
Verzorging van de auto277● Gebruik de krik alleen om eenwiel te verwisselen bij banden‐pech en niet voor de jaarlijkse
montage van winter- of zomer‐ banden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond, legt u
een stevige plank (max. één cm
dik) onder de krik.
● Haal vóór het opkrikken van de auto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
● In de op te krikken auto mogen zich geen personen of dieren
bevinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Reinig de wielmoeren en de draad met een schone doek
voordat u het wiel plaatst.9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Legt bij lichtmetalen wielen
een zachte doek onder de schroe‐ vendraaier. Wieldop verwijderen.
Boordgereedschap 3 264.
2. Klap de wielsleutel uit, zet deze
stevig op de wielmoer en draai
elke moer een halve slag los.
3. Zorg ervoor dat de krik op de juiste
manier onder het dichtstbijzijnde
kriksteunpunt staat.

Verzorging van de auto2813.Zet het beschadigde wiel vast met
de vleugelmoer.
4. De vloerplaat kan, afhankelijk van
de bandenmaat, op het uitste‐
kende wiel worden geplaatst.
Compact reservewielVoorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u . In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
Als uw auto een lekke band krijgt
wanneer u een ander voertuig sleept,
moet u het compact reservewiel voor‐ aan plaatsen en een volwaardig wiel
achteraan.
Sneeuwkettingen 3 273.
Reservewiel met
draairichtingsgebonden band
Monteer draairichtingsgebonden
banden indien mogelijk zo dat ze in de rijrichting afrollen. De draairichting isherkenbaar aan een symbool (bijv.
een pijl) op de zijwand van de band.
Voor banden die tegen de draairich‐
ting in gemonteerd zijn geldt:
● Rijeigenschappen worden moge‐
lijk nadelig beïnvloed. Laat de
defecte band zo snel mogelijk vervangen of repareren en breng deze in plaats van het reserve‐
wiel aan.
● Bij regen en sneeuw bijzonder voorzichtig rijden.Starthulp gebruiken
De accu bevindt zich in de bagage‐
ruimte, onder een afdekking. In de
motorruimten zijn aansluitpunten
aangebracht voor het starten met hulpstartkabels.
Bij een ontladen accu kan de motor
worden gestart met hulpstartkabels
en de accu van een ander voertuig.
Niet starten met behulp van een snel‐ lader.9 Waarschuwing
Hulpstartkabels alleen met de
uiterste voorzichtigheid gebrui‐
ken. Elke afwijking van de onder‐ staande instructies kan letsel of
schade als gevolg van het explo‐
deren van de accu's en schade
aan de elektrische systemen van
beide auto's tot gevolg hebben.

282Verzorging van de auto9Waarschuwing
Laat de accu niet in contact komen
met de ogen, huid, weefsels en
lakwerk. De vloeistof bevat
zwavelzuur, dat bij direct contact
letsel en schade kan veroorzaken.
● De accu nooit aan vonken of open vuur blootstellen.
● Een ontladen accu kan al bij een temperatuur van 0 °C bevriezen.
Ontdooi de bevroren accu alvo‐
rens hulpstartkabels aan te slui‐ ten.
● Bij werkzaamheden aan de accu oogbescherming en bescher‐
mende kleding dragen.
● Hulpstartaccu met dezelfde spanning (12 V) gebruiken. De
capaciteit (Ah) mag niet veel minder zijn dan die van de ontla‐den accu.
● Hulpstartkabels met geïsoleerde aansluitklemmen en een diame‐
ter van minstens 16 mm 2
(bij
dieselmotoren 25 mm 2
) gebrui‐
ken.
● De ontladen accu niet van de auto loskoppelen.
● Alle onnodige stroomverbruikers uitschakelen.
● Tijdens de hulpstart niet over de accu leunen.
● De aansluitklemmen van de ene kabel mogen die van de andere
niet raken.
● Ook de auto's mogen elkaar tijdens de hulpstart niet raken.
● Handrem aantrekken, versnel‐ lingsbak in neutrale stand, auto‐
matische versnellingsbak in
stand P.
● Open de beschermdop over de pluspool in de motorruimte en opde booster accu.
Aansluitvolgorde van de kabels:
1. Rode kabel op de pluspool van de
hulpstartaccu aansluiten.
2. Sluit het andere uiteinde van de rode kabel aan op de pluspool vanuw auto in de buurt van de zeke‐ringenkast in de motorruimte.
3. Zwarte kabel op de minpool van de hulpstartaccu aansluiten.
4. Sluit het andere uiteinde van de zwarte kabel aan op een massa‐
punt in de motorruimte.
De kabels zo leggen dat ze niet door
de draaiende delen in de motorruimte geraakt kunnen worden.

Verzorging van de auto283Om de motor te starten:1. De motor van het stroom leve‐ rende voertuig starten.
2. Na vijf minuten de andere motor starten. Startpogingen niet langerdan 15 seconden laten duren met
tussenpozen van één minuut.
3. Beide motoren met aangesloten kabels ca. drie minuten stationair
laten draaien.
4. Elektrische verbruikers (bijv. koplampen, achterruitverwar‐
ming) van de stroom ontvan‐
gende auto inschakelen.
5. Bovenstaande procedure bij het verwijderen van de kabels in de
omgekeerde volgorde volgen.Trekken
Auto slepen
Steek een schroevendraaier in de
gleuf bij het onderste deel van de kap.
Maak de afdekking los door de
schroevendraaier voorzichtig omlaag
te bewegen.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 264.
Sleepoog inschroeven en tot aan de
aanslag in horizontale stand vast‐
draaien.
Sleepkabel – beter is een sleep‐
stang – aan sleepoog bevestigen.
Sleepoog alleen gebruiken om de
auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.
Contact inschakelen om het stuurslot op te heffen en remlichten, claxon en
voorruitwisser te kunnen bedienen.
Zet de keuzehendel in neutraal.
De handrem loszetten.

288Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................288
Service-informatie ...................288
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............289
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................289Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 112.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 112.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger, rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
![OPEL ASTRA K 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch) Technische gegevens297MotorgegevensMotoraanduidingB10XFLB14XEB14XFLB14XFTB14XNTB16SHTVerkoopaanduiding1.01.41.41.41.4 CNG1.6ProductiecodeB10XFTB14XEB14XFTB14XFTB14XNTB16SHTCilinderinhoud [cm3
]9991399 OPEL ASTRA K 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch) Technische gegevens297MotorgegevensMotoraanduidingB10XFLB14XEB14XFLB14XFTB14XNTB16SHTVerkoopaanduiding1.01.41.41.41.4 CNG1.6ProductiecodeB10XFTB14XEB14XFTB14XFTB14XNTB16SHTCilinderinhoud [cm3
]9991399](/manual-img/37/21501/w960_21501-298.png)
Technische gegevens297MotorgegevensMotoraanduidingB10XFLB14XEB14XFLB14XFTB14XNTB16SHTVerkoopaanduiding1.01.41.41.41.4 CNG1.6ProductiecodeB10XFTB14XEB14XFTB14XFTB14XNTB16SHTCilinderinhoud [cm3
]99913991399139913991598Motorvermogen [kW]77749211081147bij 1/min4500-600060004000-56005000-560056005500Koppel [Nm]170130245/230 2)245/230 2)200280bij 1/min1800-430043002000-35002000-40002000-36001650-5000BrandstofsoortBenzineBenzineBenzineBenzineAardgas/benzineBenzineOctaangetal RON 3)aanbevolen959595959598mogelijk989898989895mogelijk919191919191Bijkomende brandstofsoort––––Aardgas (CNG)–2)
Met stop-startsysteem.
3) Een landspecifiek label op de tankvulklep heeft altijd voorrang op de motorspecifieke vereisten.

Klantinformatie309KlantinformatieKlantinformatie........................... 309
Conformiteitsverklaring ............309
REACH .................................... 313
Reparatie ongevalschade ........313
Erkenning van software ...........313
Software-update ......................317
Gedeponeerde handelsmerken .......................317
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 318
Event Data Recorders (EDR) ..318
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 319Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC of
2014/53/EU verzenden en/of ontvan‐
gen. Deze systemen voldoen aan de
essentiële vereisten en alle andere
relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC of 2014/53/EU. Exempla‐
ren van de originele Conformiteitsver‐ klaringen vindt u op onze website.
Antenne
Laird
8100 Industrial Park Drive, Grand
Blanc, MI, 48439, USA
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Kathrein Automotive North America,
Inc.
3967 W. Hamlin Rd., Rochester Hills,
MI 48309, USA
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.Elektronische sleutel
Denso Coperation
Waldeckerstraße 11, 64546 Mörfel‐ den-Walldorf, Germany
Bedrijfsfrequentie: 433,92 MHz
Maximum uitgangsvermogen:
-5,88 dBm
Elektronische sleutelmodule
Denso Coperation
Waldeckerstraße 11, 64546 Mörfel‐ den-Walldorf, Germany
Bedrijfsfrequentie: 125 kHz
Maximum uitgangsvermogen:
-0,14 dBm
Frontradareenheid
Continental Automotive GmbH
ADC Automotive Distance Control
Systems GmbH, Peter-Dornier-
Straße 10, 88131 Lindau, Germany
Bedrijfsfrequentie: 76-77 GHz
Maximum uitgangsvermogen:
30 EIRP dBm
Startbeveiliging
Bosch

Klantinformatie317gebruik van de e-mailadressen
van Zip-Bugs of Info-ZIP of de
URL('s) van Info-ZIP.
4. Info-ZIP behoudt het recht om de namen “Info-ZIP,” “Zip,” “UnZip,”
“UnZipSFX,” “WiZ,” “Pocket UnZip,” “Pocket Zip” en “MacZip”
te gebruiken voor zijn eigen bron‐ versies en binaire versies.
Software-update Het Infotainmentsysteem kan gese‐lecteerde software-updates via een
draadloze verbinding downloaden en
installeren.
Let op
De beschikbaarheid van deze
draadloze boordsoftware-updates
varieert per auto en land. Ga voor
meer informatie naar onze website.
Internetverbinding
Voor het draadloos downloaden van
boordsoftware hebt u internetconnec‐
tiviteit nodig, via de ingebouwde
OnStar-verbinding van de auto of eenandere met wachtwoord beveiligde
Wi-Fi Hotspot, bijv. via een mobiele
telefoon.
Selecteer voor het verbinden van het
Infotainmentsysteem met een
hotspot Instellingen op het start‐
scherm, Wi-Fi en dan Wi-Fi-
netwerken beheren . Selecteer het
gewenste Wi-Fi-netwerk en volg de aanwijzingen op het scherm.
Updates
Het systeem vraagt u bepaalde upda‐ tes te downloaden en te installeren.
Er is ook een optie om handmatig op updates te controleren.
Selecteer voor handmatig controle‐
ren op updates Instellingen op het
startscherm, Software-informatie en
Systeemupdate . Volg de aanwijzin‐
gen op het scherm.
Let op
De stappen voor het downloaden en installeren van updates kunnen per
auto variëren.
Let op
Tijdens het installeren werkt de auto mogelijk niet.Gedeponeerde
handelsmerkenApple Inc.
Apple CarPlay™ is een handelsmerk
van Apple Inc.
App Store ®
en iTunes Store ®
zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Apple Inc.
iPhone ®
, iPod ®
, iPod touch ®
, iPod
nano ®
, iPad ®
en Siri ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van Apple
Inc.Bluetooth SIG, Inc.
Bluetooth ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.DivX, LLC
DivX ®
en DivX Certified ®
zijn gedepo‐
neerde handelsmerken van DivX,
LLC.EnGIS Technologies, Inc.
BringGo ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van EnGIS Technolo‐
gies, Inc.Google Inc.
Android™ en Google Play™ Store
zijn handelsmerken van Google Inc.