Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan we\
rkelijk elk detail en onderdeel. In de erkende Fiat Service garages vindt u technici die rechtstreeks door ons zijn opgeleid die kwaliteit
en professionaliteit bieden voor alle onderhoudswerkzaamheden.
De Fiat garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onde\
rhoud, de seizoenscontroles en voor praktische adviezen van onze deskundigen.
Met de Originele Vervangingsonderdelen gedistribueerd door MOPAR
®, worden de kenmerken
van betrouwbaarheid, comfort en prestaties, waarvoor u uw nieuwe voertui\
g gekozen heeft,
in de loop van de tijd in stand gehouden.
Vraag altijd om Originele Onderdelen van de componenten die wij gebruike\
n om onze auto’s te bouwen en
die wij u aanbevelen omdat die het resultaat zijn van ons engagement bij\
de research en de ontwikkeling van steeds innovatievere technologieën.
Vertrouw om al deze redenen op Origenele Onderdelen:
de enige die speciaal door FCA voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID:
REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS,
ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,
INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI:
STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Dit Instructieboek is bedoeld om de bedrijfsomstandigheden van het voert\
uig te verduidelijken.
Voor de enthousiaste gebruiker die de inzichten, curiositeiten en gedeta\
illeerde informatie over de eigenschappen en functies van het
voertuig wil weten, biedt Fiat de gelegenheid om een speciaal gedeelte t\
e raadplegen dat beschikbaar is in elektronisch formaat.
ONLINE INSTRUCTIEBOEK
Het volgende symbool is weergegeven in de tekst van het Instructieboek, naast de onderwerpen \
waarvoor updates worden verschaft.
Ga naar de website www.mopar.eu/owner
en open uw persoonlijke zone.
Op de pagina “Onderhoud en zorg” vindt u alle informatie over uw v\
oertuig en de link om toegang te krijgen tot eLUM, waar u alle details van het
Instructieboek zult kunnen vinden.
Of ga voor toegang tot deze informatie naar de website http://aftersales.fiat.com/elum/
.
De eLUM website is gratis en zal u in de gelegenheid stellen, naast heel veel an\
dere dingen, gemakkelijk de boorddocumenten te raadplegen van alle
andere voertuigen van de Group.
Veel leesplezier en goede reis!
Cop 124 Spider LUM NL.qxp 14/07/16 09:11 Pagina 2
Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat 124 Spider hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u te helpen alle kenmerken van dit voertuig te leren kennen en het op de beste manier te
gebruiken.
Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van het voertuig, zodat u het
maximum uit de technologische eigenschappen van uw voertuig kunt halen.
Het wordt geadviseerd het eerst helemaal te lezen voordat u voor de eerste keer de weg op gaat, om bekend te raken met de
bedieningselementen en met name die elementen die betrekking hebben op de remmen, stuurinrichting en versnellingsbak,
tegelijkertijd kunt u het gedrag van het voertuig op verschillende wegdekken begrijpen.
In dit document vindt u een beschrijving van de speciale kenmerken en tips, evenals essentiële informatie over veilig rijden,
onderhoud van en zorg voor uw voertuig.
Geadviseerd wordt het instructieboek, nadat u het gelezen hebt, in het voertuig te bewaren, zodat u het in de toekomst
gemakkelijk kunt raadplegen en om ervoor te zorgen dat het aan boord van het voertuig blijft indien het verkocht mocht
worden.
In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook een beschrijving van de Diensten die FCA haar klanten biedt, het
Garantiecertificaat en de details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service
van de mensen bij FCA zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst. .. en goede reis!
BELANGRIJK In dit instructieboek zijn alle versies van het voertuig beschreven; neem alstublieft uitsluitend de
informatie in beschouwing die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de versie van uw voertuig.
De gegevens in deze publicatie zijn slechts indicatief. FCA Italy S.p.A. kan op elk moment de in deze publicatie
beschreven specificaties van het automodel om technische of commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer
informatie contact op met het Fiat Servicenetwerk.
U kunt het systeem tevens activeren
door de “vergrendel” knop op de
zender tweemaal binnen 3 seconden in
te drukken.
Met de geavanceerde keyless
functie: u kunt het systeem tevens
activeren door de verzoekschakelaar
tweemaal binnen 3 seconden in te
drukken.
OPMERKING Het systeem kan niet
worden geactiveerd bij een geopend
portier.
Uitschakeling van het systeem
Ontgrendel het bestuurdersportier of
schakel het contact in (AAN). Als de
stroom wordt onderbroken (gesprongen
zekering of losgekoppelde accu), dan
kan het systeem alleen worden
gedeactiveerd door een portier te
ontgrendelen met de extra sleutel.
PASSIVE ENTRY(met geavanceerde keyless functie)
Beide portieren, de achterklep en de
brandstoftankklep kunnen worden
vergrendeld/ontgrendeld door te
drukken op de knop
“portiervergrendeling” op de greep
fig. 9 als u de sleutel bij u draagt.
Vergrendelen
Druk op de “portiervergrendeling”
schakelaar om de portieren, achterklep
en brandstoftankklep te vergrendelen;
de waarschuwingslichten knipperen een
maal.
Ontgrendelen
Druk op de “portiervergrendeling”
schakelaar om de portieren, achterklep
en brandstoftankklep te ontgrendelen;
de waarschuwingslichten knipperen
twee maal.
OPMERKING Controleer of beideportieren, de achterklep en de
brandstoftankklep goed zijn afgesloten.
OPMERKING Beide portieren, de
achterklep en de brandstoftankklep
kunnen niet worden vergrendeld als een
van de portieren geopend is.
OPMERKING Het kan na het indrukken
van de “portiervergrendeling”
schakelaar enkele seconden duren
voordat de portieren ontgrendelen.
De instelling kan worden gewijzigd
zodat een pieptoon hoorbaar is ter
bevestiging als de portieren, de
achterklep, de brandstoftankklep
worden vergrendeld/ontgrendeld met
een “portiervergrendeling” schakelaar.
Het volume van de pieptoon kan tevens
worden aangepast. Volg de volgende
procedure om de instelling te wijzigen:
schakel het contact uit en sluit beide
portieren en de achterklep;
open het portier aan
bestuurderszijde;
houd binnen 30 seconden na het
openen van het portier aan
bestuurderszijde, de knop
5 seconden of langer ingedrukt.
Beide portieren, de achterklep en de
brandstoftankklep worden vergrendeld
en de pieptoon wordt geactiveerd
volgens het ingestelde volume (als de
pieptooninstelling is uitgeschakeld,
wordt deze niet geactiveerd). De
804030102-12A-001
904000098-121-555
18
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
31)Plaats geen voorwerpen op de stoel of
op tegen de rugleuning die de warmte
kunnen isoleren, zoals een afdekking of een
kussen. Het kan ervoor zorgen dat het
stoelverwarmingssysteem oververhit raakt.
Zitten op een oververhitte stoel kan
ernstige brandwonden veroorzaken door
de toename van de temperatuur op het
oppervlak van de stoel.
32)Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe delen op de stoel en plaats geen
naalden of spelden in de stoel. Dit kan
ertoe leiden dat de stoel overmatig
verwarmd wordt en resulteren in letsel door
lichte brandwonden.
BELANGRIJK
7)De bekleding van de stoelen is
ontworpen om bestand te zijn tegen slijtage
bij normaal gebruik van het voertuig.
Desalniettemin zijn enkele
voorzorgsmaatregelen nodig. Vermijd
langdurig en/of excessief schuren tegen
kledingaccessoires zoals metalen gespen
en klittenband die, als ze veel druk
uitoefenen in een klein gebied, zouden
kunnen afbreken, met beschadiging van de
bekleding als gevolg.
HOOFDSTEUNEN
33)
Niet-instelbare hoofdsteunen
Uw voertuig is uitgerust met
niet-instelbare hoofdsteunen in de
rugzittingen van de bestuurder en
passagiers.
De niet-verstelbare hoofdsteunen
bevatten een bijgesneden bedekking
van schuim op de bovenste structuur
van de rugzittingen en zijn bedoeld om
u en de passagier te beschermen tegen
nekletsel.
Zet de rugzittingen rechtop, in de
rijpositie, zodat de hoofdsteun zich zo
dicht mogelijk bij de achterkant van u
hoofd bevindt.
BELANGRIJK
33)Controleer of de rugzittingen van de
stoelen goed rechtop staan, in de rijpositie,
voordat u met het voertuig wegrijdt. Het is
gevaarlijk te rijden met onjuiste ingestelde
rugzittingen. Als u hoofd geen steun heeft,
kunt u ernstig letsel aan u nek oplopen bij
een botsing.
STUURWIEL
AFSTELLING STUURWIEL
34) 35) 36)
De hoek van het stuurwiel wijzigen:
stop het voertuig en breng de
vergrendelhendel 1 onder de
stuurkolom naar beneden fig. 12;
kantel het stuurwiel in de gewenste
positie en breng de hendel omhoog om
de kolom te vergrendelen;
probeer het stuurwiel omhoog en
omlaag te duwen om te controleren of
het stuurwiel goed vergrendelt is
alvorens weg te rijden.
1204050101-12A-001
23
BELANGRIJK
34)Het verstellen van het stuurwiel mag
alleen bij stilstaand voertuig en
uitgeschakelde motor gebeuren. Het is
gevaarlijk het stuurwiel te verstellen als het
voertuig beweegt. Als het stuurwiel wordt
verplaatst, kan dit ertoe leiden dat de
bestuurder abrupt naar links of rechts
draait. Dit kan leiden tot controleverlies of
een ongeluk.
35)Aftermarket werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (b.v. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor het voertuig niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
36)Alvorens het voertuig te verlaten
ALTIJD de parkeerrem inschakelen, de
wielen draaien, de eerste versnelling
inschakelen bij een helling omhoog en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Als het voertuig op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan met of
wiggen of stenen. Bij het verlaten van het
voertuig, altijd de portieren sluiten door op
het knopje op de sleutel te drukken.
SPIEGELS
BUITENSPIEGELS
37)
Breedtespiegel aan
bestuurderskant
De breedtespiegel bevat twee
welvingen op het oppervlak die worden
gescheiden door een lijn 1 fig. 13 voor
binnen- en buitengebieden.
Het binnengebied is een standaard
bolle spiegel terwijl het buitengebied
een breder zicht geeft binnen hetzelfde
bereik. Deze combinatie geeft biedt
zekerheid bij het wisselen van rijbaan.
Objecten in het buitengebied zijn verder
weg dan in het binnengebied.
DAG/
NACHTBINNENSPIEGEL
39)
Verstellen van de
achteruitkijkspiegel
Verstel voordat u gaat rijden de
achteruitkijkspiegel fig. 14 om het zicht
door de achterruit te centreren.
1304060101-12A-001
1404060102-ADJ-001
24
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
De koplampsproeiers fig. 23 werken
automatisch elke vijfde maal dat de
ruitensproeier wordt geactiveerd. Als u
de koplampsproeiers wilt bedienen,
dubbeltikt u tegen de wisserhendel.
BELANGRIJK
42)Plaats alleen ruitenvloeistof of gewoon
water in het reservoir. Het gebruik van
antivries als ruitensproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de ruit wordt
gespoten, raakt de ruit bevuild, hetgeen de
zichtbaarheid beïnvloed en kan resulteren
in een ongeluk.43)Gebruik ruitenvloeistof alleen in
combinatie met antivries als het vriest. Het
gebruik van ruitenvloeistof zonder antivries
bij weersomstandigheden onder nul is
gevaarlijk, aangezien de ruit kan bevriezen
en uw zicht kan belemmeren, hetgeen kan
resulteren in een ongeluk. Zorg er
bovendien voor dat de ruit voldoende is
opgewarmd door middel van de
ruitverwarming voordat u er ruitenvloeistof
op spuit.
44)Zorg ervoor dat het systeem is
uitgeschakeld als de voorruit moet worden
schoongemaakt.
BELANGRIJK
8)Gebruik de ruitenwisser niet om
opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit
te verwijderen. Onder dergelijke
omstandigheden wordt bij overbelasting
van de ruitenwisser de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de ruitenwisser
enkele seconden wordt uitgeschakeld. Als
hierna de ruitenwisser niet meer werkt (ook
niet nadat de motor opnieuw is gestart),
neemt u contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
9)Schakel de ruitenwissers niet met van de
ruit opgeheven wisserbladen in.
10)Schakel de regensensor nooit in tijdens
een schoonmaakbeurt in een wasstraat.
11)Zorg er bij ijs op de ruit voor dat de
wissers correct worden losgemaakt.
KLIMAATREGELING
BEDIENINGSTIPS
2)
Bedien de airconditioning als de motor
loopt.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, moet u de ventilatorregelaar
niet langdurig ingeschakeld houden met
het contact op ON (AAN) wanneer de
motor niet loopt.
Verwijder obstructies zoals bladeren,
sneeuw en ijs van de motorkap en de
luchtinlaat in het rooster voor een
betere werking.
Gebruik de airconditioning om de ruiten
te ontwasemen en de lucht te
ontvochtigen.
De hercirculatiemodus dient te worden
gebruikt als u door tunnels rijdt of als u
in de file staat, of als u de buitenlucht
wilt buiten sluiten voor een snelle
afkoeling in het voertuig.
2304110102-L37-007
34
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Waarschuwingslampje Betekenis
WAARSCHUWINGSLAMPJE bandenspanningbewakingssysteem
Bij een storing in het bandenspanningsysteem knippert het lampje voor de bandenspanning
ongeveer 1 minuut als het contact wordt ingeschakeld (AAN) en ingeschakeld blijft. Neem zo
snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk. Als het waarschuwingslampje brandt en
de pieptoon hoorbaar is (ongeveer 3 seconden), is de bandenspanning te laag in een of meer
banden. Inspecteer de banden en pas de gespecificeerde bandenspanning toe.
Verhoog de bandenspanning als de banden koud zijn. De bandenspanning varieert naar gelang
de temperatuur van de band. Breng daarom het voertuig 1 uur tot stilstand of rijd 1,6 km of
minder alvorens de bandenspanning aan te passen. Als warme banden aan koude inflatiedruk
worden blootgesteld, kan het waarschuwingslampje of de pieptoon worden ingeschakeld nadat
de banden afkoelen en de druk onder de specificatie valt. Een TPMS-waarschuwingslampje
voor een lage bandenspanning vanwege koude weersomstandigheden blijft branden, zelfs
indien de omgevingstemperatuur stijft. Het is in dit geval tevens nodig de bandenspanning aan
te passen. Als het TPMS-waarschuwingslampje gaat branden vanwege een daling in de
luchtdruk, moet u ervoor zorgen dat de bandenspanning wordt gecontroleerd.
Naar verloop van tijd verliezen banden lucht op een natuurlijke manier. Het TPMS kan niet
aangeven of de banden op een natuurlijke manier te zacht zijn geworden of dat u een lekke
band heeft. Als echter slechts een van de vier banden een lage bandenspanning heeft, is dit een
indicatie voor een probleem; u moet iemand het voertuig langzaam voorruit laten rijden zodat u
de lege band kunt controleren op insnijdingen of metalen voorwerpen in de band of zijwand.
Plaats een paar druppels water op het ventiel om te controleren op belvorming, hetgeen een
slecht ventiel aangeeft. Lekken moeten worden opgelost; het is niet voldoende de band alleen
op te pompen, aangezien lekken gevaarlijk zijn. Breng uw voertuig naar een dealer van het Fiat
Servicenetwerk. Deze beschikt over de benodigde apparatuur om banden en TPMS-systemen
te herstellen en kan de beste vervangingsband voor uw voertuig bestellen.
63) 64)
63
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
81) 82) 83) 84) 85)
De veiligheidsgordel vastmaken
1 fig. 63: gesp gordel;
2: sluiting gordel.
plaats de heupgordel zo laag mogelijk 1
fig. 64, niet op de maagstreek 2, en pas
de schoudergordel 3 vervolgens aan
zodat deze stevig tegen uw lichaam
aanligt.De veiligheidsgordel losmaken
Druk knop 1 fig. 65 in op de sluiting van
de veiligheidsgordel. Als een gordel niet
volledig terugloopt, trekt u deze uit en
inspecteert u deze op knikken en
verdraaiingen. Zorg ervoor dat de
gordel ongedraaid terugloopt.
BELANGRIJK Als een gordel niet
volledig terugloopt, inspecteert u deze
op knikken en verdraaiingen. Neem
contact op met het Fiat Servicenetwerk
als de gordel na inspectie nog steeds
niet volledig terugloopt.
BELANGRIJK Draag de
veiligheidsgordel alleen als deze juist
door geleider 1 fig. 66 is gevoerd. Het
dragen van een veiligheidsgordel die
niet in de geleider zit, is gevaarlijk
aangezien de veiligheidsgordel dan niet
de benodigde veiligheid kan bieden bij
een ongeluk, hetgeen kan leiden tot
ernstig letsel.
1
2
6303020201-121-001
1
3
2
6403020201-122-002
1
6503020202-UNF-001
1
6603020200-12A-001
84
VEILIGHEID