
3
bit.ly/helpPSA
.
.
Rijadviezen 151
Starten/afzetten van de motor met de sleutel
1
52
Starten/afzetten van de motor met Keyless entry and start
1
54
Elektrische parkeerrem
1
57
Handgeschakelde versnellingsbak
1
60
Automatische transmissie
1
61
Hill Start Assist
1
65
Driver Sport Pack
1
66
Schakelindicator
167
Stop & Start
1
67
Bandenspanningscontrolesysteem
170
Snelheden opslaan
1
72
Snelheidslimietherkennings- en snelheidsadviesfunctie
1
72
Snelheidsbegrenzer
176
Snelheidsregelaar
178
Adaptieve cruise control
1
80
Distance Alert en Active Safety Brake
1
89
Signalering onoplettendheid
1
92
Lane Departure Warning System
1
94
Active Lane Departure Warning System
1
95
Dodehoekbewakingssysteem
2
00
Parkeerhulp
202
Visiopark 1 – Visiopark 2
2
04
Park Assist
2
09Ta n k e n 2
1 6
Tankbeveiliging (diesel) 2 16
Compatibiliteit van brandstoffen
2
18
Trekhaak
2
19
Trekhaak met afneembare kogel
2
20
Eco-mode
223
Sneeuwschermen
2
24
Sneeuwkettingen
225
Allesdragers monteren
2
25
Motorkap
226
Onder de motorkap
2
28
Niveaus controleren
2
29
Controles
231
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 34
Gevarendriehoek
2
37
Brandstoftank leeg (diesel)
23
7
Boordgereedschap
238
Bandenreparatieset
2
40
Reservewiel
243
Een lamp vervangen
2
47
Ruitenwisserbladen vervangen
2
52
Een zekering vervangen
2
53
12V-accu
257
Slepen van de auto
2
61Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
26
3
Benzinemotoren
264
Dieselmotoren
265
Afmetingen
268
Identificatie 269
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Audio en telematica
PEUGEOT Connect Nav
PEUGEOT Connect Radio
Bluetooth-audiosysteem
Toegang tot aanvullende video's
.
Inhoudsopgave

4
Cockpit
1.Bediening schuifdak en zonnescherm
2. Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
3. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels
en airbag vóór aan passagierszijde
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
4. Binnenspiegel
5. Digitaal head-up instrumentenpaneel
6. Claxon
Bestuurdersairbag
7. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
8. Monochroom display bij audiosysteem
Bluetooth
of
Touchscreen bij PEUGEOT Connect
Radio of PEUGEOT Connect Nav
9. Alarmknipperlichten
10. Bediening airconditioning
11. 12V-aansluiting/USB-aansluiting
Draadloze lader
12 . Advanced Grip Control
Hill Assist Descent Control
13. Contactslot
of
"START/STOP"-knop
14 . Versnellingsbakbediening
Toets "Sport"
15. Elektrische parkeerrem
16. Airbag vóór aan passagierszijde
17. Dashboardkastje
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
Overzicht

5
StuurkolomschakelaarsRij schakelaars aan de zijkantCentraal geplaatst schakelaarpaneel
1.Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteeminstellingen
4. Rolknop voor het selecteren
van de weergavemodus van het
instrumentenpaneel
5. Bediening spraaksynthese
Volumeregeling
6. Bediening snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar/snelheidsregelaar met
stopfunctie 1.
Knop hoogteverstelling koplampen
2. Controlelampje programmeerbare
verwarming
3. Handsfree openen/sluiten achterklep
4. Uitschakelen van het Stop & Start-
systeem
5. Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
6. Voorruitverwarming
7. Elektrische kinderbeveiliging 1.
Schakelaar alarmknipperlichten
2. Bediening Bluetooth-audiosysteem
of
Bediening touchscreen bij PEUGEOT
Connect Radio of PEUGEOT
Connect
Nav
i-Cockpit Amplify-functie
3. Bediening handbediende airconditioning
of
Bediening semi-automatische of
volautomatische airconditioning
4. Schakelaar achterruitverwarming
5. Schakelaar centrale vergrendeling
6. Schakelaars stoelverwarming
.
Overzicht

23
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
Bij het aanzetten van het contact
bij uitvoeringen met contactslot
of een verzoek om de motor te
starten door het indrukken van
de "START/STOP "-knop, is de
temperatuur van de motor zo laag
dat voorgloeien noodzakelijk is.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (tot ongeveer 30 seconden bij
koud winterweer).
Wacht bij uitvoeringen met een contactslot met starten
tot het lampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem
wordt wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk
gestart, op voor waarde dat het rempedaal ingetrapt
blijft bij auto's met automatische transmissie.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem
wordt wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk
gestart, op voorwaarde dat het koppelingspedaal
ingetrapt blijft bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Stop & Star t Permanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding. Het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet.
Schakel de functie weer in door nogmaals op de toets
te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Mistachterlicht Permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld met de ring op de
lichtschakelaar. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
1
Instrumentenpaneel

24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Groene verklikkerlampjes Hill Assist
Descent Control Permanent.
De functie is geactiveerd, maar de werking is
onderbroken omdat de snelheid te hoog is.Tussen 30 en 50 km/h wordt het systeem gedeactiveerd.
Verminder de snelheid van uw auto.
Permanent.De functie is geactiveerd, maar er wordt niet
voldaan aan alle voor waarden voor de regeling
(hellingspercentage, ingeschakelde versnelling).
Knippert.
Het systeem regelt de snelheid van de auto.De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden
tijdens de afdaling.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie Hill Assist Descent Control .
Stop & Star tPermanent.Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de START-
stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Dodehoek-
bewakings-
systeem Permanent.
De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
dodehoekbewakingssysteem.
Park Assist Permanent.De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Park Assist.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar beneden
bewogen.
De automatische stand van de ruitenwissers
vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Instrumentenpaneel

32
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in
de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet
werkt, wordt het motoroliepeil niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok
in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B: de temperatuur is te
hoog; dit lampje en het centrale
waarschuwingslampje STOP gaan branden
op het instrumentenpaneel, in combinatie
met een melding en een geluidssignaal.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus
.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Bij uitschakelen van het contact verschijnt er
geen informatie over de resterende actieradius
op het instrumentenpaneel.
Instrumentenpaneel

37
of F
S
electeer het menu
Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
D
ruk op de toets " Lichtsterkte".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te bewegen.
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als u de weergavemodus
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK"
(afhankelijk van de uitvoering) hebt geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
deze informatie tijdelijk op een specifiek scherm
weer te geven.
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de verschillende
onderwerpen achtereenvolgend weer te geven.
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel- Actuele informatie: • d e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
-
T
raject " 1":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject.
-
T
raject " 2":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
Traject resetten
F Druk langer dan 2 seconden op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar wanneer
het gewenste traject wordt weergegeven.
1
Instrumentenpaneel

38
Monochroom display C
Weergave
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt
het volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en worden
identiek gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen en
via traject " 2" maandelijkse berekeningen worden
uitgevoerd.
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden
de streepjes continu worden weergegeven.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentane
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer
u nog met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden (berekend op basis
van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de
laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste
nulstelling van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Instrumentenpaneel