Symbool Wat het betekent
amber of roodSTORING PARKEERSENSOREN (PARK ASSIST)
Het gele symbool gaat branden als er een tijdelijke storing van de parkeersensoren is. Als het
probleem nog aanwezig is na het reinigen van de zone van de parkeersensoren, contact
opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Het rode symbool gaat branden als er een permanente storing van de parkeersensoren is. De
uitgebleven werking van het systeem kan te wijten zijn aan onvoldoende spanning van de accu
of andere storingen in het elektrische systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
amber of roodSTORING FULL BRAKE CONTROL SYSTEEM
Het gele symbool gaat tijdelijk branden (en er wordt een bericht weergegeven) in geval van
storing van het Full Brake Control-systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Het rode symbool gaat permanent branden (en er wordt een bericht weergegeven) in geval van
storing van het Full Brake Control-systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
amberSTORING SPEED LIMITER
Het symbool gaat branden als er een storing van het Speed Limiter-systeem is. Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
amberGEPROGRAMMEERD ONDERHOUD (SERVICE)
In het “Geprogrammeerd Onderhoudsschema” zijn de onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld (zie het hoofdstuk "Onderhoud en zorg").
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen en de startinrichting op MAR wordt gezet,
verschijnt het woord symbool, gevolgd door het aantal resterende kilometers/mijlen of het
aantal resterende dagen (indien aanwezig).
Dit wordt automatisch weergegeven, met de startinrichting op MAR, 2000 km vóór de
onderhoudsbeurt of, waar aanwezig, 30 dagen vóór de onderhoudsbeurt. Dit wordt tevens elke
keer dat de sleutel naar MAR wordt gedraaid, weergegeven. Het bericht verschijnt in kilometers
of mijlen, afhankelijk van de meeteenheid die is ingesteld.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten verrichten en het bericht te resetten.
65
ACTIEVE
VEILIGHEIDS-
SYSTEMEN
In het voertuig zijn de volgende actieve
veiligheidssystemen aanwezig:
ABS (Anti-lock Braking System);
DTC-systeem (Drag Torque Control);
ESC (Electronic Stability Control)
(Elektronische Stabiliteitsregeling);
TC (Traction Control) (Tractieregeling);
PBA (Hydraulic Brake Assist)
(Hydraulische remondersteuning);
HHC (Hill Hold Control);
ERM (Electronic Rollover Mitigation);
TSC (Trailer Sway Control).
Zie de volgende beschrijving van de
werking van deze systemen.
ABS
(antiblokkeersysteem
van de wielen)
Dit systeem, dat deel uitmaakt van het
remsysteem, voorkomt het blokkeren of
slippen van een of meerdere wielen op
alle soorten wegdek en ongeacht de
kracht van de remwerking, zodat het
voertuig ook tijdens paniekremmen
onder controle gehouden kan worden
en de remweg wordt geoptimaliseerd.
Het systeem grijpt in tijdens het
remmen wanneer de wielen dreigen te
blokkeren tijdens paniekremmen of
onder slechte adhesiecondities, waarbij
blokkering vaker kan voorkomen.Het systeem verhoogt tevens de
controleerbaarheid en stabiliteit van het
voertuig wanneer op oppervlakken met
verschillende grip voor de wielen aan
rechter- en linkerzijde of in bochten
wordt geremd.
Het geheel wordt aangevuld met het
EBD-systeem (Electronic Braking Force
Distribution) dat voor de verdeling van
de remkracht tussen de voor- en de
achterwielen zorgt.
Inwerkingtreding van het systeem
De bestuurder kan merken wanneer het
ABS in werking treedt omdat het
rempedaal iets pulseert en het systeem
meer geluid maakt: dit is volkomen
normaal wanneer het systeem in
werking treedt.
35) 36) 37) 38) 39) 40) 41)
DTC-SYSTEEM (Drag
Torque Control)
Het systeem voorkomt dat de
aandrijfwielen mogelijk vergrendelen,
hetgeen kan gebeuren, bijvoorbeeld, als
het gaspedaal plotseling wordt
losgelaten of in het geval van een
plotseling naar een lagere versnelling
schakelen in omstandigheden van
slechte grip op de weg. In deze
omstandigheden zou het
motorremeffect ervoor kunnen zorgen
dat de aandrijfwielen slippen, waardoorhet voertuig zijn stabiliteit verliest. Het
DTC-systeem grijpt in dergelijke
situaties in door het motorkoppel te
regelen om zo de stabiliteit te bewaren
en de veiligheid van het voertuig te
verhogen.
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
Het ESC-systeem verbetert de
richtingscontrole en stabiliteit van de
auto onder diverse rijomstandigheden.
Het ESC-systeem corrigeert het
onderstuur en overstuur van het
voertuig door de remkracht op de juiste
wijze naar de wielen te sturen. Ook het
door de motor geleverde koppel kan
verlaagd worden om de controle over
het voertuig te behouden.
Het ESC-systeem maakt gebruikt van
de in het voertuig gemonteerde
sensoren om de baan te bepalen die de
bestuurder wil volgen en vergelijkt deze
met de werkelijke baan van de auto.
Wanneer de werkelijke baan afwijkt van
de gewenste baan, grijpt het
ESC-systeem in om het overstuur of
onderstuur van het voertuig te
corrigeren.
Overstuur: treedt op wanneer de
auto meer draait dan overeenkomstig
de hoek van het stuurwiel zou moeten.
68
VEILIGHEID
"Front. botsing "Waarschuwing"
(waar aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
De beschikbare opties zijn:
- "Off": het systeem is uitgeschakeld;
- "Alleen berichten": het systeem grijpt
alleen in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven (waar aanwezig);
- "Alleen remmen actief": het systeem
grijpt in door de automatische
remwerking te activeren (waar
aanwezig);
- "Alarm+ remmen actief": het systeem
grijpt in door de bestuurder een
geluidssignaal ter waarschuwing te
geven en de automatische remwerking
te activeren.
"Front. botsing Sensitivity"(waar
aanwezig) met deze functie kan de
"reactiegevoeligheid" van het systeem,
op basis van de afstand tot het
obstakel, geselecteerd worden.
De beschikbare opties zijn "Nabij",
"Med", "Ver".
"Park Assist"(waar aanwezig):
hiermee kunt u het type waarschuwing
dat door het Park Assist-systeem wordt
gegeven selecteren.De beschikbare opties zijn:
- "Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder alleen met
geluidssignalen dat er een obstakel
aanwezig is, via de luidsprekers in het
voertuig.
- "Geluid en Scherm": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met
geluidssignalen (via de luidsprekers in
het voertuig) en visuele
waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
"Front Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het voorste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Rear Park Assist vol."(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om het volume van de
geluidssignaal dat door het achterste
Parkassist-systeem wordt afgegeven te
selecteren.
"Park Assist vol."(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het volume van de geluidssignaal dat
door het Parkassist-systeem wordt
afgegeven te selecteren.
"Lane Assist Waarschuwing"(waar
aanwezig): hiermee kunt u de
"reactiegevoeligheid" van de
interventiewijze van het LaneAssist-
systeem kiezen.
"Lane Assist Strength"(waar
aanwezig): deze functie kan gebruikt
worden om de kracht te selecteren die
uitgeoefend moet worden op het
stuurwiel om het voertuig terug te laten
keren in de rijbaan via de elektrische
stuurinrichting, in geval van een ingreep
van het Lane Assist-systeem.
"Blind Spot Alert"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
het type waarschuwing te selecteren
("Alleen geluid" of "Geluid en
weergave") om de aanwezigheid van
voorwerpen in de blinde hoek van de
buitenspiegel aan te geven.
"Regensensor"(waar aanwezig):
deze functie kan gebruikt worden om
de automatische werking van de
ruitenwissers in geval van regen in/uit te
schakelen.
"Brakes"(waar aanwezig): met deze
functie kunnen de volgende submenu's
geselecteerd worden:
- "Remservice" (waar aanwezig):
hiermee kunt u de procedure activeren
om het onderhoud van het remsysteem
uit te voeren;
232
MULTIMEDIA