Page 162 of 177

162Telefoon4. Het infotainmentsysteem en hetapparaat zijn gekoppeld. Het tele‐foonmenu verschijnt.
5. Indien aanwezig op het Bluetooth-
apparaat, worden het telefoon‐
boek en de bellijsten naar het info‐ tainmentsysteem gedownload.
Bevestig indien nodig de melding
op uw smartphone.
Let op
Om de contacten door het infotain‐
mentsysteem te laten lezen, moeten
ze zijn opgeslagen in het telefoon‐
geheugen van de mobiele telefoon.
Een ander apparaat koppelen
Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .
Druk op Toevoegen om het koppe‐
lingsproces van een ander apparaat
te starten.
Ga verder met stap 2 van "Het eerste apparaat koppelen" (zie hierboven).
Een gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .Kies het gewenste apparaat en selec‐
teer Verbinden .
Zo nodig wordt de verbinding met het
huidige apparaat verbroken. Het
geselecteerde apparaat wordt
verbonden.
Een apparaat loskoppelen
Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .
Kies het apparaat dat momenteel is
verbonden en selecteer Verbreken.
De verbinding met het apparaat wordt
verbroken.
Een apparaat wissen Druk op PHONE, blader door de lijst
en selecteer Bluetooth-apparaten .
Kies het apparaat dat u uit de appa‐ ratenlijst wilt verwijderen en selecteer
Wissen .
Het apparaat is gewist.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
Page 163 of 177

Telefoon163gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het perso‐ neel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer
Toetsen . Het toetsenblok verschijnt.
Draai aan MENU om het cijfer dat u
wilt invoeren te markeren en druk op
MENU om het betreffende cijfer te
selecteren. Voer het gewenste
nummer in.
Selecteer k of druk op BACK om
cijfers te verwijderen.
Selecteer Bel om het telefoongesprek
te initiëren.
Contacten
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer Contactpersonen . De
contactenlijst wordt getoond.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste contactpersoon. De
contactpersoon wordt weergegeven.
Selecteer een van de onder het
contact opgeslagen telefoonnum‐
mers. Het nummer wordt gebeld.
Page 164 of 177

164TelefoonGesprekkenlijsten
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu weer te geven.
Selecteer Recente gesprekken . De
recente gesprekkenlijst wordt weer‐ gegeven.
Selecteer Gemist, Ontvangen of
Verzonden , afhankelijk van de
oproep die u zoekt.
Selecteer een van de telefoonnum‐
mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Inkomend telefoongesprek
Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met de
naam of nummer van de beller.Selecteer Aannemen om het gesprek
aan te nemen.
Telefoongesprek afwijzen
Oproep weigeren: selecteer
Negeren in het bericht.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek wordt het gespreksscherm weergegeven.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer Einde om het gesprek te
beëindigen.
Microfoon uitschakelen
Selecteer Dempen om de microfoon
tijdelijk te deactiveren.
De schermtoets verandert in Demp
niet .
Selecteer Demp niet om de microfoon
weer te activeren.
Handsfree-functie uitschakelen
Selecteer Handset om het gesprek op
uw mobiele telefoon te vervolgen.
De schermtoets verandert in
Handsfree .
Selecteer Handsfree om de hands‐
free-functie weer te activeren.
Tweede inkomende oproep
Als een tweede gesprek binnenkomt,
verschijnt er een ander bericht met de naam van de beller of het nummer.
Selecteer Wisselen om het telefoon‐
gesprek te beantwoorden en het eerste gesprek in de wacht te zetten.
Oproep weigeren: selecteer
Negeren in het bericht.
Tussen telefoongesprekken
schakelen
Druk op PHONE of qw op de audio‐
knoppen van het stuurwiel om tussen de twee gesprekken te wisselen.
Op het display verschijnt informatie
over het huidige gesprek.
Page 172 of 177
172TelefoonhouderTelefoonhouderTelefoonhouder......................... 172Telefoonhouder
Algemene aanwijzingen
De telefoonhouder is op een
voedingsconnector aangesloten
(PowerFlex Bar).
Meer informatie over de voedings‐ connector treft u aan in de Gebrui‐ kershandleiding.
Op de telefoonhouder kunnen smart‐
phones met de volgende afmetingen
worden aangesloten:
● hoogte: tot 158,5 mm
● breedte: 57 tot 78 mm
● dikte: 6 tot 11 mm9 Waarschuwing
Met de telefoonhouder verbonden
toestellen moeten zodanig worden
gebruikt dat de bestuurder niet
wordt afgeleid en dat de verkeers‐ veiligheid op geen enkel moment
in het geding komt. Houd u altijd
aan de betreffende wet- en regel‐
geving van het land waarin u rijdt.
Deze wetgeving kan verschillen
van de informatie in deze handlei‐
ding. Zet bij twijfel uw auto aan de
kant en bedien de apparatuur
terwijl u stilstaat.
Page 173 of 177
Telefoonhouder173Voorzichtig
Laat de mobiele telefoon niet in de
telefoonhouder achter bij het
verlaten van de auto, om diefstal
te voorkomen.
Gebruik
De telefoonhouder aanpassen aan de afmetingen van de smartphone
1. Druk op beide beugels (1) aan de
achterkant om de klemmen voor
de breedteverstelling te ontgren‐
delen. Trek ze naar buiten.
2. Druk op de knop (2) linksboven aan de zijkant om de klem voor de
hoogteverstelling te ontgrende‐
len.
3. Plaats de smartphone.
4. Pas de breedte van de telefoon‐ houder aan op de breedte van de
telefoon door de klemmen naar
elkaar toe te drukken.
Telefoonhouder aansluiten op de
voedingsconnector
1. Druk op de ontgrendelknop (3) om
de borgklemmen (4) te ontgren‐
delen.
Page 174 of 177
174Telefoonhouder
2.Bevestig de telefoonhouder op de
voedingsconnector en druk op
beide borgklemmen (4) om de
houder te vergrendelen.
Telefoon in de telefoonhouder
plaatsen
1. Druk op de knop (2) om de klem
te ontgrendelen.
2. Plaats de smartphone op zoda‐ nige wijze dat de voeding van de
smartphone toegankelijk is en dat er geen knoppen worden inge‐
drukt.
3. Druk de klem naar beneden.
Smartphone aansluiting op de
voeding
Page 175 of 177
Telefoonhouder175Sluit de smartphone aan op de tele‐
foonhouder met de daartoe bestemde aansluitkabel. Als accessoire zijn
verschillende uitvoeringen van de
aansluitkabel leverbaar.
De smartphone bedienen
Wanneer de smartphone op de
voeding is aangesloten, wordt hij
opgeladen als het contact is inge‐
schakeld.
Om de smartphone met het Infotain‐
mentsysteem te verbinden, moet een
Bluetooth ®
verbinding tot stand
worden gebracht.
Telefoon uit de telefoonhouder halen 1. Koppel de voeding van de tele‐ foon los.
2. Druk op de knop (2) linksbovenaan de zijkant om de klem voor de
hoogteverstelling te ontgrende‐
len.
3. Haal de telefoon uit de telefoon‐ houder.
Telefoonhouder van de
voedingsconnector verwijderen
1. Druk de klem voor de hoogtever‐ stelling naar beneden.2.Druk op de ontgrendelknop (3) en
verwijder de telefoonhouder.