V
erdun de AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan dat
over AdBlue
®-pompen beschikt die speciaal
ontworpen zijn voor personenauto's.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een vulsysteem dat
is bedoeld voor vrachtwagens.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de
flacons en jerrycans koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer
worden gebruikt nadat deze bij kamertemperatuur
volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
® niet
in uw auto.
Gebruiksvoorschriften
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze
vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos
(indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u
de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende ten
minste 15
minuten met kraanwater of met een
oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een
branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink ver volgens een ruime
hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge temperatuur) kan het risico van Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een
v lakke en horizontale ondergrond staat.
het vrijkomen van ammoniakdampen niet
worden uitgesloten: adem deze niet in. Deze
ammoniakdampen werken irriterend op de
slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur
van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is,
bevriest de AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in
h
et reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren
op een warmere plaats staan en vul ver volgens het
reservoir bij.
Bij een storing in het AdBlue
® -systeem, die
bevestigd wordt door de melding " Vul AdBlue
bij: starten onmogelijk", moet u
minimaal 5 liter
bijvullen.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank.
Praktische informatie
239
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto of
op een andere plaats is gemorst, spoel het
additief dan onmiddellijk weg met koud water of
veeg het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u
AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt , dient
u
ongeveer 5
minuten te wachten voordat
u
het contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de auto te
vergrendelen, de sleutel in het contactslot
te steken of de sleutel van het Keyless
entr y en star t-systeem in het interieur te
brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10
seconden wachten de motor.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit het
contactslot om de motor af te zetten.
of
F
D
ruk bij uitvoeringen met Keyless entry and start
op de knop " START/STOP " om de motor af te
zetten. F
Z
org dat u beschikt over een flacon of
jerrycan met AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket
voordat u
de inhoud van de flacon of fles in het
AdBlue-reser voir van uw auto giet.
Of
F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp in de
vulopening van het reser voir en vul bij tot het
vulpistool automatisch uitgeschakeld wordt. Belangrijk:
-
O
m er voor te zorgen dat het AdBlue
®-
reser voir niet overstroomt, wordt
aanbevolen:
•
O
m 10
tot 13
liter bij te vullen met behulp
van AdBlue
®-flacons.
Of
•
N
iet meer bij te vullen nadat het
vulpistool bij het tankstation automatisch
uitgeschakeld wordt.
-
A
ls het AdBlue
®-reser voir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u
kunt in dat geval de motor niet meer
opnieuw starten), moet u
het reser voir
vullen met minimaal 5
liter vloeistof.
Na het vullen
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening en draai de dop een zesde omwenteling rechtsom,
tot de aanslag.
F
S
luit de brandstofvulklep.
Voer de lege AdBlue
®-jerrycans niet als
huisvuil af.
Deponeer ze in de daartoe bestemde
containers of breng de flacons naar uw
verkooppunt.
F
Z
org dat de auto is ontgrendeld en open de
brandstofvulklep. Draai de blauwe vuldop van
het AdBlue
®-reservoir een zesde omwenteling
linksom.
F
V
er wijder de blauwe dop.
7
Praktische informatie
261
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.
Toegang tot de zekeringenVersie 1
(Full)
Zekeringnr.
Stroomsterkte (A) Functies
F14 15
ARuitensproeierpomp.
F15 5
AStuurbekrachtiging.
F20 25
ARuitensproeierpomp.
F22 15
AClaxon.
F23 15
AGrootlicht rechts.
F24 15
AGrootlicht links.
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F8 30
AEmissieregelsysteem dieselmotor (AdBlue).
F12 15
AAutomatische transmissie.
F14 5
AAutomatische transmissie.
Versie 2 (Eco)
Zekeringnr. Stroomsterkte (A) Functies
F16 25
AMistlampen vóór.
F18 10
AGrootlicht rechts.
F19 10
AGrootlicht links.
F
M
aak de twee vergrendelingen A los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
ervang de zekering.
F
S
luit na het ver vangen van de zekering
zorgvuldig het deksel en zet de twee
vergrendelingen A vast voor een goede
afdichting van de zekeringkast. Kast 1
Kast 2
8
In geval van pech
275
180° zicht naar achteren ................................2 09 -210
12V-aansluiting ...................................... 10 0, 107, 110
230V-aansluiting
................................................... 10
6
Aanhanger ...................................... 127, 15 5 -15 6, 2 23
Aanhangergewichten
.............................267-269, 271
Aanjager achter
....................................................... 92
Aanjager, regeling ..............................................8 9-92
Aansluiten MirrorLink .................................... 17, 11 -1 2
Aansteker
.............................................................. 10 0
ABS
..................................
..................................... 125
Accessoires ................................................... 12 2, 16 0
Accu
................................. 13, 227, 235, 262, 264-265
Accu laden
..................................................... 263-264
Achterklep
............................................................... 59
Achterklep sluiten
........................................ 47, 50, 59
Achterlichten
..................................
.......................255
Achterportieren
..................................
............15 3 -15 4
Achterruitverwarming
............................................. 94
Achteruitrijcamera
................................................. 209
Achteruitrijlicht
............................................... 255-256
Achterstoelen
..................................................... 76 - 82
Actief dodehoekbewakingssysteem
............... 2
4, 205
Actieradius AdBlue
® ........................................... 3 2-34
Active Lane Departure Warning System
........................................... 17, 198 -19 9, 205
Active Safety Brake..............................16 -17, 19 2-19 5
Adaptieve snelheidsregelaarl met Stop-functie
........................... 178, 184-187, 191-192
AdBlue
® ..................................................... 2 0, 32, 237
Advanced Grip Control .................................. 128 -12 9
Afmetingen
............................................................ 272
Afstandsbediening
........................... 4
6 - 47, 49 -50, 52
Afstandsbediening, batterij vervangen
...................54
Afzetten van de motor
........................................... 15 6
Airbags
.................
................................... 18, 13 4, 13 9
Airbags vóór
........................................... 13 4 -13 5, 137
Airconditioning
................................................... 86-88
Airconditioning (handbediend)
..............85 - 86, 92-93
A
BC
Bagageafdekscherm ...................................... 108 -109
Bagagenet voor hoge belading ......................109 -110
Bagageruimte
....................................... 59 - 60, 62, 110
Bagageruimteverlichting
........................................ 11 0
Bagageruimte (voorzieningen)
.............................108
Banden
.................
................................................. 236
Banden, noodreparatie
.................................243, 245
Banden oppompen ............................................... 236
Bandenreparatieset
....................................... 241-243
Bandenreparatieset
...............................241-243, 245
Bandenspanning
........................................... 236, 246
Bandenspanningscontrole (met set)
............. 24
3, 245
Bandenspanningscontrolesysteem
......... 1
8, 174, 246
Bandenspanning te laag (detectie)
........................174
Batterij afstandsbediening
................................52, 54CD
..............................................................
23 -24, 9, 9
CD MP3 ......................................................23 -24, 9, 9
CD-/MP3-speler ................................... ...............23, 9
Centrale vergrendeling
.....................................49, 55
CHECK
.................
...................................................35
Claxon
...................................................................123
Configuratie van de auto
.............................3
8 - 42, 44
Connectiviteit
........................................................101
Contact
....................................................158, 160, 28
Contact aangezet
..................................................160
Controlelampjes
.......................................................11
Controles
.................
.......................231-232, 235-237
Bekerhouder
...........................................................
99
B
eladen
...........................................
109 -110, 229 -230
Benzinemotor
........................................
222, 232, 268
Bijvullen AdBlue
® .................................................. 23 8
Binnenspiegel
.................................................... 75 -76
BlueHDi
............................................. 32, 35, 237, 240
Bluetooth (handsfree set)
............25 -2 6 , 13 -14, 10 -11
Bluetooth (telefoon)
................................. 2 5 - 2 7, 1 3 -1 5
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
.............14
Bluetooth-verbinding
................... 19, 25 -27, 13 -15, 11
Bochtverlichting, statisch
....................................... 11 8
Boordcomputer
.................................................. 37- 3 8
Boordgereedschap
........................................ 241-243
Brandstof
............................................................... 222
Brandstofadditief
..................................
.................235
Brandstofniveaumeter
........................................... 220
Brandstoftank
................................................. 220-221
Brandstof tanken
............................................ 220-222
Brandstoftank leeg (diesel)
............................ 240 -241
Brandstofvulklep
............................................ 220-221
Buitenlandse reizen
............................................... 112
Buitenspiegels .............................. 74-75, 94, 203 -204
Airconditioning met centrale regeling
..........
87
- 88, 93
Airconditioning met gescheiden regeling
.........
89, 93
Alarmknipperlichten ...................................... 12
3, 24 0
Alarmsysteem ......................................................... 5
6
Algemeen menu
........................................................ 4
Allesdragers
................................................... 229-230
Allesdragers monteren
.................................. 229-230
Antiblokkeersysteem (ABS)
............................. 15, 125
Antispinregeling (ASR)
.................................. 125 -12 9
Apple CarPlay-verbinding
.................................. 16, 12
Apple
®-speler .............................................. 24, 10, 10
Armleuning vóór ............................................. 102-103
Audiokabel
.......................................................... 23, 9
Audioversterker
..................................
...................101
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
....................................... 89, 93
Autoradio, bediening aan stuurkolom
............3, 3, 2-3
Airconditioning (automatisch)
.................................85
Automatische ruitenwissers
...........................11 9 , 12 1
Automatische transmissie .............. 165 -173, 236, 263
Automatische verlichting .........................111, 114 -115
Automatisch noodremsysteem
............16 -17, 19 2-19 5
AUX-aansluiting
.............................................. 23, 9, 8
.
Trefwoordenregister
276
LLaden accu (verklikkerlampje) .................................13
Laden accu..................................................... 263-264
Lak
......................................................................... 273
Lampen vervangen
................................ 252, 255-256
Lane Departure Warning System (LDWS)
......17, 1 9 8
LED-verlichting
.............................. 112, 252-253, 255
Lekke band
.................................................... 243, 245
Lendensteun, verstelling
.................................... 6
9 -71
Eco-mode
..............................................................
227
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
....
125 -12 9
Elektrisch bedienbare achterklep
...................... 6
0-62
Elektrische parkeerrem
......................
14, 27, 161-16 4
Elektrisch verstelbare stoelen
........................... 7
2-73
Elektronische remdrukregelaar (EBD)
.................
125
Elektronische sleutel
..........................................
49-50
Extra verwarming
....................................................
94
E
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) – D
igitale radio ............................................. 2
2, 8, 6 -7
Dagteller
............................................................. 35-36
Dagrijverlichting
..................................... 1
12, 252-253
Dashboardkastje
................................................... 10 0
Derde remlicht
....................................................... 256
Detectie obstakels
................................................ 205
Dieselmotor
.................... 2
22, 231-232, 240, 269, 271
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
..................................... 22, 8, 6
Dimlicht
.............................................. 25 -26, 252-254
Dashboardverlichting (dimmer)
.............................. 36
D
isplay instrumentenpaneel
...........................170 -171
Distance Alert
................................................ 192-193
Dodehoekbewaking
................................. 24, 203-205
Draadloze lader
...................................
...........101-102
Driver Sport Pack
................................................... 170
DSC (Elektronisch Stabiliteits Programma)
......... 12
5
Dynamische noodrem
.................................... 16
1-16 4
F
G
H
I
J
K
Flacon AdBlue® .....................................................23 8
Follow me home-verlichting ...................... 4
8 , 115 -11 6
Frequentie (radio)
...................................
............21-22
Functie i- Cockpit Amplify
.............7
4, 83 - 84, 103, 170
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
....................113Geheugen instellingen bestuurder
....................
72-73
Gereedschap
..................................
241-243, 246 -248
Gevarendriehoek
..................................................
240
Gewichten
.............................................. 2
67-269, 271
GPS
..........................................................................
12
Grootlicht
.................
.................................
26, 252-254
Grootlichtassistent
.................................... 2
6 , 11 6 -11 8
Halogeenlampen
...................................
.
114, 252-253
Handgrepen
............................................................ 99
H
andrem
........................................................
236-237
Handsfree achterklep
........................................
60-62
Handsfree set
...............................
25 -2 6 , 13 -14, 10 -11
Handsfree toegang
.................................................
61
Harmonicapaneel .................................................... 80
Helderheid
...............................................................
16
Hifisysteem
........................................................... 10
1
Hill Assist Descent Control (HADC) ........
24, 12 9 -13 0
Hill Start Assist ...............................................
16 9 -170
Hoedenplank
.........................................................
107
Hoofdsteunen achter
........................................
76, 81
Hoofdsteunen verstellen
..........................................
71
Hoofdsteunen vóór ................................................... 71
Hoogteverstelling veiligheidsgordels
.............
13 0 -131
Identificatie
...................................
.........................
273
Indeling achter
......................................................
10 6
Indeling interieur ~ Interieurindeling
................
9 9 -10 0
Inductielader ..................................................
101-102
Inhoud brandstoftank ............................................220
Instapverlichting
.....................................................115
Instellen van de uitrustingen
........................38 - 42, 44
Instellingen bestuurder (opslaan)
......................72-73
Instellingen van het systeem
............................3
0, 16
Instrumentenpaneel
........................8 -9, 35 -36, 35 -37
Intelligente tractiecontrole
....................................126
Interieurfilter (vervangen)
.....................................235Jack-aansluiting
..............................................
23, 9, 8
Jack-kabel
...........................................................
23, 9
Kaartenhouder
........................................................ 99
K
aartleeslampjes
...........................................
10
4 -105
Kentekenplaatverlichting
......................................
256
Keyless entry and start ................
49 - 5 0, 52, 15 8 -159
Kilometerteller
....................................................
35-36
Kinderslot
.......................................................
15 3 -15 4
Kinderen
.........................................
14 4, 14 6 -148, 15 0
Kinderen (veiligheid)
......................................
15 3 -15 4
Kinderzitjes
.........
79 - 82, 133, 138 -139, 142, 144, 152
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................
142, 14 4
Kinderzitjes i-Size
.................................................
15 0
Kleurcode lak
..................................
......................
273
Klokje (instellen)
.....................................
38 - 40, 31, 17
Koelvloeistoftemperatuur
........................................
32
Koelvloeistoftemperatuurmeter
..............................
32
Koplampverstelling
................................................
114
Krik
.........................................................
242, 246 -248
Interieurverlichting
..................................
.......
104 -105
ISOFIX .................................................................... 147
ISOFIX-bevestigingen
..........................................
14 6
ISOFIX-kinderzitjes ................................ 14 6 -148, 15 0
Trefwoordenregister