Zoekt uw gewenste zender in de
zenderlijst. Stemt 10 seconden
lang op iedere zender in de
zenderlijst af. Selecteer deze
optie nog een keer als op uw
gewenste zender is afgestemd.
Als de zenderlijst niet
beschikbaar is, wordt er
overgeschakeld naar het
updatescherm van de zenderlijst.
Voer een update van de
zenderlijst uit.
Schakelt de TA-modus in en uit.
/Keert terug naar het vorige
station/gaat door naar het
volgende station. Druk op
dit pictogram en houd deze
ingedrukt om terug te keren
naar de bovenste zender in
het vorige/volgende
ensemble.
Geeft het instellingenscherm van
DAB-radio weer.
Geeft de geluidsinstellingen weer
zodat het kwaliteitsniveau van het
geluid kan worden ingesteld.
INSTELLINGEN
OPMERKING: Afhankelijk van de
kwaliteit en specificatie, kan het
schermdisplay afwijken.
Selecteer de icoon
op het
startscherm om het scherm"Instellingen" weer te geven. Gebruik
het tabblad en selecteer de instelling
van het onderdeel dat u wilt wijzigen.
U kunt de instellingen in het
configuratiescherm als volgt
aanpassen:
"Display": raadpleeg de paragraaf
"Volume/Display/Geluidsknoppen" in de
bijlage Radio 7;
"Sound": raadpleeg de paragraaf
"Volume/Display/Geluidsknoppen" in de
bijlage Radio 7;
"Klok": "Tijd aanpassen", "GPS
Sync", "Tijdformat", "Tijd zone
geselecteerd", "Zomertijd";
“Voertuig”: Regensensor
ruitenwisser/Deurvergrendeling/Andere;
“Apparat.”: selecteerBluetooth®
of "Network Management";
“Systeem”: "Tooltips", "Taal",
"Temperatuur", "Afstand",
"Muziekdatabase updaten",
"Fabrieksreset", "Systeem informatie
(overeenkomsten en rechten)",
"Systeem informatie (Versie-informatie)"
AUX / USB / iPod
Door een in de handel verkrijgbare
draagbaar audioapparaat op de
AUX-aansluiting aan te sluiten kan de
audio via de luidsprekers van het
voertuig worden weergegeven.
Daarvoor is een in de handelverkrijgbare stereo minikabel zonder
impedantie (3,5 Ø) nodig.
Bovendien kan het audiosysteem van
het voertuig audio weergeven door een
iPod of USB-apparaat op de
USB-poort fig. 162 (1= USB-poorten/
2= hulpaansluiting) aan te sluiten.
Aansluiten op de USB-poort /
AUX-aansluiting
Een apparaat aansluiten: verwijder
het klepje als de AUX-aansluiting of de
USB-poort door een klepje wordt
afgesloten. Sluit de connector van het
apparaat aan op de USB-poort.
Aansluiten met een
verbindingskabel: verwijder het klepje
als de AUX-aansluiting of de USB-poort
door een klepje wordt afgesloten. Sluit
de stekker van het apparaat/de
verbindingskabel aan op de
AUX-aansluiting/USB-poort
16206020700-122-001
212
MULTIMEDIA
Kinderzitje voor verschillende
stoelstanden...............92
Kinderzitjes installeren..........96
Klimaatregeling...............34
Koplamp- en
ruitensproeiervloeistof (peil
controleren)..............175
Koplampen.................26
Koplampsproeiers.............33
Krachtbegrenzer (spansysteem)....87
Lak (beschermen)............181
Lampjes en berichten...........56
Mistachterlichten.............28
Mistvoorlichten...............28
Motor....................187
Motorkap..................45
Motorkoelvloeistof (peil
controleren)..............174
Motorolie (niveau controleren).....174
Motorruimte................173
Multimedia.................200
Navigatie.................214
Niveaus controleren...........173
Noodprocedure klepje openen. . . .129
Noodstop signaleringssysteem. . . .137
Opbergplaats gereedschap.....154
Parkeerrem................117
Parkeersensorsysteem.........127
Parkeren..................116
Passagiersairbag.............102Passagiersdetectiesysteem......107
Periodieke controles
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........167
Portieren...................17
Posities versnellingspook.......119
Prestaties.................196
Radio 3”.................202
Radio 7”..................208
Rem- / koppelingvloeistof (peil
controleren)..............175
Richtingaanwijzers............29
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........199
Rijbaanwisselsignalen..........29
Ruitensproeier...............33
Ruitenwissers................32
Ruitenwissers/sproeier voorruit.....32
SBA-systeem
(Gordelwaarschuwing)........86
Schakelindicator..............55
Slepen bij pech..............163
Slepen van het voertuig........162
Sleutels....................9
Sneeuwkettingen............179
Snelheidsbegrenzer...........126
Spiegels...................24
Standaard velgen en banden.....189Starten met een hulpaccu
(procedure)...............160
Starten met hulpaccu..........159
Startonderbrekingssysteem.......15
Stoelen....................20
Stoelen (handmatig verstelbaar)....20
Stoelen en stoffen bekleding
(reiniging)................183
Stopcontact................41
Stuurwiel...................23
Symbolen...................3
Tanken..................129
Tankprocedure..............129
TCS (Traction Control System,
tractieregelingssysteem).......73
Tips, bediening en algemene
informatie................201
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System, bewakingssysteem
bandenspanning)............77
Type kinderzitjes..............90
Uitschakeling
versnellingsvergrendeling
(automatische versnellingsbak). .120
Veiligheidsgordels............83
Veiligheidsgordels
(vastmaken/losmaken)........84
Velgen en banden............188
Vergrendelknop elektrische ruit.....41
Versnellingsvergrendeling
(automatische versnellingsbak) . .120
ALFABETISCH REGISTER