
134Rijden en bedieningRijden en bedieningRijtips......................................... 134
Economisch rijden ...................134
Controle over de auto ..............135
Sturen ...................................... 135
Starten en bediening .................136
Nieuwe auto inrijden ................136
Contactslotstanden ..................136
Aan/Uit-knop ............................ 136
Motor starten ........................... 138
Regeling stationair toerental ....139
Motor afzetten ......................... 139
Uitrol-brandstofafsluiter ...........140
Stop/Start-systeem ..................140
Parkeren .................................. 143
Uitlaatgassen ............................. 144
Roetfilter .................................. 144
Katalysator .............................. 145
AdBlue ..................................... 145
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 151
Remmen .................................... 152
Antiblokkeersysteem ...............152
Handrem .................................. 153
Remassistentie ........................153
Hellingrem ............................... 153Rijregelsystemen.......................154
Traction Control .......................154
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) .. 155
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 157
Cruise control .......................... 157
Snelheidsbegrenzer ................160
Parkeerhulp ............................. 160
Achteruitkijkcamera .................163
Brandstof ................................... 165
Brandstof voor dieselmotoren . 165
Tanken .................................... 166
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot
........................... 167
Trekhaak .................................... 168
Algemene informatie ...............168
Rijgedrag en aanhangertips ....168
Aanhanger trekken ..................168
Aanhangerstabilisatie ..............169Rijtips
Economisch rijden
Modus ECO De ECO-modus is een functie voor
een optimaal brandstofverbruik. Deze
is van invloed op het motorvermogen
en het koppel, het acceleratievermo‐
gen, de schakelindicatie, de verwar‐
ming, de airconditioning en de
stroomverbruikers.
Inschakelen

Rijden en bediening153een storing in het ABS. Controlelamp
F 3 100 kan ook oplichten op de
instrumentengroep samen met een
bijbehorend bericht op het Driver
Information Center. Het remsysteem
blijft zonder ingrepen van het ABS
werken.9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen de
neiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Als controlelampen u, F , R 3 100
en C 3 100 branden, is er een storing
in het remsysteem. Een bijbehorend
bericht verschijnt ook op het Driver
Information Center 3 104. Oorzaak
van de storing onmiddellijk door een
werkplaats laten verhelpen.
Boordinformatie 3 105.
Handrem9 Waarschuwing
Handrem altijd zonder indrukken
van de ontgrendelingsknop stevig
aantrekken, op op- of aflopende
hellingen altijd zo stevig mogelijk.
Om de handrem los te zetten, de
handremhendel iets optillen, de
ontgrendelingsknop indrukken en
de hendel helemaal omlaagzet‐
ten.
Trap om minder kracht te hoeven
uitoefenen bij het aantrekken van
de handrem tegelijkertijd het
rempedaal in.
Controlelamp R 3 100.
Parkeren 3 143.
Remassistentie Bij het snel en krachtig intrappen van
het rempedaal wordt automatisch met de maximale remkracht (noodstop)
geremd.
De druk op het rempedaal niet
verminderen, zolang er maximaal
geremd moet worden. Bij het loslaten
van het rempedaal wordt de
remkracht automatisch verminderd.
Tijdens een Autostop is remassisten‐ tie niet beschikbaar.
Stop-startsysteem 3 140.
Hellingrem Het systeem helpt ongewilde bewe‐
ging te voorkomen wanneer u vanop
een helling vertrekt.

241LLaadsysteem ............................. 100
Laadvloernet ................................. 81
Lampenkappen, beslagen ..........115
Leeslampen ............................... 117
Leeslampjes met LED's ..............115
Leeslamp vooraan ......................117
Lekke band ................................. 201
Lichtschakelaar .......................... 111
Lichtsignaal ................................ 112
Luchtinlaat ................................. 132
Luchtrecirculatie .................120, 206
M
Maximumsnelheidsbegrenzer ....160
Meldingen ................................... 105
Meters........................................... 93
Mistachterlicht ...104, 111, 115, 186
Mistlamp .................................... 104
Mistlampen .................111, 114, 182
Mistlampen voor ........................114
Modus ECO ................................ 134
Momentsleutel ............................ 192
Motoraanduiding .........................218
Motor afzetten ............................ 139
Motorgegevens .......................... 220
Motor-ID...................................... 218
Motorkap .................................... 172
Motorluchtfilter ............................ 174
Motorolie ............173, 214, 219, 229Motorolieadditieven ....................214
Motoroliedruk ............................. 102
Motoroliepeil .............................. 107
Motorolieviscositeitsindexen .......214
Motorremmomentregeling ..........155
Motor starten ........................ 18, 138
Muntenhouder .............................. 75
N Neerklapbare rugleuning midden. 77
Nieuwe auto inrijden ..................136
Noodontgrendeling achterklep .....36
O
Obstakeldetectiesystemen .........160
Olie ............................................. 173
Oliedruk ...................................... 102
Olie, motor .................. 173, 214, 219
Ontlaadbeveiliging accu ............118
Ontwasemen en ontdooien ..........16
Opbergruimte................................ 75
Opbergruimte plafond ..................80
Opbergruimte portierbekleding .....78
Opbergruimte voor........................ 77
Opbergvak .............................. 77, 78
Opbergvakken .............................. 75
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................75
Opbergvak onder passagiersstoel 78
Opschakelen............................... 101Opwarmen van de turbomotor ....138
Overzicht instrumentenpaneel .....11
P
Panne ......................................... 206
Parkeerhulp ............................... 160
Parkeerrem - zie Handrem .........153
Parkeren .............................. 19, 143
Park pilot met ultrasoonsensoren 160
Partikelfilter ................................. 144
Passagiersstoel middenvoor neerklappen .............................. 51
Pedalen ...................................... 135
Pollenfilter .................................. 132
Portieren ....................................... 33
Portier open ............................... 104
Portiersloten ................................. 26
Profieldiepte ............................... 197
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 236
REACH ....................................... 235
Regelbare instrumentenverlichting ...........115
Regeling stationair toerental .......139
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 235
Remassistentie .......................... 153
Rem- en koppelingsvloeistof ......214
Remmen ............................ 152, 176