Uitschakeling van de airbags aan
passagierszijde: frontairbag en zijairbag
Als een kind in een kinderzitje dat
achterstevoren op de voorstoel is
geplaatst, vervoerd moet worden, schakel
dan de frontairbag en de zijairbag aan de
passagierszijde uit. Schakel ze uit door
middel van het Menu weergegeven op het
display.
Op de dashboardbekleding bevinden zich
twee leds
OFFenON. Wanneer de
startinrichting op MAR wordt gezet, gaan
de twee led's enkele seconden branden.
Als dat niet gebeurt, neem dan contact
op met het Jeep Servicenetwerk.
Tijdens de eerste seconden geeft het
branden van de led niet de werkelijke
toestand van de passagiersbeschermingaan, maar heeft alleen tot doel om de
correcte werking ervan te controleren. Na
een test van enkele seconden zullen de
leds de beschermingsstatus van de
passagiersairbag aangeven.
Passagiersbescherming ingeschakeld:de
led
AANfig. 98 blijft branden.
Passagiersbescherming uitgeschakeld:de
led
OFFfig. 98 blijft branden.
De leds kunnen met verschillende
lichtsterkte branden, afhankelijk van de
voertuigcondities. De lichtsterkte kan
tijdens dezelfde sleutelcyclus variëren.
97J0A0190C
98J0A0922C
143
Frontairbag passagier en kinderzitje: WAARSCHUWING
99J0A0215
144
VEILIGHEID
ZIJAIRBAGS
Om de bescherming van de inzittenden
in geval van een flankbotsing te
vergroten, is de auto uitgerust met
zijairbags voorin en hoofdairbags.
Zijairbag
Deze bestaan uit twee kussens die zich
in de rugleuning van de voorstoelen
bevinden fig. 100 en die het bekken, de
borst en schouders van de inzittenden bij
middelzware flankbotsingen beschermen.
De plaats van deze airbags is gemarkeerd
met het etiket "AIRBAG" bevestigd op de
buitenzijde van de voorstoelen.
Hoofdairbag
Deze bestaat uit een "gordijnairbag" die
zich achter de dakbekleding aan de
zijkant bevindt en afgedekt is met
speciale afwerkingselementen fig. 101.
Deze zijn ontworpen om het hoofd van deinzittenden voorin en achterin te
beschermen bij flankbotsingen, dankzij
het grote oppervlak dat in opgeblazen
toestand wordt beslagen.
Bij lichte flankbotsingen is het opblazen
van de hoofdairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste bescherming
bij een zijdelingse botsing als de
passagier correct op zijn stoel zit, zodat
de hoofdairbag zo goed mogelijk
opgeblazen kan worden.
104) 105) 106) 107) 105) 109) 110) 111) 112) 113) 114) 115)
Belangrijke opmerkingen
Reinig de stoelen niet met water of
stoom onder druk (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).
101J0A0180C
145
100J0A0178C
De front- en/of zijairbags kunnen in
werking treden bij heftige botsingen
tegen de onderkant van het voertuig (bijv.
botsing met treden, trottoirbanden,
kuilen of verkeersdrempels, enz.).
Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt
er een kleine hoeveelheid poeder: dit
poeder is niet schadelijk en duidt niet op
het begin van een brand. Dit poeder kan
echter de huid en ogen irriteren: was ze
in dit geval met neutrale zeep en water.
De controle, reparatie en vervanging van
de airbags moeten door het Jeep
Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het
airbagsysteem door het Jeep
Servicenetwerk buiten werking worden
gesteld.
Gordelspanners en airbags worden op
verschillende manieren geactiveerd,
afhankelijk van het type botsing. Als een
of meerdere van deze voorzieningen niet
in werking treden, dan duidt dat niet op
een storing in het systeem.
BELANGRIJK
101)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en
tevens de inzittenden ernstig kunnen
verwonden.
102)Rijd altijd met de handen op de rand
van het stuurwiel zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met het lichaam naar
voren gebogen, maar houd de rugleuning
in een rechte stand en steun er goed
tegen met uw rug.103)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen
de rijrichting in op de passagiersstoel van
auto's met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de
airbag ernstig letsel en zelfs de dood van
het kind tot gevolg hebben. Daarom moet
de passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
104)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
105)Steun niet met het hoofd, de armen
of de ellebogen tegen het portier, de
ruiten of in het gebied van de Hoofdairbag
om mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
106)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
146
VEILIGHEID
107)Als het startsysteem op MAR wordt
gezet en hetlampje niet gaat branden
of tijdens het rijden blijft branden, dan is
er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet in
werking treden bij een ongeval of, in een
zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in
werking treden. Neem, alvorens verder te
rijden, onmiddellijk contact op met het
Jeep Servicenetwerk om het systeem te
laten controleren.
108)In sommige versies gaat in het geval
van een storing van de led
OFF(op de
plaat van het instrumentenpaneel) het
lampje
op het instrumentenpaneel
branden en worden de airbags aan de
passagierszijde uitgeschakeld. In sommige
versies gaat in het geval van een storing
van de led
ON(op de plaat van het
instrumentenpaneel) het lampjeop de
console branden.
109)Bedek bij voertuigen met zijairbags
de rugleuning van de voorstoelen niet met
extra hoezen.
110)Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.111)Laat na diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Jeep
Servicenetwerk controleren.112)Als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook wanneer de motor is afgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de
passagiersairbag is ingeschakeld, en ook
al staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de
voorstoel gemonteerd worden. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan
dit leiden tot ernstig letsel en zelfs tot de
dood van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud ten slotte dat als het
startsysteem in de STOP-stand staat, bij
een botsing geen enkel veiligheidssysteem
(airbag of gordelspanners) wordt
geactiveerd; het is dus geen
systeemstoring als deze systemen in deze
gevallen niet worden ingeschakeld.
147
113)Een storing van het airbaglampje
wordt aangegeven door het aangaan van
het symbool "storing airbag" en een
speciaal bericht op het display van het
instrumentenpaneel. De pyrotechnische
ladingen zijn niet uitgeschakeld. Neem,
alvorens verder te rijden, onmiddellijk
contact op met het Jeep Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
114)De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de gordelspanners.
Bij aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
115)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags
en de veiligheidsgordels beschermd, die
dus altijd gedragen moeten worden.
148
VEILIGHEID
BELANGRIJK
154)Als de zekering opnieuw doorbrandt,
neem dan contact op met het Jeep
Servicenetwerk.
155)Vervang een zekering nooit door een
exemplaar met een grotere stroomsterkte
(ampère); BRANDGEVAAR.
156)Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE,
MEGA-FUSE, MIDI-FUSE) doorbrandt,
probeer dan niet eigenhandig reparaties
uit te voeren maar neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk.
157)Voordat u een zekering vervangt, zorg
ervoor dat de startinrichting op STOP
staat, dat de sleutel, indien mechanisch,
verwijderd is en dat alle apparatuur uit is
geschakeld en/of afgesloten is.
158)Als een hoofdzekering voor
veiligheidssystemen (airbagsysteem,
remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of de
stuurinrichting doorbrandt, neem dan
contact op met het Jeep Servicenetwerk.
BELANGRIJK
77)Vervang een doorgebrande zekering
nooit door metalen draden of ander
materiaal.
78)Als de motorruimte moet worden
gewassen, zorg er dan voor dat de
waterstraal niet rechtstreeks op de
zekeringenkast en de motortjes van de
ruitenwissers terechtkomt.
EEN WIEL VERVANGEN
159) 160) 161) 162) 163) 166) 167)
KRIK
164) 165)
Het is nuttig om het volgende te weten:de krik weegt 2,8 kg;de krik behoeft geen afstelling;de krik niet kan worden gerepareerd:
in geval van een defect moet de krik door
een origineel exemplaar worden
vervangen;
afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd worden.
Onderhoud
voorkom dat er vuil op de
“wormschroef” terechtkomt;
zorg ervoor dat de "wormschroef" altijd
gesmeerd is;
breng nooit wijzigingen aan de krik
aan.
Omstandigheden om niet bij te gebruiken
temperaturen onder −40°C;op zanderige of modderige grond;op ongelijke ondergrond;op steile wegen;onder extreme weersomstandigheden:
onweer, tyfonen, orkanen,
217
ALFABETISCH REGISTER
4WD LOW modus
(inschakelen/uitschakelen). . . .162
Aanhangers trekken..........192
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) Airbags............141
ABS (systeem).............104
Accu opladen..............263
Achterruitwisser
wisserblad vervangen.......265
Achteruitkijkspiegels..........31
Achteruitrijcamera (ParkView®
rear backup camera)........187
Actieve veiligheidssystemen.....104
Actieve veiligheidssystemen
buiten werking stellen.......106
Active ParkSense (systeem).....178
Adaptive Cruise Control (ACC) . . .168
Afmetingen................281
Afsluiter van de brandstoftoevoer.....................229
Alarmknipperlichten..........198
Automatische dual-zone
klimaatregeling............43
Automatische inschakeling
grootlicht................34
Automatische versnellingsbak. . . .156Automatische versnellingsbak
met dubbele koppeling......158
Automatische wisregeling
(voorruitwisser)............38
Auxiliary driving systems.......110
Bagageruimte...............55
Bedieningselementen
Overzichtstabel
display-knoppen..........344
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten..........65
Belangrijke informtie en
aanbevelingen............362
Beschermingssystemen
inzittenden..............119
Brandstofverbruik...........302
BSM-systeem..............110
Buitenverlichting.............32
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)..............269
CO2-emissie...............304
Contactslot.................17
Cornering Lights (flanklichten)....33
Cybersecurity-apparaten.........5
Dagrijlichten (DRL)...........33De auto parkeren............152
De sleutels.................16
Diefstalalarm...............20
Dimlicht..................33
Display...................67
DST (systeem)..............105
DTC (systeem)..............104
Een lamp vervangen..........199
Een wiel vervangen...........217
Elektrisch schuifdak...........48
Elektrische buitenspiegels.......31
Elektrische parkeerrem (EPB). . . .152
Elektrische ruitbediening........46
Elektrische verwarming stuurwiel......................30
Elektronische Cruise-Control. . . .167
EOBD....................64
ERM (systeem).............105
ESC (systeem)..............104
Extra Verwarming.............42
Forward Collision Warning Plus
Systeem
................113
Frontairbags...............141
Gebruik van het Instructieboek.....6
Geprogrammeerd onderhoud. . . .238