266Rijden en bedieningSpanstand kogelstang controleren
● Het rode merkteken op de draai‐knop moet naar het groene merk‐
teken op de kogelstang gericht
zijn.
● De opening tussen de draaiknop en de kogelstang moet ca.
6 mm bedragen.
● De sleutel moet in stand c staan.
Anders moet de kogelstang vóór het
monteren worden aangespannen:
● Ontgrendel de kogelstang door de sleutel naar stand c te
draaien.
● Draaiknop uittrekken en zover mogelijk rechtsom draaien.
Kogelstang monteren
Aangespannen kogelstang in de trek‐
haakopening steken en stevig
omhoogduwen totdat deze hoorbaar
vastklikt.
De draaiknop springt automatisch
terug in de uitgangspositie en rust
zonder speling tegen de kogelstang.9 Waarschuwing
Draaiknop bij het monteren niet
aanraken.
Vergrendel de kogelstang door de
sleutel naar stand e te draaien. Sleu‐
tel verwijderen en beschermkapje dichtdrukken.
306Verzorging van de auto
4.Steek de riem door de spaken van
het wiel zoals weergegeven in de
illustratie.
5. Doe de haak in het linker sjoroog.
6. Trek de riem strak en borg deze met de gesp.
9 Gevaar
Rijd na het opslaan van een
beschadigd reservewiel in de
bagageruimte altijd met opge‐
klapte en vastgeklikte achterbank‐
rugleuningen.
9 Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐ ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of een botsing kunnen inzittendendoor voorwerpen worden getrof‐
fen.
Berg krik en gereedschap altijd
goed vastgezet in de betreffende
opbergvakken op.
Een beschadigd wiel dat in de
bagageruimte wordt geplaatst,
moet altijd met de band worden
vastgezet.
Compact reservewiel
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u . In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
Als uw auto achteraan een lekke
band krijgt wanneer u een ander voer‐ tuig trekt, moet u het compacte reser‐
vewiel vooraan plaatsen en een
volwaardig wiel achteraan.
Sneeuwkettingen 3 297.
Reservewiel met
draairichtingsgebonden band
Monteer draairichtingsgebonden
banden indien mogelijk zo dat ze in de rijrichting afrollen. De draairichting is
herkenbaar aan een symbool (bijv.
een pijl) op de zijwand van de band.
Voor banden die tegen de draairich‐
ting in gemonteerd zijn geldt:
● Rijeigenschappen worden moge‐
lijk nadelig beïnvloed. Laat de
defecte band zo snel mogelijk
vervangen of repareren en breng deze in plaats van het reserve‐
wiel aan.
● Bij regen en sneeuw bijzonder voorzichtig rijden.
Verzorging van de auto311Bij een bezoek aan een wasstraat, de
aanwijzingen van de exploitant opvol‐ gen. De voorruitwisser en achterruit‐wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een
dakdragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende
portieren, achterklep en motorkap en
de gebieden die erdoor bedekt
worden reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium
geschikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van
vier tot negen.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten
verschillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren het zicht.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Buitenverlichting De afdekking van de koplampen en
de overige verlichting zijn gemaakt
van kunststof. Geen schurende,
bijtende of agressieve middelen of
ijskrabbers gebruiken en ze niet
droog reinigen.
Polijsten en in de was zetten De auto regelmatig met was conser‐
veren (uiterlijk wanneer het water
geen parels meer vormt). Zo niet,
droogt de lak uit.
Polijsten is alleen nodig als de laklaag mat geworden is of aanslag vertoont.Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Kunststof carrosseriedelen mogen niet met autowas of polijstmiddelen
worden behandeld.
Ruiten en ruitenwisserbladen
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en insectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een ijskrabber met een scherpe rand
gebruiken. Ijskrabber stevig tegen de
ruit drukken, zodat er geen vuil onder
de krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐
gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.
Technische gegevens325PrestatiesMotorB14NELB14NET
B14NET
LPGB16XNT
CNG
B16SHLB16SHT
Topsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem190
192200
202195
–200
––
––
220Automatische versnellingsbak–197––208–3) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra
uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.MotorB16DTJB16DTHB20DTJB20DTHTopsnelheid 3)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak
met Stop/Start-systeem–
186–
191–
–208
208Automatische versnellingsbak––1902053) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra
uitrusting en accessoires geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
345Automatische dimfunctie .............30
Automatische verlichting ............ 134
Automatische versnellingsbak ...216
Automatisch vergrendelen ...........23
Automatisch volume ...................154
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 308
Auto stallen ................................. 269
Autostop ..................................... 208
B
Bagageruimte ........................ 24, 81
Bagageruimte-afdekking .............84
Bandenreparatieset ...................298
Bandenspanning .......................291
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 117, 293
Bandenspanningswaarden ........330
Basisbediening ........................... 151
Batterijspanning .........................126
Bediening.................................... 189 Externe apparaten ..................163
Menu ....................................... 151
Navigatiesysteem ....................172
Radio ....................................... 158
Telefoon .................................. 189
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............145
Stuurwiel ................................. 145
Bedieningsorganen ......................99Bedieningspaneel Infotainment ..145
Begeleiding ................................ 182
Beginmenu ................................. 151
Bekerhouders .............................. 69
Bekleding .................................... 313
Bel Beltoon .................................... 189
Functies tijdens het gesprek ...189
Inkomend gesprek ..................189
Telefoongesprek initiëren ........189
Beladingsinformatie .....................96
Beltoon Beltoon wijzigen ......................189
Beltoonvolume ........................ 154
Beslagen lampglazen ................140
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............163
Audiobestanden ......................163
Filmbestanden......................... 163
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 227
Beveiliging van de auto ................25
Binnenspiegels ............................. 29
Binnenverlichting ...............140, 284
Blindehoeksysteem ....................246
BlueInjection ............................... 213
Bluetooth Algemene informatie ...............163
Apparaat aansluiten ................163
Bluetooth-verbinding ...............186Koppelen................................. 186
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 165
Telefoon .................................. 189
Bluetooth-verbinding ..................186
Bolle vorm .................................... 28
Boordgereedschap .....................290
Boordinformatie .........................125
Brandstof .................................... 255
Brandstofkeuzeschakelaar ........107
Brandstofmeter .......................... 106
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 262
Brandstof voor benzinemotoren 255
Brandstof voor dieselmotoren ...256
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 257
Brandstof voor rijden op LPG .....257
BringGo ...................................... 169
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .....................102
Buitenverlichting .........................133
C Car Pass ...................................... 20
Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................. 13, 100
CNG.................................... 107, 257
Code ........................................... 125
Conformiteitsverklaring ...............332
Contacten ................................... 176
346Contactslotstanden ....................205
Controlelampen ..................105, 110
Controle over de auto ................205
Controles .................................... 270
Cruise control ....................119, 227
D
DAB ............................................ 162
Dagrijlicht ................................... 137
Dagteller .................................... 105
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 96
Dakconsole .................................. 70
Dakdrager .................................... 96
DEF ............................................ 213
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 276
Dieseluitlaatvloeistof ...................213
Digital Audio Broadcasting .........162
Dimlicht of grootlicht ...................133
Display-instellingen ............167, 168
Draagsysteem achterzijde ............72
Driepuntsgordel ........................... 51
Driver Information Center ...........120
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen ...........103
Elektrische handrem ...........115, 221
Elektrische stoelverstelling ..........40Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 284
Elektronische rijprogramma's ....218
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...116
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 224
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............116
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............197
Erkenning van software ..............337
Event Data Recorders (EDR) .....341
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................160
Zenders opslaan .....................160
Favorieten................................... 176
Favorietenlijst ............................. 160
Fietsendrager ............................... 72
Filmbestanden ............................ 163
Films afspelen ............................ 168
Film via USB activeren ...............168
Flex-Fix-systeem .......................... 72
FlexOrganizer .............................. 91
Frontaal airbagsysteem ...............57
Frontaanrijdingswaarschuwing ...237G
Gebruik ............... 148, 158, 172, 185
Bluetooth ................................. 163
Menu ....................................... 151
Navigatiesysteem ....................172
Radio ....................................... 158
Telefoon .................................. 189
USB ......................................... 163
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..341
Geluidsinstellingen .....................153
Geluidssignalen .........................125
Gereedschap ............................. 290
Gesproken begeleiding ..............172
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................95
Gloeilamp vervangen ................277
Gordelverklikker ......................... 113
Gordijnairbagsysteem .................. 59
Grootlicht ........................... 118, 134
Grootlichtassistentie ...........118, 134
H Halogeenkoplampen .................277
Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde versnellingsbak ......................220
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................218
349SSchakelen ................................... 116
Selectie van frequentiebereik .....158
Selectieve katalysatorreductie ....213
Service ............................... 203, 314
Service-display .......................... 109
Service-informatie ...................... 314
Sjorogen ...................................... 91
Slepen ................................ 263, 308
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Smartphone ................................ 163
Telefoonweergave ..................169
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 169
Sneeuwkettingen .......................297
Snelheidsbegrenzer ...........119, 229
Snelheidsmeter .......................... 105
Snelkiesnummers .......................189
Spiegelverstelling ..........................8
Spraakherkenning ......................185
Sproeiervloeistof ........................274
Startbeveiliging ....................28, 118
Starten en bedienen ...................205
Starthulp gebruiken ...................307
Stemherkenning ......................... 185
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming ........................... 43
Stop/Start-systeem .....................208Storing ....................................... 219
Storing elektrische handrem .......115
Storingsindicatielamp ................114
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 165
Stroomonderbreking ..................219
Sturen ......................................... 205
Stuurbedieningsknoppen .............99
Stuurbekrachtiging .....................116
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......273
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 99
Symbolen ....................................... 4 Systeeminstellingen.................... 155
T
Tanken ....................................... 257
Te laag brandstofpeil .................118
Telefoon Algemene informatie ...............186
Beltoon selecteren ..................189
Bluetooth ................................. 186
Bluetooth-verbinding ...............186
Een nummer invoeren .............189
Functies tijdens het gesprek ...189
Hoofdmenu Telefoon ..............189
Inkomend gesprek ..................189
Noodoproepen ........................ 189
Oproepenhistorie ....................189Snelkiesnummer .....................189
Telefoonboek .......................... 189
Telefoon activeren ......................189
Telefoonboek .............................. 189
Telefoonweergave ......................169
TMC-zenders .............................. 171
Toerenteller ............................... 106
Traction Control .........................223
Traction Control-systeem UIT..... 116 trechter ....................................... 257
Trekhaak............................. 263, 265
Trekstang.................................... 263
Typeplaatje ................................ 318
U
Uitlaatgassen ............................. 211
Uitrol-brandstofafsluiter .............207
Uitstapverlichting .......................142
USB Afbeeldingenmenu USB ..........167
Algemene informatie ...............163
Apparaat aansluiten ................163
Audiomenu USB .....................165
Filmmenu USB ........................ 168
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 297
Vaste luchtroosters ....................202
Veiligheidsgordel ...........................8