Page 225 of 292

• Gebruik geen agressieve reinigingsmidde-
len of bleekmiddelen op het dak, aangezien
deze de materialen kunnen aantasten.
• Laat geen vinylreiniger langs het voertuig
omlaag lopen en opdrogen op de lak. Hier-
door ontstaan strepen in de lak.
• Zorg er, nadat u het stoffen dak van het
voertuig heeft gereinigd, altijd voor dat
deze geheel droog is voordat u het dak
opent.
• Besteed extra aandacht aan het wassen van
de ruiten. Volg hierbij de instructies uit
paragraaf "Onderhoud aan ruiten van stof-
fen dak".
Wassen –Gebruik een milde zeepoplossing,
lauw water en een borstel met zachte haren.
Als het dak erg vies is, kunt u voor het gehele
dak een milde schuimreiniger gebruiker. Ver-
geet echter niet het dak langs onderen te
ondersteunen.
Afspoelen –Verwijder alle resten van reini-
gingsmiddel zorgvuldig door het dak grondig
af te spoelen met schoon water. Laat het dak
eerst drogen voordat u het opent.LET OP!
Het negeren van de volgende waarschu-
wingen kan leiden tot waterschade, vlek-
ken of schimmel op het materiaal van het
dak:
• Vermijd wasstraten waar auto's onder
hoge druk worden gewassen om bescha-
diging van het materiaal van het dak te
voorkomen. Bovendien kan bij een hoge
waterdruk water de auto binnendringen
via de afdichtstrips.
• Het wordt aanbevolen dat u voordat u
het dak opent, eerst al het water van het
dak verwijdert. Als u het dak bedient of
een portier of raam opent terwijl het dak
nat is, kan er water in uw auto komen.
• Was de auto altijd voorzichtig. Bij water-
druk op de afdichtstrippen kan er water
de auto binnendringen.
• Onachtzame hantering en opslag van de
verwijderbare dakpanelen kan schade
aan de afdichtingen tot gevolg hebben,
waardoor er water in de auto kan door-
dringen.
• Het/de voorpaneel/voorpanelen moe-
t(en) goed worden geplaatst om te zor-
LET OP!
gen dat de afdichting volledig is. Incor-
recte montage kan tot gevolg hebben dat
er water in het interieur van de auto lekt.
Sommige delen van het voertuig zijn mogelijk
gelakt met een matte lak die speciaal onder-
houd vereist om aantasting ervan te
voorkomen.
LET OP!
• Vermijd het wassen met rollen en/of bor-
stels in wasstraten. Was het voertuig
alleen met de hand met reinigingsmid-
delen met een neutrale pH-waarde;
droog deze met een vochtige leren zeem.
Schurende producten en/of polish mo-
gen niet voor het reinigen van het voer-
tuig worden gebruikt. Vogelpoep moet
onmiddellijk en grondig worden afge-
wassen, omdat deze een bijzonder
agressief zuur bevat.
• Vermijd (indien mogelijk) parkeren van
het voertuig onder bomen; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk, aan-
223
Page 226 of 292

LET OP!
gezien deze, wanneer gedroogd, alleen
kunnen worden verwijderd met schu-
rende producten en/of polish, wat abso-
luut niet is aan te bevelen, omdat deze
de karakteristieke glans van de lak kun-
nen aantasten.
• Gebruik geen geconcentreerde ruiten-
sproeiervloeistof voor het reinigen van
de voorruit en achterruit, maar verdun
deze met minstens 50% water. Gebruik
uitsluitend geconcentreerde ruiten-
sproeiervloeistof als dit strikt noodzake-
lijk is vanwege de buitentemperatuur.
Onderhoud aan ruiten van stoffen dak
Het stoffen dak van uw auto is uitgevoerd met
plooibare plastic ruiten waar krassen op kun-
nen komen, tenzij u de volgende instructies
in acht neemt:
1. Gebruik nooit een droge doek om stof te
verwijderen. Gebruik in plaats daarvan
een microvezeldoekje of zachte katoenen
doek met koud of warm, schoon water en wis
hiermee in dwarsrichting over de ruit, niet
op en neer.2.Gebruik nooit heet waterof agressievere
middelen dan een milde zeep tijdens het
reinigen. Gebruik nooit oplosmiddelen zo-
als alcohol of agressieve
reinigingsmiddelen.
3. Spoel altijd grondig met koud water en wis
het oppervlak vervolgens schoon met een
zachte, licht vochtige, schone doek.
4.Gebruik nooit een schraper of chemische
ontdooiingsmiddelenom sneeuw of ijs te
verwijderen. Gebruik uitsluitend warm
water wanneer u de ruit snel moet
ontdooien.
5. Vuil (zand, slijk/modder, stof of zout) door
terreinrijden heeft een groot effect op de
werking van ritsen. Ook normaal wegge-
bruik en het wassen van het voertuig zal
op termijn van invloed zijn op de werking
van de ritsen van de ruiten. Om de ritsen
van de ruiten gangbaar te houden, moet
elke rits regelmatig gereinigd en ge-
smeerd worden. Let erop dat de tanden
van de rits vrij zijn van zand, modder en
ander vuil voordat u het middel aan-
brengt. Reinig de rits aan beide zijden,
nooit slechts aan een zijde. Spoel beidehelften van de rits af met schoon water en
laat ze drogen. Het is mogelijk dat u het
middel meerdere malen moet aanbrengen
voordat de rits loskomt.
6. Plak nooit stickers, plakplaatjes of plak-
band op de ramen. Lijmlagen zijn moeilijk
te verwijderen en kunnen de ruiten
aantasten.
INTERIEUR
Stoelen en bekleding
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om
te reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak
brandbaar en kunnen bij gebruik in afge-
sloten ruimten ademhalingsproblemen
veroorzaken.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling
kan de stof aantasten.
SERVICE EN ONDERHOUD
224
Page 227 of 292

Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan
een lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de
gordels niet uit de auto om ze te wassen.
Drogen met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels
of slijtplekken vertonen of wanneer de gesp-
sluitingen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de vei-
ligheidsgordels van tijd tot tijd op scheu-
ren, rafels en losse delen. Laat bescha-
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen
of uit elkaar te halen. Gordelsystemen
moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als ze zijn beschadigd (oprol-
mechanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.).
Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik Mopar Total Clean om vinylbekleding
te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
pervlakken in het interieur kan blijvende
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
• Schade veroorzaakt door dit type pro-
ducten wordt mogelijk niet gedekt door
de standaardgarantie van een nieuw
voertuig.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geen
geval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
225
Page 228 of 292

Lederen onderdelen
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige doek.
Voorkom dat lederen bekleding wordt door-
drenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig
uw lederen bekleding nooit met polish, olie,
reinigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, af-
wasmiddelen of schoonmaakmiddelen op
ammoniakbasis. Het gebruik van speciale
onderhoudsmiddelen voor leder is niet vereist
om de originele kwaliteit te behouden.OPMERKING:
Lichtgekleurde lederen bekleding is besmet-
telijker voor vreemd materiaal, vuil en afge-
ven van weefselkleurstof dan donkere kleu-
ren. Het leer is ontworpen voor eenvoudige
reiniging.
LET OP!
Gebruik geen alcohol en reinigingsmidde-
len op basis van alcohol of keton om lede-
ren stoelbekleding te reinigen omdat der-
gelijke middelen de stoel kunnen
beschadigen.
Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met een nor-
male glasreiniger te worden gereinigd. Ge-
bruik nooit schurende reinigingsmiddelen.
Wees voorzichtig bij het reinigen van de bin-
nenkant van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of ruiten die zijn voor-
zien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
de elementen kunnen beschadigen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte
doek spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof
niet rechtstreeks op de spiegel.
SERVICE EN ONDERHOUD
226
Page 229 of 292
TECHNISCHE SPECIFICATIES
CHASSISNUMMER (VIN)......228
AANHAALMOMENTEN VOOR
VELGEN EN BANDEN.........228
Voorgeschreven aanhaalmomenten. . . .228
BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOREN..........229
Ethanol....................229
BRANDSTOFVEREISTEN — DIESEL-
MOTOREN................230
VLOEISTOFINHOUD.........230
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDE-
LEN......................231
Motor.....................231
Chassis....................232
MOPAR ACCESSOIRES........233
Originele accessoires en Jeep
Performance-onderdelen van Mopar . . .233
TECHNISCHE SPECIFICATIES
227
Page 230 of 292

CHASSISNUMMER (VIN)
Het chassisnummer (VIN) bevindt zich voor-
aan op de linkerhoek van het instrumenten-
paneel en is van buitenaf door de voorruit
zichtbaar. Dit nummer staat ook vermeld on-
der de carrosserie, op de rechterkant van de
chassisbalk nabij het midden van het voer-
tuig en op het voertuiginformatielabel beves-
tigd aan een van de ruiten van uw voertuig.
Bewaar dit label zodat u eenvoudig het chas-
sisnummer (VIN) van uw voertuig en optio-
nele uitrusting kunt opzoeken.
Het VIN is ook links of rechts in het motor-
blok geslagen.
OPMERKING:
Het is verboden om het chassisnummer (VIN)
te verwijderen of te wijzigen.
AANHAALMOMENTEN
VOOR VELGEN EN BANDEN
Het juiste aanhaalmoment voor de
wielmoeren/bouten is van het grootste belang
om te verzekeren dat het wiel juist is gemon-
teerd op het voertuig. Telkens wanneer eenwiel wordt verwijderd en teruggeplaatst op
het voertuig, moeten de wielmoeren/bouten
worden aangehaald met een juist gekali-
breerde momentsleutel met een lange zes-
kantdop van hoge kwaliteit.
Voorgeschreven aanhaalmomenten
Aanhaalmo-
ment moer/
bout** moer-/
boutmaatSleutelmaat
moer/bout
135 Nm
(100 Ft-Lbs)1/2” x 20 19 mm
** Gebruik alleen door uw erkende dealer
aanbevolen wielmoeren/bouten en reinig of
verwijder eventueel vuil of olie voordat u deze
aanhaalt.
Inspecteer het wielmontagevlak voordat u de
band monteert en verwijder eventuele roest-
of losse deeltjes.
Trek de wielmoeren/-bouten in stervolgorde
aan totdat iedere moer/bout twee keer aange-
trokken is. Zorg ervoor dat de dop volledig
over de wielmoer/-bout zit (niet half plaat-
sen).
Chassisnummer (VIN)TECHNISCHE SPECIFICATIES
228
Page 231 of 292

Controleer na 25 mijl (40 km) het aanhaal-
moment van de wielmoeren/-bouten om er
zeker van te zijn dat alle wielmoeren/-bouten
goed tegen het wiel aanliggen.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOREN
Deze motor is ontworpen om te voldoen aan
alle emissie-eisen en een laag brandstofver-
bruik en optimale rijeigenschappen te bieden
wanneer u hoogwaardige loodvrije benzine
met een minimum octaangetal (RON) van
91 gebruikt.
Licht pingelen bij lage motortoerentallen is
niet schadelijk voor de motor. Aanhoudend
ernstig pingelen bij hoge motortoerentallen
kan echter schade veroorzaken en vereist
onmiddellijk onderhoud.
Benzine van slechte kwaliteit kan problemen
veroorzaken, zoals slecht starten, afslaan en
haperen van de motor. Als u last heeft van
dergelijke storingen, probeer dan eerst een
ander merk benzine voordat u contact op-
neemt met uw dealer.
Ethanol
De fabrikant raadt het gebruik van brandstof-
fen aan die niet meer dan 15% ethanol be-
vatten. Wanneer u brandstof tankt bij een
benzinestation van een bekend merk beperkt
u de kans dat deze limiet van 15% wordt
overschreden of dat u brandstof tankt met
abnormale eigenschappen. Houd ook reke-
ning met een hoger brandstofverbruik bij ge-
bruik van met ethanol vermengde brandstof-
fen, vanwege de lagere energieopbrengst van
ethanol. Voor problemen die het gevolg zijn
van gebruik van methanol/benzine of E-85-
ethanolmengsels is de fabrikant niet
aansprakelijk.
LET OP!
Het gebruik van brandstof met een etha-
nolgehalte van meer dan 15% kan motor-
defecten, start- en rijproblemen, en aan-
tasting van materialen veroorzaken. Deze
nadelige werking kan blijvende schade aan
uw auto tot gevolg hebben.
Aanhaalpatronen
229
Page 232 of 292

BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOREN
Het gebruik van dieselbrandstof van de hoog-
ste kwaliteit met een cetaangehalte van 50 of
meer, die voldoet aan de norm EN590, wordt
sterk aanbevolen. Raadpleeg uw dealer voor
meer informatie over de beschikbare brand-
stoffen in uw omgeving.
VLOEISTOFINHOUD
U.S. Metrisch
Brandstof (ongeveer) — modellen met twee portieren
18,5 gallon 70 liter
Brandstof (ongeveer) — modellen met vier portieren
22,5 gallon 85 liter
Motorolie met filter
3.6-liter motor (SAE 5W-20, API-gecertificeerd) 6 quart 5,7 liter
2.8-liter dieselmotor (SAE 5W-30 synthetisch, laag asgehalte) 7 quart 6,5 liter
Motorkoelsysteem*
3.6-liter motor - Mopar antivries/koelvloeistof 10 jaar/150.000 mijl Formula OAT
(Organic Additive Technology) die voldoet aan de eisen van de FCA-materiaalnorm
MS.9003210,5 quart 9,9 liter
2.8-liter dieselmotor - Mopar antivries/koelvloeistof 10 jaar/150.000 mijl For-
mula OAT (Organic Additive Technology) die voldoet aan de eisen van de FCA-
materiaalnorm MS.9003213 quart 12 liter
* Inclusief koelvloeistofreservoir gevuld tot aan MAX-peil.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
230