Page 121 of 165
Inleiding121Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 122 of 165
122InleidingOverzicht bedieningselementenCD 400plus
Page 123 of 165

Inleiding1231 RADIO................................. 131
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...131
2 CD ....................................... 143
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 143
3 Achteruit zoeken .................131
Radio: achteruit zoeken ......131
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............141
4 Radiozendertoetsen 1...6 ....132
Lang drukken: station
opslaan ............................... 132
Kort drukken: station
selecteren ........................... 132
5 m......................................... 125
Indrukken: uit- en
inschakelen ........................ 125
Infotainment-systeem ......... 125
Draaien: volume
aanpassen .......................... 1256Vooruit zoeken ....................131
Radio: vooruit zoeken .........131
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................141
7 AS 1/2 ................................. 132
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............132
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................132
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........132
8 FAV 1/2/3 ............................ 132
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............132
9 TP ....................................... 136
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............136
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 136
10 Cd uitwerpen ....................... 14111 CONFIG.............................. 130
Instellingenmenu openen ....130
12 INFO ................................... 122
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 131
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 141
13 Multifunctionele toets ..........126
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen ...............126
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ......................... 126
14 Cd-sleuf ............................... 141
15 BACK .................................. 126
Menu: een niveau terug ......126
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......126
Page 124 of 165

124Inleiding16 TONE.................................. 129
Geluidsinstellingen ..............129
17 PHONE ............................... 149
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 152
Mute activeren ....................125
18 AUX ..................................... 143
Van audiobron veranderen . 143Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 149
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 152
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............152
2 SRC (bron).......................... 125
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 125
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 131
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 141
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 152
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....152
3 w
Volume verhogen ................125
4 ─
Volume verlagen .................125
Page 125 of 165

Inleiding1255xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........152
of gesprekslijst sluiten .........152
of mute in-/uitschakelen ......125Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een multifunctionele knop en
menu's op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 122
● audioknoppen op het stuurwiel 3 122
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X om het systeem
uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X inschakelt, danwordt het 10 minuten na de laatste
invoer automatisch weer uitgescha‐
keld.
Volume instellen Draai m. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk invoeren:
● het maximale inschakelvolume 3 130
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 130
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid
gecompenseerd volume 3 130 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Page 126 of 165

126InleidingStiltefunctie
Druk op PHONE (als het telefoonpor‐
taal beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai aan m of
druk op PHONE (indien telefoonpor‐
taal beschikbaar: enkele seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 131.Audiospelers
Druk één of meerdere keren op CD of
AUX om naar het hoofdmenu USB,
iPod ®
of AUX (indien beschikbaar) te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met
opties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 140, AUX-
functies 3 143, USB-poortfuncties
3 144 en functies voor streaming
audio via Bluetooth 3 147.
Telefoon
Druk kort op PHONE om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 149.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐
baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van de menubediening 3 126.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor
een gedetailleerde beschrijving.
Basisbediening
Multifunctionele toets De multifunctionele knop is het
centrale bedieningselement voor de
menu's.
Page 127 of 165

Inleiding127Draai aan de multifunctionele knop:● een menuoptie markeren
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● de gemarkeerde optie selecteren
of inschakelen
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uitschakelen
BACK-toets Druk kort op BACK:
● om een menu te verlaten ● om van een submenu naar het volgende, hogere menuniveau te
gaan
● om het laatste teken van een tekenreeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de hele invoer te wissen.Voorbeelden van de
menubediening
Een optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te
verplaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het
selecteren van die optie een
submenu met verdere opties
verschijnt.
Een instelling activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te activeren.
Page 128 of 165
128InleidingEen waarde instellen
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
De cursor gaat daarna naar de
volgende waarde. Als alle waarden
zijn ingesteld, gaat u automatisch
terug naar het naasthogere menuni‐
veau.
Een instelling aanpassen
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling aan te passen.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.