138
F Verwijder de kunststof afdekkap voor toegang tot de pluspool ( +).
De minpool ( -) van de accu is niet bereikbaar.
Op de motor is een afzonderlijk massapunt
aangebracht.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels, of met een startbooster. Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een
nominale spanning van 12 V heeft en de
capaciteit ervan minimaal gelijk is aan die
van de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet
in de buurt van bewegende delen van
de motor (ventilator, aandrijfriemen enz.)
bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
F Beweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog.
F Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en ver volgens op
de pluspool (+) van hulpaccu B of de
startbooster.
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op
de minpool (-) van hulpaccu B of de
startbooster (of op een massapunt van de
auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op massapunt C van de
auto met de lege accu.
F
S
tart de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten
draaien.
F
S
tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een nieuwe
poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en neem
dan de kabels in omgekeerde volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten draaien,
rijdend of stilstaand, om het laadniveau van
de accu op een correct peil te krijgen.
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.
In geval van pech
139
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu
is het noodzakelijk om het laadniveau van de
accu op voldoende capaciteit te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
-
a
ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
v
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u
zelf de accu van uw auto gaat
opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.
F
Z
et het contact af.
F
S
chakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
e n z .) . F
S
chakel om gevaarlijke vonken te
voorkomen lader B uit alvorens de kabels
op de accu aan te sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in
goede staat zijn.
F
B
eweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog (indien aanwezig).
F
S
luit de kabels van lader B als volgt aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+)
van accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op massapunt C
van de auto.
F
Zet na afloop van het laden eerst acculader B
uit voordat u
de kabels losneemt van accu A .
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is. Probeer nooit om een bevroren accu te
laden – Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur). Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt.
Anders kan de elektrische uitrusting
van het Stop & Start-systeem ernstig
beschadigd raken.
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet
g aat gebruiken, koppel dan de accu los.
Op deze manier blijft het laadniveau van de
accu voldoende om de motor weer te kunnen
starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, enz.),
8
In geval van pech
7
Gesproken commando's
"Navigatie "
Deze commando's kunnen vanaf elke
schermpagina worden gegeven nadat
op de stuur wieltoets "Gesproken
commando's" of "Telefoon" is gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek
bezig is. Gesproken commando's
Helpberichten
Navigeer naar huis Om de navigatie te starten of een routepunt
toe te voegen, zegt u "navigeer naar" en dan
het adres of de naam van de contactpersoon.
Bijvoorbeeld "navigeer naar adres
Kerkstraat 11
Amsterdam" of "navigeer naar
contactpersoon Jan Janssen". U kunt aangeven
of het een favoriete of recente bestemming
is. Zeg bijvoorbeeld "navigeer naar favoriet
adres, 'Tennis club", "navigeer naar recente
bestemming Kerkstraat 11
Amsterdam". U kunt
ook "navigeer naar huis" zeggen. Om POI's
op een kaart te zien, kunt u
bijvoorbeeld "toon
hotels in Rotterdam" of "toon POI tankstation in
de buurt" zeggen. Voor meer informatie kunt u
"hulp bij navigatie" zeggen.
Navigeer naar het werk
Navigeer naar favoriet adres <…>
Navigeer naar contact <…>
Navigeer naar adres <…>
Toon POI <…> in de buur t
Af te leggen afstand
Om informatie over uw huidige route te krijgen,
kunt u
zeggen "wat is de nog af te leggen
tijd" of "afstand", of "aankomsttijd". Om meer
commando's te leren, kunt u "hulp bij navigatie"
zeggen.
Af te leggen tijd
Aankomsttijd
Stop navigatie
Geef de gesproken commando's voor de
bestemming (adres) in de taal die in het
systeem is ingesteld.
.
PEUGEOT Connect Nav
152
Verklikkerlampje laag brandstofniveau ~ Brandstofreservelampje ... 14Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje ... 12
V
erklikkerlampje Service
................................ 13
Verklikkerlampje STOP
................................... 11
V
erklikkerlampjes ~ Controlelampjes
............. 10
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes ...10
V
erklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............ 13
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
............................. 5
4, 13 0 -131
Versnellingshendel
........................................... 6
Verversen
............................................... 112 -113
Verwarming
....................................................... 6
Voorgloeien (dieselmotor)
............................... 13
Voor stoelen
..................................................... 38
Voorzieningen bagageruimte ~ Bagageruimte, voorzieningen
...................... 49
Voorzieningen interieur ~ Interieur, voorzieningen
................................ 48
T
ankbeveiliging
.............................................
108
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau
...................................
107-108
Telefoon
.........................................
13 -15, 25 -2 9
Temperatuurregeling .................................43-45
Tijdelijke bandenreparatie (met set) ~ Banden, noodreparatie
....
12 2, 124
Tijd instellen
........................................ 26, 17, 31
TMC (verkeersinformatie)
............................... 13
T
oevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening)
........................ 43-45
Touchscreen
..................................... 49, 91, 1, 1
Trekhaak
........................................... 8 0 - 81, 10 9
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen
..... 65, 68 - 69
USB
............................................... 3, 3, 9, 23 -24
USB-aansluiting
........................ 4
9, 3, 3, 5, 9, 23
USB-poort
..................................... 49, 3, 3, 9, 23
Veiligheidsgordels
......................... 12, 63 - 64, 72
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
..................... 6
5, 68 - 69, 72, 74-76, 78
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
............... 65, 68 - 69,
72, 74-76, 78
Ventilatie
............................................... 6, 41, 45
Vergrendelen ............................................. 28-29
Vergrendeling achterklep ~ Achterklep vergrendelen
.............................. 32
Vergrendeling portieren ~ Portieren vergrendelen ...........................30, 33
Vergrendeling van binnenuit
........................... 3
0
Verkeersinformatie (TA)
.................................... 3
Verkeersinformatie (TMC)
.............................. 13
Verklikkerlampje airbags ~ Airbaglampjes
..... 15
Verklikkerlampje parkeerrem ~ Parkeerremlampje ...12 W aarschuwingssignaal sleutel in contact
......
82
Waarschuwing vergeten verlichting
...............
52
Webbrowser
.................................................... 16
W
iel demonteren
....................................
127-12 9
Wiel monteren
........................................
127-12 9
Wiel verwisselen
....................................
125 -126
Wifi-netwerkverbinding
...................................
20
Window-airbags
...............................
.........
66- 67
Zekeringen
.............................................
13 3 -13 6
Zekeringen vervangen
...........................
13 3 -13 6
Zekeringkast dashboard
........................
13 3 -13 6
Zekeringkast motorruimte
......................
13 3 -13 6
Zijairbags
..................................................
66- 67
Zijknipperlicht
................................................
132
Zonnescherm (panoramadak)
...................
47- 4 8
Zonnesensor ...................................................
41
Zuinig rijden ......................................................
6
T
U
V
W
Z
Serienummer auto ........................................ 148
Service (verklikkerlampje) ..............................13
Set voor tijdelijke
bandenreparatie ~ Bandenreparatieset ... 122, 124
Sfeerverlichting ............................................... 47
S
jorogen
.......................................................... 49
Slepen van een auto
.............................. 140 -141
Sleutel
....................................................... 28 - 31
Sleutel met afstandsbediening
................. 28, 82
SMS
................................................................. 28
Sneeuwkettingen
.................................. 10
8 -109
Snelheidsbegrenzer
....................... 9
1-93, 95-96
Snelheidsregelaar
..................................... 93-96
Spaarfase
...................................................... 109
Starten ........................................................... 13 8
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten ...106
Starten van de auto........................ 80-81, 84-85
Starten van de motor
................................ 81
- 82
Stilzetten van de auto
......................... 8 0 - 81, 8 5
Stoelen achter ~ Achterbank
.................... 4
0 - 41
Stoelen verstellen
...............................
............ 38
Stoelverwarming
...............................
.............. 39
STOP (verklikkerlampje)
................................. 11
Stop & Start
...................... 19, 26, 42, 46, 87- 89,
100, 107, 111, 115, 137
Streaming audio Bluetooth
..................... 5, 9, 24
Stuurbekrachtiging
.......................................... 14
Stuurkolomschakelaars
.................................... 2
St
uurslot
.......................................................... 82
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 36
S
upervergrendeling
.................................. 29-30
Synchroniseren afstandsbediening
................ 32
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
.............. 32
Trefwoordenregister