Page 157 of 275

Rijden en bediening155In de handmatige modus wordt er bij
hoge toerentallen niet automatisch
naar een hogere versnelling opge‐ schakeld.
Aanduiding versnelling
Het symbool R of S met een cijfer
ernaast verschijnt wanneer schake‐
len omwille van het brandstofverbruik wordt geadviseerd.
Aanduiding om te schakelen
verschijnt alleen in de handgescha‐
kelde modus.
Elektronische rijprogramma's
● Het bedrijfstemperatuurpro‐ gramma brengt de katalysator na
een koude start snel op tempera‐
tuur door het motortoerental te
verhogen.
● Speciale programma's passen bij
klimmen en dalen de schakelmo‐
menten automatisch aan.
● Bij sneeuw of ijs of een ander glad oppervlak, kan de bestuur‐
der handmatig de eerste, tweedeof derde versnelling van de elek‐
tronische transmissieregeling
kiezen alvorens weg te trekken.
Kickdown
Bij intrappen van het gaspedaal voor‐ bij het kick-downpunt accelereert deauto ongeacht de geselecteerde
rijmodus maximaal. De versnellings‐
bak schakelt afhankelijk van het
motortoerental naar een lagere
versnelling.
Storing
Bij een storing verschijnt er een
bericht op het Driver Information
Center. Boordinformatie 3 106.
De elektronische versnellingsbakre‐ geling staat alleen de derde versnel‐
ling toe. De versnellingsbak schakelt
niet langer automatisch.
Niet sneller rijden dan 100 km/u.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking kan dekeuzehendel niet uit stand P worden
gehaald. U kunt de contactsleutel niet
uit de contactschakelaar verwijderen.
Bij een lege accu hulpstartkabels
gebruiken 3 237.
Is de accu niet de oorzaak van de
storing, ontgrendel dan de keuzehen‐
del.
1. Zet de parkeerrem aan.
2. Maak de bekleding van de keuze‐
hendel los van de middenconsole.
Steek een vinger in de leren mof
onder de keuzehendel en duw de
bekleding naar boven.
Page 158 of 275

156Rijden en bediening3. Duw de knop omlaag en haal dekeuzehendel uit P. Oorzaak van
de stroomonderbreking door een werkplaats laten verhelpen.
4. Breng de kap van de keuzehendel
weer op de middenconsole aan.Handgeschakelde
versnellingsbak
Trap om de achteruitversnelling in te
schakelen bij een 6-traps versnel‐ lingsbak op het koppelingspedaal,
haal de ring onder de schakelhendel
omhoog en haal de hendel helemaal
naar links en naar voren.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan koppeling in de
neutrale stand laten opkomen,
koppeling weer intrappen en
nogmaals schakelen.
Laat de koppeling niet onnodig slip‐
pen.
Bij bediening het koppelingspedaal
helemaal intrappen. Uw voet niet op
het pedaal laten rusten.
Wanneer het systeem gedurende een bepaalde tijd koppelingsslip waar‐
neemt, wordt het motorvermogen
verlaagd. U ziet een waarschuwing
op het Driver Information Center. Laat
de koppeling los.Voorzichtig
Rijd bij voorkeur niet met de hand
voortdurend op de selectorhendel.
Aanduiding versnelling 3 99.
Stop/Start-systeem 3 145.
Page 191 of 275

Rijden en bediening189●De richting waarin u rijdt om in te
parkeren.
● Het verzoek tot inschakelen van de achteruit- of eerste versnel‐ling.
● Het verzoek tot stoppen of tot langzaam rijden.
● Het goed inparkeren, aangege‐ ven door een pop-upsymbool en
een akoestisch signaal.
● Het annuleren van een inpar‐ keermanoeuvre.
Uitschakelen
De actuele parkeermanoeuvre is te
annuleren met een druk op de knop
waarmee u teruggaat naar het voor‐
gaande scherm van het Colour-Info-
Display. Druk om het systeem hele‐
maal te deactiveren op ¼ op de
middenconsole.
Het systeem wordt automatisch
gedeactiveerd:
● bij uitschakeling van het contact● bij het uitvallen van de motor● als u niet binnen 5 minuten na selectie van een bepaalde
parkeermanoeuvre aan de
manoeuvre begint
● bij langdurige stilstand van de auto tijdens een manoeuvre
● als de elektronische stabiliteits‐ regeling (ESC) wordt getriggerd
● als de rijsnelheid de aangegeven
limiet overschrijdt
● wanneer de bestuurder de stuur‐
wielbeweging afbreekt
● na 4 manoeuvreercycli (een manoeuvreercyclus bestaat uiteen beweging achteruit en een
beweging vooruit)
● bij het openen van het bestuur‐ dersportier
● als een van de voorwielen in contact komt met een obstakel
● wanneer het inparkeren is gelukt
Wanneer u het systeem deactiveert of wanneer het systeem zichzelf
deactiveert tijdens het inparkeren,
geeft het display dit aan. Ook klinkt er een akoestisch signaal.Het systeem wordt automatisch uitge‐
schakeld bij aansluiting van een
aanhanger op het elektrische
systeem van de auto.
Neem contact op met de dealer om
het systeem voor langere tijd uit te
schakelen.
Storing
Bij een storing verschijnt er een
bericht op het Colour-Info-Display en
klinkt er een geluidssignaal.
Bij een storing in de stuurbekrachti‐
ging licht H op en verschijnt er een
bericht op het Driver Information
Center.9 Waarschuwing
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen reflecterende oppervlak‐
ken van uiteenlopende aard op
voorwerpen of kleding evenals