186Verzorging van de autoRemmen
Wanneer de remvoering een mini‐
male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt.
Verder rijden is mogelijk maar laat de remvoeringen zo spoedig mogelijk
vervangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Bij het bijvullen schoon te werk gaan,
omdat verontreinigde remvloeistof
storingen in het remsysteem tot
gevolg kan hebben. Oorzaak van het
remvloeistofverlies door een werk‐
plaats laten verhelpen.
Alleen goedgekeurde remvloeistof
voor uw auto gebruiken.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 228.
Accu De starthulpaansluiting zit in de
motorruimte.
Starthulp gebruiken 3 219.
De accu van de auto is onderhouds‐
vrij mits uw rijstijl zo is dat de accu
voldoende wordt opgeladen. Bij korte
ritten en veelvuldig starten kan de
accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische
verbruikers.
Controlelampje p licht op als er een
storing in het laadsysteem is. Stop,
schakel de motor uit en roep de hulp
van een werkplaats in.
Laadsysteem 3 99.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan
vier weken achtereen stilstaat, kan de accu ontladen raken. Poolklem van
de minpool van de accu loskoppelen.
Verzorging van de auto1879Gevaar
Controleer of het contact geheel is
uitgeschakeld (de auto mag niet ineen Autostop staan) voordat u de
accu aansluit of loskoppelt.
Stop-startsysteem 3 139.
Accubeveiliging 3 117.
Accu blootleggen
De accu bevindt zich achter een plaat in de portierdrempel linksvoor. De
plaat verwijderen om toegang te krij‐
gen tot de accu.
Accu vervangen
Let erop dat de accu altijd door een
accu van dezelfde soort wordt
vervangen.
Roep de hulp van een werkplaats in
om de accu van de auto te laten
vervangen.
Stop-startsysteem 3 139.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
9 Gevaar
Voor voldoende ventilatie zorgen
bij het opladen van de accu. Er
bestaat gevaar voor ontploffing als gassen die tijdens het opladen
worden gevormd kunnen blijven hangen!
Starthulp gebruiken 3 219.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen: ● Geen vonken, open vuur en niet roken.
● Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen
aanleiding geven tot blindheid of
letsel.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
Verzorging van de auto201Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.SymboolCircuitZInfotainmentsysteem/
stoelverwarming/Driver
Information Center/audio‐
aansluitingen/alarm?StekkerdoosÌAanstekereInstrumentenpaneelUCentrale vergrendeling0InterieurverlichtingORichtingaanwijzers/
mistachterlichten/carros‐
serieregelmoduleDIAGDiagnosestekkeruABS/elektronisch stabili‐
teitsprogrammadInterieurverlichting/
remlichtenZCarrosserieregelmoduleSTOPRemlichtSymboolCircuitICarrosserieregelmodule/
elektrisch bediende ruiten/
verwarmings- en ventila‐
tiesysteem/airconditioningmVerwarmbare achterruit
linksnVerwarmbare achterruit
rechtsRVoorruitsproeiersMElektronische startbeveili‐
gingUVerwarmde stoelenFBLBochtverlichtinglHandsfree-aansluiting&TachograafPTOPTO (krachtafnemer)jClaxonÍVoorverwarming/diesel‐
brandstoffilterxAircoventilatordVerwarmbare buitenspie‐
gelsTStadslicht linksSymboolCircuitSStadslicht rechtsONavigatiesysteemADPExtra aanpassingen,Elektrisch bediende ruiten/
carrosserieregelmodule
Zekeringenkast in
bagageruimte
Combi
Achter het afwerkingspaneel aan de
rechterzijde van de bagageruimte,
naast de achterdeur.
Verzorging van de auto203Nr.Circuit1Stop-start2Elektromagneet slot elektrische
schuifdeur3Zoemer slot elektrische schuif‐
deur4Stand 2: ventilator verdamper
rechts5Stand 2: ventilator verdamper
links6Stand 1: ventilator verdamper
links7Verwarming links8Stand 3: ventilator verdamper
links9Ventilator condensor10Verwarming rechts11Stand 3: ventilator verdamper
rechts12Elektrische schuifdeur13Corridorverlichting14VoetpaneelNr.Circuit15Kinderwaarschuwingszoemer16Stand 1: ventilator verdamper
rechts
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.
Boordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
De krik, wielsleutel, adapters (om het reservewiel te verwijderen), wieldop‐
haak en het sleepoog zijn samen
opgeborgen onder de voorstoel.
Let op
Afhankelijk van de auto kunnen er
meerdere adapters voor het afne‐
men van het reservewiel zijn.
228Service en onderhouden: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
Servicedisplay 3 94.
Registraties Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐
tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een pluspunt is bij verkoop van de auto.Servicedisplay
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
De Service-display, in het Driver Information Center, geeft de
volgende onderhoudsbeurt aan. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Servicedisplay 3 94.
Peilsensor motorolie 3 94.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
260TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............228, 233
Aanduidingen op banden ..........205
Aanhangerkoppeling ..................176
Aanhangerstabilisatie ................177
Aanhanger trekken ....................176
Aanraakscherm .......................... 104
Aansteker .................................... 91
Absorptive Glass Mat-accu......... 186
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 180
Accu ................................... 186, 219
Accu, starthulp gebruiken ...........219
Achteras met gedeeltelijke blokkering ................................ 163
Achterdeuren ............................... 32
Achterlichten .............................. 194
Achterruitverwarming ................... 41
Achterste zijruiten ........................40
Achteruitkijkcamera ...................169
Achteruitrijlens achter ...................40
Achteruitrijlichten .......................114
Adaptief rijlicht (AFL) .........113, 192
AdBlue ........................ 101, 146, 228
AdBlue-meter................................ 93
AdBlue-tank ................................ 250
Afmetingen auto ........................242
Afstandsbediening ........................21
Airbag deactiveren ....................... 62Airbag-deactivering ...................... 98
Airbag en gordelspanners ...........98
Airbaglabel.................................... 58
Airbagsysteem ............................. 58
Airconditioning ........................... 119
Airconditioning achterin .............125
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 134
Alarmknipperlichten ...................113
Algemene informatie .................. 176
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 136
Andere auto slepen ...................222
Antiblokkeersysteem .................158
Antiblokkeersysteem (ABS) .......100
Antidiefstalbouten .......................213
Antivries ...................................... 183
Armsteun ..................................... 50
Asbakken ..................................... 91
Autogegevens ............................ 233
Automatische verlichting ............ 110
Automatisch vergrendelen ......23, 27
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 223
Auto slepen ................................ 221
Auto stallen ......................... 180, 186
Autostop ....................... 17, 138, 139
Auto wassen ............................... 223
264Remvloeistof ...................... 186, 228
Reparatie ongevalschade ...........257
Reservewiel ............................... 216
Richtingaanwijzer ........................98
Richtingaanwijzers ..................... 113
Richtingaanwijzers vooraan ......193
Ritverslag.................................... 106
Roetfilter .................................... 145
Ruitbescherming........................... 81
Ruiten ........................................... 39
Rijgedrag en aanhangertips ......176
Rijhoogte .................................... 143
Rijregelsystemen ................161, 163
Rijverlichting ........................ 12, 103
S
Schakel motor uit ........................100
Scheidingsrooster bagageruimte ..81
Schuifdeur ................................... 28
Selectieve katalysatorreductie ....146
Service ............................... 134, 226
Service-display ......................94, 99
Service-indicatie .......................... 99
Service-informatie ...................... 226
Sjorogen ...................................... 77
Sleepoog .................................... 221
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................210
Snelheidsbegrenzer .............92, 167Snelheidsmeter ............................ 92
Spanbanden ................................. 77
Spiegels .................................. 36, 38
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................185
Stadslichten ................................ 110
Startbeveiliging ............................ 36
Starten en bedienen ...................137
Starthulp gebruiken ...................219
Stoelpositie .................................. 45
Stoelverstelling ........................7, 46
Stoelverwarming ........................... 50
Stop/Start-systeem ...............17, 139
Stop-startsysteem....................... 103
Storing ....................................... 158
Storingsindicatielamp ..................99
Stroomonderbreking ..................158
Sturen ......................................... 136
Stuurbedieningsknoppen .............86
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......184
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 86
Symbolen ....................................... 4
T
Tachograaf ......................... 103, 108
Tanken ....................................... 174
Technische gegevens ........233, 234
Te laag brandstofpeil .................102
Toerenteller ................................. 93Top-Tether.................................... 64
Traction Control .........................161
Trekhaak .................................... 177
Trekken....................................... 176
Trekken van een aanhanger ......176
Trekstang.................................... 176
Tripcomputer ............................. 106
Typeplaatje ................................ 232
U Uitlaatgassen .............................. 145
Uitrol-brandstofafsluiter .............139
Uitstapverlichting .......................117
Uittrekbare handrem ...................159
USB-aansluiting ............................ 90
Uw autogegevens ..........................3
V
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 209
Vaste luchtroosters ....................133
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................54
Veiligheidsnet .............................. 81
Velgen en banden .....................204
Ventilatie ..................................... 118
Ventilatieopeningen ....................132
Verbanddoos ............................... 82
Vergrendelingssysteem ...............34
Verlichting ................................... 110
Verlichtingsfuncties..................... 117