83
Gebruiksadviezen voor de ver warming,
ventilatie en airconditioning
Neem voor een optimale werking van de
verwarming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het
interieur de uitstroomopening
onder de voorruit, de verschillende
luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de
ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
D
ek de zonnesensor op het dashboard
niet af; deze wordt gebruikt voor
het regelen van het automatische
airconditioningssysteem.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot
twee keer per maand vijf tot tien minuten
aan om het systeem in per fecte staat te
houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek ver vangen. Wij raden u een
gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij
het toegevoegde speciale actieve middel
draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor
de inzittenden en een schoon interieur
(vermindering van allergische reacties,
stank en vetaanslag). Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg er voor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ver verst wordt.
Condensvorming door de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein plasje
water onder de auto vormt. Dit is een
normaal verschijnsel.
Stop & Star t
De verwarmings- en airconditionings-
systemen werken alleen als de motor
draait.
Als u het thermische comfort in de auto op
het door u gewenste niveau wilt houden,
kunt u tijdelijk de functie Stop & Start
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het Stop & Star t -
systeem.
F
L aat de airconditioning regelmatig
controleren zoals voorgeschreven in het
garantie- en onderhoudsboekje, om het
systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken
van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de
airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor.
3
Ergonomie en comfort
84
Handbediende airconditioning
1.Temperatuurregeling.
2. Airconditioning A AN/UIT.
3. Regeling luchtverdeling.
4. Regeling luchtopbrengst.
5. Recirculatie van de interieurlucht.
De airconditioning werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
Temperatuurregeling
F Draai deze knop van blauw (koel) naar rood (warm).
Regeling luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Voetenruimte. F
D
ruk op deze knop tot de gewenste
luchtverdeling is geselecteerd.
De luchtstroom kan worden verdeeld door
meerdere oranje lampjes te laten branden.
Regeling luchtopbrengst
F Druk op de knop "grote ventilator " of "kleine ventilator "
om de luchtopbrengst te
verhogen of te verlagen.
De desbetreffende oranje lampjes
gaan branden.
Wanneer u op de knop " kleine ventilator"
drukt tot alle lampjes uit zijn (uitschakeling van
het systeem), wordt het thermische comfort niet
meer geregeld.
Er blijft door de rijwind nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Inschakelen
F Druk op deze toets. Het oranje verklikkerlampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
aanjager is uitgeschakeld.
Om het interieur sneller te verkoelen
kunt u korte tijd de recirculatiestand
inschakelen.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. Het lampje gaat uit.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, beslaan van
d e r ui te n).
Semi-automatische airconditioning
met centrale regeling
Druk op de toets van het menu Airconditioning
om de pagina met de bedieningstoetsen van het
systeem weer te geven.
Ergonomie en comfort
85
De airconditioning werkt uitsluitend bij draaiende motor.
De temperatuur van de lucht die uit de ventilatieroosters
en -openingen stroomt, wordt door het systeem
geregeld afhankelijk van de temperatuur in het interieur
en de ingestelde waarden voor de temperatuur.
Temperatuurregeling
F Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen
(blauw) of te verhogen (rood).
De weergegeven waarde heeft betrekking op een bepaald
comfortniveau en niet op een exacte temperatuur.
Regeling luchtopbrengst
1. Automatisch programma "Zicht".
2. Recirculatie van de interieurlucht.
3. Regeling van de luchtopbrengst.
4. Regeling van de temperatuur.
5. Regeling van de luchtverdeling
6. Uitschakelen van het systeem.
7. In-/uitschakelen van de airconditioning.
8. Maximale stand van de airconditioning Druk op een van deze toetsen om
de aanjagersnelheid te verhogen (+)
of te verlagen (-).
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt
geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de gewenste
aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke stand
te zetten wordt de aanjager volledig uitgeschakeld.
Regeling luchtverdeling
Rijd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager – Kans op beslaan van de ruiten
en vermindering van de luchtkwaliteit! Voetenruimte.
Met deze toetsen regelt u de verdeling van de
luchtstroom naar het interieur. Voorruit en zijruiten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters. De luchtstroom kan met meerdere toetsen
worden aangepast: als het verklikkerlampje
brandt, stroomt er lucht in de aangegeven
richting; als het verklikkerlampje uit is, stroomt
er geen lucht in de aangegeven richting.
Voor een gelijkmatige verdeling van de lucht
over het interieur kunnen de drie toetsen
gelijktijdig zijn geactiveerd.Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Inschakelen
F Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
3
Ergonomie en comfort
86
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.
Om het interieur sneller te verkoelen
kunt u korte tijd de recirculatiestand
inschakelen. Schakel daarna de toevoer
van buitenlucht weer in.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. Het lampje gaat uit.
Het uitschakelen van de airconditioning kan negatieve
effecten hebben (vocht, beslaan van de ruiten).
Maximale stand van de airconditioning
In deze stand wordt de lucht in het interieur
sneller gekoeld.
Het systeem stelt automatisch de temperatuur
in op het laagste comfortniveau, verdeelt de
lucht over de middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters en schakelt de maximale
aanjagersnelheid en de recirculatie van de
interieurlucht in.
F
D
ruk op deze toets om de
functie in te schakelen; het
verklikkerlampje van de toets
gaat branden.
Automatisch programma
"Zicht"
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het ontdooien/
ontwasemen van de voorruit .
Uitschakelen van het systeem
F Druk op deze toets. Het lampje
van de toets gaat branden en
alle andere lampjes van het
systeem gaan uit.
Rijd niet te lang met een uitgeschakelde
airconditioning – Kans op beslaan van de
ruiten en vermindering van de luchtkwaliteit!
Door op een willekeurige toets te drukken
wordt het systeem weer ingeschakeld
waarbij de instellingen van vóór het
uitschakelen weer worden gebruikt.
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
Druk op de toets van het menu Airconditioning
om de pagina met de bedieningstoetsen van het
systeem weer te geven.
F Druk nogmaals op deze toets om de functie uit te schakelen en de vorige instellingen weer te
gebruiken; het verklikkerlampje van de toets gaat uit.
Hiermee worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel
een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Ergonomie en comfort