Radio291.MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Verkeersinformatie op het display
verschijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie
Verkeersinformatie AAN of
Verkeersinformatie UIT
Bij het activeren van RDS
verschijnt TA op het display.
Na het activeren van de functie TA
kunt u:
● alleen zoeken naar RDS-zenders
op het golfbereik FM die verkeersinformatie meezenden
● verkeersinformatie ontvangen tijdens het gebruik van de cd-/
mediaspeler
● verkeersinformatie ontvangen op
een voorgeprogrammeerd mini‐
mumvolume, zelfs bij uitgescha‐
keld radiovolume
Na het activeren van de functie TA en
bij de cd-/mediaspeler in de modus
mute/pauze wordt de functie
mute/pauze genegeerd en begint hetautomatisch afstemmen op een
zender die verkeersberichten
meezendt.
Na afloop van de verkeersberichten werkt de functie mute/oauze weer.
Bij een verkeersbericht kan het
volume hoger dan normaal zijn. Na
afloop van de verkeersberichten is
het volume weer normaal.
Modus Verkeersinformatie (TP)
Met de functie TP kan de gebruiker
zoeken op zenders die alleen regel‐
matig verkeersberichten uitzenden 1)
.
Na het activeren van deze functie
verschijnt TP op het display.
In sommige landen zijn er radiozen‐
ders die zelfs na het activeren van de
functie TP geen verkeersinformatie
uitzenden.
Modus Regionaal (REG)
Soms zenden RDS-zenders op
verschillende frequenties program‐ ma's uit die regionaal van elkaar
verschillen.Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
REG op het radio met cd-speler
audiosysteem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat REG op het display
verschijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie REG AAN of
REG UIT
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
Regionaal op het radio met cd / mp3-
speler audiosysteem te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Regionaal op het display
verschijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie Regionaal AAN
of Regionaal UIT
Als de REG-modus geactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar
frequenties van de momenteel
ontvangen RDS-zender met
hetzelfde regionale programma.1) Alleen radio met cd / mp3-speler .
Cd-speler31Cd-spelerAlgemene informatie....................31
Gebruik ........................................ 32Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's afspelen.
Alleen radio met cd / mp3-speler : De
cd-speler kan ook mp3-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
● Cd-rom ( radio met cd-speler ).
● Cd-rom, cd-r en cd-rw ( radio met
cd / mp3-speler ).
Het systeem is geschikt voor de
volgende samplingfrequenties voor
mp3 cd's (alleen radio met cd / mp3-
speler ):
● 44,1 kHz, stereo (96 - 320 kbps)
● 22,05 kHz, mono of stereo (32 - 80 kbps)
● Variabele bitsnelheden ( VBR)
Gebruikte cd-r's en cd-rw's moeten
conform specificatie ISO9660
gebrand zijn.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden
mogelijk niet correct of zelfs hele‐ maal niet afgespeeld.
● Bij Mixed-Mode-cd’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. mp3) worden alleen de mp3-
audiotracks herkend en afge‐
speeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte
manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's; zie hieronder.
32Cd-speler● Zorg dat er bij het wisselen vancd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospe‐
ler binnen in het apparaat vies
maken en storingen veroorza‐
ken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
De volgende beperkingen gelden
voor mp3 cd's (alleen radio met cd /
mp3-speler ):
● Alleen mp3-bestanden kunnen worden gelezen. Andere gecom‐
primeerde audiobestandsindelin‐
gen kunnen niet worden afge‐
speeld.
● Als de mp3-bestanden op een cd-r of cd-rw in submappen zijn
gestructureerd, is de structuur
gecomprimeerd tot een enkel‐laagsstructuur waarin submap‐
pen op het niveau van de hoofd‐
mappen staan.
Gebruik
Cd afspelen starten Radio met cd-speler:
Schakel het infotainmentsysteem in en duw de cd met de bedrukte zijdenaar boven in de cd-sleuf totdat deze
erin getrokken is: het afspelen van de cd start automatisch.
Als er al een cd in de module zit, drukt
u op de toets SRC: cd-weergave
wordt gestart en de cd-track gaat
verder op hetzelfde punt waar deze
was gestopt.
Als u op de toets SRC drukt zonder
dat er een cd aanwezig is, verschijnt
Geen cd op het display. Als dit bericht
verschijnt, wordt de geluidsonder‐
drukkingsfunctie automatisch geacti‐ veerd. Het geluidssysteem gaat dan
automatisch weer verder naar de
radiomodus.Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets _ of 6 één of meerdere
malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets _ of 6 ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van
de huidige audiotrack.
Pauze
Onderbreek de cd-weergave door
kort op de draaiknop ON/OFF te druk‐
ken. Op het display verschijnt Pauze.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet
wijzigen.
Druk op de ON/OFF draaiknop om te
deactiveren.
U kunt de pauzefunctie ook deactive‐ ren door de audiobron te wijzigen.
Cd-speler33CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt
de volgende informatie op het
display:
● T1 (track 01): toont het nummer
van de track op de cd
● 0:42 : toont de tijd die is verstre‐
ken sinds het starten van de track
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt deze na korte tijd
automatisch weer naar binnen
getrokken. Het geluidssysteem gaat
dan automatisch weer verder naar de
radiomodus.
Radio met cd / mp3-speler:
Schakel het Infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde
naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin getrokken is.
Tijdens het laden van de cd verschijnt
Cd lezen op het display. Na het lezen
van de informatie op de cd start de cd-
weergave automatisch.Als er al een cd in het Infotainment‐ systeem zit, drukt u op de toets
MEDIA op het Infotainmentsysteem
of de knop SRC/OK op het stuurwiel:
de cd-weergave gaat verder op
hetzelfde punt waar deze was
gestopt.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets k of l één of meer‐
dere malen kort in.
Een album of een track selecteren -
mp3 cd
Druk op de toets R of S om albums/
mappen enz. te selecteren.
Druk op de toets k of l om een
nummer van de albums/mappen enz.
te selecteren.Snel vooruit of achteruit
Houd de toets k of l ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van de huidige audiotrack.
Mute / pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de toets MUTE te drukken. Op
het display verschijnt Pauze.
Druk opnieuw op de toets MUTE om
te deactiveren.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt de volgende informatie op het display
als de betreffende menufunctie is
geselecteerd:
● CD Track 5 (track 05): toont het
nummer van de track op de cd
● 0:42 : toont de tijd die is verstre‐
ken sinds het starten van de track
Mp3-cd-tekstinformatie (ID3-tag)
De mp3 (ID3-TAG)-informatie (bijv.
titel van nummer, naam van artiest,
naam van album enz.) op de cd kan
op het display worden getoond. Bij
AUX-ingang35AUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............35
Gebruik ........................................ 35Algemene aanwijzingen
Radio met cd / mp3-speler
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijv. een draag‐ bare cd-speler met een 3,5 mm-stek‐
ker aan te sluiten op de AUX-ingang.
Gebruik
Druk op het Infotainmentsysteem
meerdere malen op de toets MEDIA
om de AUX-modus te activeren en
schakel het externe audioapparaat in.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat
aansluit of loskoppelt, bijv. een
draagbare cd-speler, schakelt u
de speler en het infotainment-
systeem uit om problemen met de
geluidskwaliteit en mogelijke
schade aan de apparatuur te voor‐ komen.
Een audiobron die is aangesloten opde AUX-ingang werkt alleen via de
bedieningsorganen op de audiobron
zelf. Met de bedieningsorganen op
het Infotainmentsysteem kunt u niet
naar een andere track, map of
afspeellijst gaan.
De naam van de artiest of het
nummer wordt niet op het display
weergegeven.
38USB-poortHarddiskdrives (HDD) worden niet
ondersteund.Externe audioapparaten en USB-
drives
De USB-poort ondersteunt de
volgende audio-indelingen:
● WMA : ondersteunt normen WMA
versie 1 en WMA versie 2.
● MP3: MPEG-1 Layer 3 - samplingfrequenties 32 kHz,
44,1 kHz en 48 kHz.
MPEG-2 Layer 3 - samplingfre‐
quenties 16 kHz, 22,05 kHz en
24 kHz.
Ondersteunde bitsnelheden:
16 kbps, 32 kbps, 64 kbps,
96 kbps, 128 kbps en 192 kbps.
MP2.5 extensie (samplingfre‐
quenties 8 kHz, 11,025 kHz en
12 kHz) wordt ook ondersteund.
● WAV: digitale audio-indeling zonder compressie.
● AAC / MP4 / M4A: samplingfre‐
quenties tussen 22,05 kHz en
48 kHz.
Ondersteunde bitsnelheden:
8 kbps tot 529 kbps.MP3, WMA, MP4, M4A- en AAC-
indelingen bevatten multimedia-infor‐
matie, WAV-bestanden niet. Bij
herkende indelingen kan het zo zijn
dat er geen multimedia-informatie is
ingevoerd in een bestand waarbij dat
wel mogelijk is. In dat geval kunt u
alleen per map door audiobestanden
bladeren.
USB-apparaten met een wacht‐
woordfunctie worden niet aanbevo‐
len. Als uw USB-apparaat deze func‐ tie heeft, controleer dan altijd of deze
gedeactiveerd is.
De mediaspeler ondersteunt alleen de gespecificeerde indelingen en
ondersteunt niet met DRM (Digital
Rights Management) beveiligde audi‐
obestanden. Eventuele niet-onder‐
steunde audiobestanden op het USB-
apparaat worden genegeerd.
De mediaspeler is compatibel met de meeste USB 1.0, 1.1 -of 2.0-gege‐
vensopslagapparaten.
De mediaspeler ondersteunt afspeel‐
lijstextensies, .m3u en wpl . De media‐
speler ondersteunt niet geneste of
verbonden afspeellijsten. Zowel rela‐tieve als absolute paden naar
nummers in de afspeellijsten worden
ondersteund.
Door een iPod gegenereerde afspeel‐
lijsten worden niet ondersteund.
iPod optimaliseren
Voor het optimaliseren van de
aansluiting van uw iPod met het Info‐
tainmentsysteem voert u de volgende
eenvoudige handelingen op uw iPod
uit:
● Configureer de iPod voor gebruik
als een externe schijf. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
iPod
● Als de configuratie is gemaakt op
een Apple-computer, configu‐
reert u deze op een Windows-pc
● Sla de muziektracks op als audi‐ obestanden die compatibel met
het Infotainmentsysteem zijn
Deze handelingen beïnvloeden de
geluidskwaliteit of bruikbaarheid van
de iPod-tracks niet nadelig.
USB-poort39Opgeslagen
audiobestanden afspelen
De mediaspeler registreert het
aansluiten van een USB-audioappa‐ raat op de USB-poort. Na het inscha‐
kelen van het contact wordt er een
library aangemaakt en automatisch
weergegeven.
De mediaspeler heeft slechts één
library. Bij het aansluiten van een
nieuw USB-apparaat wordt er in
plaats van de bestaande library een
nieuwe aangemaakt.
Na het aansluiten kunt u het externe audioapparaat alleen met de stuurbe‐ dieningsknoppen, de toetsen van het
Infotainmentsysteem en gesproken
opdrachten bedienen.
Bedieningsorganen Infotainment 3 8.
Stuurbedieningsknoppen 3 8.
Stemherkenningssysteem 3 42.Bediening van displayscherm
Met de stuurbedieningsknoppen door menuopties op het display bladerenen geselecteerde opties bevestigen:
● Druk op R of S om door de
menuopties op het display te
bladeren.
● Druk op SRC/OK om geselec‐
teerde opties te bevestigen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Weergave starten
Ga als volgt te werk om de audiobron
in mediaspeler te veranderen:
● MEDIA -toets op het infotain‐
mentsysteem indrukken.
- of -
● Druk meerdere malen op de knop
SRC/OK van de stuurbedie‐
ningsknoppen.
Na het activeren van de mediaspeler
start de weergave automatisch als
Auto play ingeschakeld is.Let op
Wij raden u aan om de automatische afspeelfunctie in te schakelen, zodat audiotracks bij het inschakelen van
het contact automatisch worden
afgespeeld.
Als Auto play uitgeschakeld is, kunt u
de weergave met de stemherken‐
ningsfunctie starten:
1. Druk op s en wacht op het
geluidssignaal.
2. Zeg " Spelen".
Stemherkenningssysteem 3 42.
Volgende / vorige track
selecteren
Volgende / vorige track selecteren
tijdens weergave van een track op de
mediaspeler:
● Druk op het stuurwiel op de knop
R of S.
- of -
● Druk op het Infotainmentsysteem
op de toets _ of 6.
40USB-poortVolume aanpassenPas het volume van de mediaspeler
als volgt aan:
Druk op de stuurbedieningsknoppen
op < of ].
Pauze / einde pauze
Laat de mediaspeler als volgt pauze‐
ren:
● Druk op het stuurwiel op de knop
à / q
- of -
● Druk op het Infotainmentsysteem
op de toets MUTE.
Beëindig de pauze van de mediaspe‐ ler als volgt:
● Druk opnieuw op de knop à / q
- of -
● Knop MUTE opnieuw indrukken.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet wijzigen.Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Ga als volgt te werk om tracks tijdelijk in een willekeurige volgorde af te
spelen:
1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer MEDIA PLAYER en
druk op SRC/OK .
3. Selecteer Willekeurig en druk op
SRC/OK .
Selecteer een categorie (bijv.
artiesten, albums, genres)
Ga als volgt te werk om alle tracks in
een specifieke categorie te selecte‐
ren en af te spelen:
1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer MEDIA PLAYER en
druk op SRC/OK .
3. Selecteer met R of S één van de
onderstaande categorieën:
ARTIESTEN
ALBUMS
GENRES
PLAYLISTMAPPEN
4. Druk op SRC/OK om de geselec‐
teerde optie te bevestigen.
5. Blader met R of S door de
beschikbare opties in de gekozen categorie en selecteer ALLES.
- of -
Blader met R of S door de
beschikbare opties in de gekozen
categorie en selecteer een speci‐
fiek(e) track/album enz.
6. Druk op SRC/OK om de weer‐
gave te starten.
Instellingen mediaspeler U hebt de keuze uit de onderstaande lijst met standaardinstellingen voor de
mediaspeler:
● WILLEKEURIGE VOLGORDE .
● Steeds opnieuw .
● AFSPELEN .