Verzorging van de auto217Accu
De accu van de auto is onderhouds‐ vrij als het rijgedrag zodanig is dat
deze voldoende wordt opgeladen.
Door korte ritten en vaak starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische
verbruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan vier
weken achtereen stilstaat, kan de
accu ontladen raken. Poolklem van
de minpool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
keld contact aansluiten en loskoppe‐
len.
Ontlaadbeveiliging van accu 3 126.
Accu vervangen
Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling of versto‐
ring van het stop-start-systeem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐ roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Zorg dat de accu altijd wordt vervan‐
gen door hetzelfde type accu.
Laat de accu van de auto vervangen
door een werkplaats.
Stop/Start-systeem 3 145.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 237.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
271Portier open ............................... 102
Prestaties ................................... 254
Profieldiepte ............................... 229
Q Quickheat ................................... 136
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 267
REACH ....................................... 261
Regelbare instrumentenverlichting ...........124
Regensensor .............................. 102
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 266
Remassistentie .......................... 159
Rem- en koppelingssysteem .......98
Rem- en koppelingsvloeistof ......245
Remmen ............................ 157, 216
Remvloeistof .............................. 216
Reparatie ongevalsschade .........261
Reservewiel ............................... 236
Richtingaanwijzer ........................96
Richtingaanwijzers ..................... 122
Roetfilter ............................. 100, 148
Rolschermen ............................... 44
Ruiten ........................................... 40
Rijgedrag en aanhangertips ......206
Rijverlichting ........................ 12, 101S
Schakelen ..................................... 99
Schakel motor uit ..........................98
Selectieve katalysatorreductie ....149
Selectieve ride control ................161
Service ............................... 138, 244
Service-display ............................ 94
Service-informatie ...................... 244
Sjorogen ...................................... 76
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................230
Snelheidsbegrenzer ...........102, 167
Snelheidsmeter ............................ 93
Software-update .........................265
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 164
Sproeiervloeistof ........................216
Startbeveiliging ............................ 38
Starten en bedienen ...................140
Starthulp gebruiken ...................237
Stoelpositie .................................. 48
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming ........................... 53
Stoelverwarming, achter ...........54
Stop/Start-systeem .....................145
Storing ....................................... 155
Storingsindicatielamp ..................97
Stroomonderbreking ..................155
Stroomspaarmodus ....................142Sturen......................................... 140
Stuurbedieningsknoppen .............82
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 82
Symbolen ....................................... 4 Systeemcontrole ........................... 98
T
Tanken ....................................... 204
Te laag brandstofpeil .................101
Toerenteller ................................. 93
Trekhaak .................................... 207
Trekken............................... 206, 239
Trekstang.................................... 206
Typeplaatje ................................ 248
U Uitlaatgassen ............................. 148
Uitrol-brandstofafsluiter .............144
Uitstapverlichting .......................126
Ultrasoonparkeerhulp .................182
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 104
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 229
Vaste luchtroosters ....................137
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................54
Veiligheidsnet .............................. 76