2
01
02
03
04
05
9 Instrumentenpanelen
12
W
aarschuwings- en verklikkerlampjes
24
Meters
31
B
lack panel
31
M
onochroom display A
33
M
onochroom display C
34
Touchscreen
38
B
oordcomputer
40
D
atum en tijd instellen 43
S
leutel met afstandsbediening
46
Alarmsysteem
47
Ruitbediening
49
P
ortieren
51
Cabriodak
57 Bagageruimte
61
Voor stoelen
66
Ac
hterbank
67
Stuurwielverstelling
67
Spiegels
68
V
entilatie
71
V
erwarming
71
H
andbediende airconditioning
72
A
utomatische airconditioning
74
R
ecirculatie van interieurlucht
74
O
ntwasemen – ontdooien voorruit en
zijruiten
75
O
ntwasemen – ontdooien achterruit
76
Par fumeur
77
Plafonnier
77
S
feerverlichting interieur
78
V
oorzieningen interieur
81
V
oorzieningen bagageruimte84
Lichtschakelaar
86
Richtingaanwijzers
86
A
utomatische verlichting
87
LED-dagrijverlichting
87
H
oogteverstelling koplampen
88 Ruitenwisserschakelaar
92
A
lgemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid
93
A
larmknipperlichten
93
C
laxon
93
N
oodoproep of pechhulpoproep
96
E
lektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
98
Veiligheidsgordels
101
Airbags
104
Kinderzitjes
105
U
itschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
111
ISOFIX-kinderzitjes
OverzichtInstrumentenpaneel Toegang tot de auto
Ergonomie en comfort Veiligheid Verlichting en zicht
Eco-rijden
Inhoudsopgave
104
Algemene informatie met
betrekking tot kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het ver voer
van kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
c
onform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12
jaar of kleiner
dan 1,50
m in gehomologeerde, aan het
lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op
met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd,
-
d
e veiligste plaats voor het vervoeren van
een kind is volgens de statistieken een
plaats op de achterbank van uw auto,
-
k
inderen tot 9 kg moeten zowel voor- als
achterin met de rug in de rijrichting worden
vervoerd.
het is raadzaam om kinderen op de
achterzitplaatsen van uw auto te ver voeren:
-
t
ot 3 jaar met de rug in de rijrichting ,
-
m
et het gezicht in de rijrichting vanaf
3
j a a r. Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de
bescherming van het kind bij een aanrijding
niet meer gewaarborgd.
Volg nauwkeurig de montagevoorschriften
in de handleiding die bij het kinderzitje is
geleverd.
Kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
r ijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning van de voorstoel rechtop, zodat
het kinderzitje de voorstoel niet raakt.
"Met het gezicht in de
rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht in de
r ijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning van de voorstoel rechtop, zodat
de benen van het kind de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed is
aangetrokken.
Controleer bij kinderzitjes met een steun of
deze steun stabiel op de vloer staat. Verstel de
passagiersstoel als dit niet het geval is.
Middelste zitplaats achter
Een kinderzitje met steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter worden bevestigd.
05
Veiligheid
109
Aanbevolen kinderzitjes
Categorie 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
L1
"
RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2
en 3: 15-36 kg
L5
"RÖMER KIDFIX XP"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel. Groep 2
en 3: 15-36 kg
L6
"GRACO Booster"
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
05
Veiligheid
111
ISOFIX-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust
met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
Ver wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens een kinderzitje met rugleuning op een
passagierszitplaats te bevestigen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer te bevestigen nadat het
kinderzitje weer is verwijderd.
(a)
Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10
kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op
de passagiersstoel vóór worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van
uw land alvorens uw kind in dit kinderzitje
te zetten.
(d) Als u
een kinderzitje met de rug of
het gezicht in de rijrichting op een
achterzitplaats bevestigt, moet u
de
voorstoel naar voren schuiven en de
rugleuning er van rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en
de benen van het kind.
(e) Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de passagiersairbag
worden gedeactiveerd. Het kind kan
anders bij het afgaan van de airbag
(levensgevaarlijk) gewond raken. Als een
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst,
moet de airbag vóór aan passagierszijde
ingeschakeld blijven.
(f ) Een kinderzitje met steun mag nooit op
de middelste zitplaats achter worden
bevestigd. U:
Zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel "met de
rug in de rijrichting" als "met het gezicht in
de rijrichting".
U(R): als U, waarbij de passagiersstoel in de
hoogste stand en de middelste stand
van de verstelling in lengterichting moet
worden gezet.
-
t
wee bevestigingsringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een etiket,
-
é
én bevestigingsring B achter de stoel, TOP
TETHER genoemd, voor de bevestiging van de
bovenste riem.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste riem van het
kinderzitje (indien aanwezig) worden bevestigd. Dit
systeem beperkt het naar voren kantelen van het
kinderzitje bij een frontale aanrijding.
05
Veiligheid
11 2
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een kinderzitje
veilig, degelijk en snel in uw auto worden
gemonteerd.
De ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A kunnen
worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van
een Top Tether (bovenste riem) die kan worden
vastgemaakt aan bevestigingsring B .
Kinderzitje vastmaken aan de Top Tether:
-
v
er wijder de hoofdsteun van de zitplaats
waarop u
het kinderzitje wilt plaatsen en berg de
hoofdsteun op (plaats de hoofdsteun terug zodra
het kinderzitje is verwijderd),
-
v
oer de riem van het kinderzitje over de
rugleuning van de zitplaats, tussen de
openingen voor de pennen van de hoofdsteun
d o o r,
-
b
evestig de haak van de bovenste riem aan het
bevestigingsring B,
-
z
et de bovenste riem (Top Tether) vast.
Als u
een ISOFIX-kinderzitje op de buitenste
zitplaats rechts achter monteert, beweeg de
veiligheidsgordel van de middelste zitplaats dan
eerst naar het midden van de auto, zodat de gordel
na het monteren van het zitje nog probleemloos kan
worden gebruikt.
Raadpleeg het overzicht voor meer informatie over
de bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.Aanbevolen ISOFIX-
kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de montage-
instructies van de fabrikant. "
RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met "het gezicht in de rijrichting" geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en, met de
bovenste riem, aan de ring B , de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje
met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo
af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
05
Veiligheid
11 3
Overzichtstabel van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien
van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t /m G ).
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(groep 0)
Tot ongeveer 6
maandenTot 10
kg (groep 0)
Tot 13
kg (groep 0+)
Tot ongeveer 1
jaarVan 9
tot 18 kg (groep 1)
Van 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje ReiswiegRug in de rijrichting Rug in de
rijrichting Gezicht in de rijrichting
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Universele en semi-universele ISOFIX-
kinderzitjes geschikt voor bevestiging op de buitenste zitplaatsen achter X
XIL- SU* XIL- SU* IUF
IL- SU
IL- SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een semi-universeel ISOFIX-kinderzitje:
-
"
met de rug in de rijrichting",
bevestigd met behulp van een Top
Tether of een steun,
-
"
met het gezicht in de rijrichting",
bevestigd met behulp van een steun,
-
e
en reiswieg bevestigd met behulp
van een bovenste riem (top tether) of
een steun.
Raadpleeg de paragraaf "ISOFIX-bevestigingen"
voor meer informatie over de bevestiging van de
bovenste riem. X:
zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van
een kinderzitje of een ISOFIX-reiswieg uit de
aangegeven gewichtsklasse.
Ver wijder de hoofdsteun en berg deze op
alvorens een kinderzitje met rugleuning op een
passagierszitplaats te bevestigen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer te bevestigen nadat het
kinderzitje weer is verwijderd.
*
A
ls u een kinderzitje met de rug of het gezicht
in de rijrichting op een achterzitplaats bevestigt,
moet u
de voorstoel naar voren schuiven en
de rugleuning er van rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de
benen van het kind.
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
en een bovenste riem "TOP TETHER".
05
Veiligheid
204
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting ...........................86 - 87
Frequentie (radio)
....................................................... 8
F
unctie snelweg (richtingaanwijzers)
...................... 86
G
ereedschap .......................................... 16 9 -170, 173
Gewichten ............................................................... 19 4
Grootlicht
................................................... 2
3, 84, 175
Halogeenlampen
.................................................... 1
74
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld
..........................120, 131-13 4, 15 8
Handgrepen
....................................................... 63
-65
Handsfree set
.............................................. 14 -16 , 6 - 8
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
..........................131-132
Hoedenplank
............................................................ 81
Hoofdmenu
................................................................ 2
H
oofdsteunen achter
............................................... 66Jack
........................................................................\
...
10
J
ack-aansluiting
.............................................79, 10, 5
Jack-kabel
................................................................ 10
I
dentificatie (stickers)
.............................................
201
Identificatiegegevens
.............................................
201
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte, indeling
....
81
Indeling interieur ~ Interieurindeling
.................
78 -79
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud)
.... 14
8
Instellen van de uitrustingen
...........
31-34, 36, 40 - 41
Instellingen van het systeem ...................................
12
Instrumentenpaneel ..............................................
9 -12
Instrumentenpanelen ............................................9 -12
Interieurfilter ........................................................... 15
8
Interieurfilter (vervangen)
......................................15 8
Interieurverlichting
.....................................7 7-78 , 18 0
ISOFIX
....................................................................112
ISOFIX (bevestigingen)
..................................111, 113
ISOFIX-bevestigingen
.................................... 111
, 113
ISOFIX-kinderzitjes .......................................... 111 -113
F
G
HJ I
M L
K
Laden accu ~ Accu laden .............................. 1 8 9 -19 0
Lampen (vervangen) ...............................174, 176 -179
Lampen vervangen
................................. 174, 176 -179
Leder (onderhoud)
................................................. 16
3
Lekke band
............................................. 165 -166, 168
Lichtschakelaar
............................................ 22-23, 84
Lokaliseren van de auto
.......................................... 44
Luchtfilter
................................................................ 15 8
Luchtfilter (vervangen)
........................................... 15 8
Luchtrecirculatie
.................................................. 72-75
Make-upspiegel
....................................................... 78
Matten
....................................................................... 80
Mat verwijderen
........................................................ 80
Milieu
........................................................................\
. 45
Mistachterlicht
................................................. 176 -179
Mistlampen vóór
..................................................... 176
Monochroom display
................................................. 2
Motoren ................................................... 19 4 -195, 198
Motorkap
......................................................... 15 3 -15 4
Motorolie
......................................................... 15 5 -15 6
Motorolieniveaumeter
......................................... 27-2 8
M P3
(CD)
.................................................................... 5
M
ultifunctioneel display
(met autoradio)
..................................... 31- 3 4 , 4 0 - 41
E
Eco-mode ~ Eco-modus .......................................15 3
Electronic Stability Program (ESC) ...................96 -97
Elektronische remdrukregelaar (EBD)
.............96 -97
Elektronische remdrukregelaar (EBD) ~ Electronic Brake Force
Distribution (EBD)
........................................... 96 -97
Elektronische sleutel
................................................ 43
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische ......................4 5 , 11 8
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
.....................12 0 -124, 132-13 4, 15 8
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
.......96 -97
ESP
..................................................................... 9
6 -97Hoofdsteunen verstellen
.......................................... 62
Hoofdsteunen vóór
..................................................62
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling
..................................67
Hulpoproep
.........................................................93-96
Kaartleeslampjes
............................................. 7
7, 1 8 0
Kentekenplaatverlichting
................................176 -179
Kilometerteller
..........................................................30
Kinderbeveiliging ............................................ 11 0 , 113
Kinderen
..........................................................11 0 -113
Kinderzitjes
......................10 0, 104 -105, 109 -110, 114 Kinderzitjes (conventioneel)
..................................109
Kleurcode lak
.........................................................201
Klokje (instellen)
......................................31- 3 4 , 4 0 - 41
Koelvloeistoftemperatuur
........................................24
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...............................24
Kofferdeksel sluiten
.....................................4 3 , 57- 5 8
Koplampen
......................................................174 -175
Krik
..........................................................16 9 -170, 173
Trefwoordenregister