Page 137 of 167
Inleiding137Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 138 of 167
138InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 139 of 167

Inleiding1391X......................................... 141
Indien uitgeschakeld: kort
indrukken: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 RADIO
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...147
3 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......153
4 t
Radio: kort indrukken:
naar vorige station;
ingedrukt houden: omlaag
zoeken ................................ 147
Externe apparaten: kort
indrukken: naar vorige
track; ingedrukt houden:
snel achteruit ....................... 1535 v
Radio: kort indrukken:
naar volgende station;
indrukken en vasthouden:
omhoog zoeken ..................147
Externe apparaten: kort
indrukken: volgende track
indrukken en vasthouden:
snel vooruit .......................... 153
5 PHONE
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........156
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 155
6 BACK
Menu: een niveau terug ......143
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......1437 MENU ................................. 143
Draaien: schermtoetsen of menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menuoptie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingsspecifiek
menu (indien beschikbaar)
8 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 148
Menu: indrukken:
desbetreffende
schermtoets selecteren .......143
9 FAV
Indrukken: favorietenbalk
weergeven .......................... 148
Page 140 of 167

140InleidingAudioknoppen op stuurwiel
1qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 156
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 159
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: kort indrukken:
omschakelen tussen
gesprekken ......................... 159
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 155
2 SRC (bron).......................... 141
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 141
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 147
Bij actieve telefoonportal
en geopende
gesprekslijst: omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 159
3 w
Volume verhogen ................141
4 ─
Volume verlagen .................141
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........159
of gesprekslijst sluiten .........159of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 155
of mute in-/uitschakelen ......141
Page 141 of 167

Inleiding141GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 138
● audioknoppen op het stuurwiel 3 138
● de spraakherkenning 3 155
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellenDraai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 144.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 144
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of van frequentiebe‐ reik te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 147.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 152.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐ systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
Page 142 of 167
142InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 159.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 157.
Page 143 of 167

Basisbediening143BasisbedieningBasisbediening.......................... 143
Geluidsinstellingen ....................143
Volume-instellingen ...................144
Systeeminstellingen ...................144Basisbediening
Bedieningspaneel
MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de
menu's.Draaien: ● om een schermtoets of menu‐ optie selecteren
● om door een lijst met menuopties
te bladeren
● om een instelwaarde te wijzigenIndrukken: ● om een geselecteerde scherm‐ toets of menuoptie te activeren
● om een gewijzigde instelwaarde te bevestigen
● om naar een andere insteloptie over te schakelen
● om het toepassingsspecifieke submenu weer te geven
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐
toets of een menuoptie beschreven
als "...selecteer /
".
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's
op BACK om naar het eerstvolgende
hogere menu terug te gaan.
Druk bij het invoeren van cijfers op
BACK om het laatst ingevoerde letter‐
teken te wissen.
Softkeys
Druk op een van de softkeys om de favoriet of functieschermtoets direct
boven de desbetreffende softkey te
activeren.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐
toets of een menuoptie beschreven
als "...selecteer /
".
Geluidsinstellingen
In het menu Geluidsinstellingen kunt
u voor elke audiobron afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Page 144 of 167

144BasisbedieningDruk op MENU, selecteer Indstillinger
(Settings) en vervolgens Geluidsin‐
stellingen om het menu Geluidsinstel‐
lingen te openen.
Lage, middelhoge en hoge toneninstellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Wijzig en bevestig de instelling.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer Fade.
Wijzig en bevestig de instelling.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteerBalans .
Wijzig en bevestig de instelling.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer).De EQ-opties bieden voor de desbe‐ treffende muziekstijl geoptimali‐
seerde voorkeursinstellingen voor de
lage, middelhoge en hoge tonen.
Draai aan MENU om van optie te
wisselen en druk vervolgens op
MENU om de instelling te bevestigen.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op MENU om het desbetref‐
fende audiomenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Indstillinger (Settings) .
Selecteer Autom. volumeregeling .
In het getoonde menu kunt u de func‐
tie Autom. volumeregeling deactive‐
ren of de mate van volumeaanpas‐
sing selecteren.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste optie.Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op MENU om het desbetref‐
fende audiomenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Indstillinger (Settings) .
Selecteer Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven.
De desbetreffende instelling wordt
door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
Diverse instellingen en aanpassingen
voor het infotainmentsysteem kunnen in het instellingenmenu worden
geconfigureerd.