Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
iTPMS-SYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen. Repareer de band(en)
onmiddellijk met behulp van de speciale kit (zie de
paragraaf "Een wiel verwisselen" in het hoofdstuk
"Noodgevallen") en neem zo snel mogelijk contact
op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Storing iTPMS/iTPMS tijdelijk uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje knippert gedurende circa 75 seconden
en blijft daarna constant branden( zie paragraaf
"Bedrijfsomstandigheden") om aan te geven dat het systeem
tijdelijk uitgeschakeld of defect is.
Het systeem gaat weer normaal werken zodra de
bedrijfsomstandigheden dat toelaten. Als dat niet het geval is de
Resetprocedure uitvoeren na het herstellen van de normale
bedrijfsomstandigheden.Als de storing blijft voortduren, zo snel mogelijk
contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat continu branden om aan te geven
dat de bandenspanning gezakt is onder de aanbevolen waarde die
een lange levensduur van de band en een zuinig brandstofverbruik
garandeert, of om aan te geven dat er spanningsverlies is.
Zo wordt de bestuurder door het iTPMS gewaarschuwd dat een of
meer banden leeg en daardoor mogelijk lek kunnen zijn. In dit geval
wordt geadviseerd de juiste bandenspanning te herstellen (zie
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens").
Zodra de normale bedrijfsomstandigheden van het voertuig
hersteld zijn, de resetprocedure uitvoeren.In elke situatie waarin op het display het bericht
"Raadpleeg handleiding" wordt weergegeven, is
het VERPLICHT om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens"
te raadplegen, en moeten de aanwijzingen die u
daarin vindt strikt worden opgevolgd.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen.
51
iTPMS-systeem (indirect Tyre
Pressure Monitoring System)
(voor bepaalde versies/markten)
BESCHRIJVING
De auto kan uitgerust zijn met het iTPMS
(indirect Tyre Pressure Monitoring
System) dat via de wielsnelheidsensoren
de toestand van de bandenspanning
controleert.
Het systeem waarschuwt de bestuurder
als een of meer banden leeg zijn met een
permanent brandend
waarschuwingslampje
en een
waarschuwingsbericht op het display.
Als slechts een band leeg is, kan het
systeem aangeven om welke band het
gaat: het wordt in elk geval aanbevolen
om de spanning van alle vier de banden te
controleren.
Deze aanduiding wordt ook weergegeven
nadat de motor wordt afgezet en weer
gestart wordt, zolang de resetprocedure
niet wordt uitgevoerd.
RESETPROCEDURE
Het iTPMS-systeem heeft een
"inleerfase" nodig (met een duur die
afhangt van de rijstijl en de
wegomstandigheden: bij optimale
omstandigheden wordt gereden op een
rechte weg met 80 km/h gedurende
minstens 20 minuten) die begint wanneer
de RESET-procedure wordt uitgevoerd.
De resetprocedure moet worden
uitgevoerd:
elke keer dat de bandenspanning
wordt gewijzigd;
wanneer ook maar één wiel verwisseld
wordt;
wanneer de banden worden gedraaid
of omgewisseld;
wanneer het ruimtebesparende
reservewiel wordt gemonteerd.
Pomp, voordat de RESET wordt
uitgevoerd, de banden met de juiste
bandenspanning op, vermeld in de
bandenspanningstabel (zie de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens").
Als de reset niet wordt uitgevoerd in alle
bovenstaande gevallen, kan het
waarschuwingslampje
verkeerde
aanduidingen over een of meer banden
geven.Druk, voor het uitvoeren van de RESET bij
stilstaande auto en contactsleutel op
MAR, 2 seconden op de knop
fig. 39 op
het dashboard; na de RESET toont het
display een speciaal bericht dat aangeeft
dat het "inleren" is gestart.
WERKINGSCONDITIES
47) 48) 49) 50) 51) 52)
Het systeem is actief bij snelheden van
meer dan 15 km/h.
In enkele situaties zoals sportief rijden,
bijzondere omstandigheden van het
wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde
wegen) kan de signalering vertraagd
worden of kan het gelijktijdige
spanningsverlies van meer dan een band
slechts gedeeltelijk gedetecteerd
worden.
39A0K0608C
65
Onder speciale omstandigheden (bijv.
voertuig asymmetrisch beladen aan één
kant, trekken van een aanhanger,
beschadigde of versleten band, montage
van het noodreservewiel, gebruik van de
"Fix&Go Automatic" kit, gebruik van
sneeuwkettingen, verschillende banden
op de assen gemonteerd) kan het
systeem onjuiste indicaties geven of
tijdelijk uitgeschakeld worden.
Als het systeem tijdelijk uitgeschakeld is,
knippert het waarschuwingslampje
ongeveer 75 seconden en blijft
daarna continu branden; tegelijkertijd
wordt op het display een speciaal bericht
weergegeven.
Deze aanduiding wordt ook weergegeven
na het afzetten en opnieuw starten van
de motor, als de correcte
bedrijfsomstandigheden niet hersteld
worden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
BELANGRIJK
47)Als het systeem een spanningsafname
van een bepaalde band aangeeft, wordt
geadviseerd om de spanning van alle vier de
banden te controleren.
48)Het iTPMS ontslaat de bestuurder niet
van de verplichting om de bandenspanning
elke maand te controleren en mag niet
beschouwd worden als vervanging voor het
onderhoud of een veiligheidssysteem.
49)De bandenspanning moet bij koude
banden gecontroleerd worden. Als de
bandenspanning om welke reden dan ook bij
warme banden moet worden gecontroleerd,
dan mag de spanning niet worden verlaagd,
ook wanneer de gemeten waarde hoger is
dan de voorgeschreven spanningswaarde.
Controleer de bandenspanning nadien
nogmaals bij koude banden.
50)Het iTPMS-systeem waarschuwt niet bij
een plotselinge afname van de
bandenspanning (bijvoorbeeld bij een
klapband). Breng in dergelijke gevallen het
voertuig tot stilstand en voorkom bruuske
stuurbewegingen.
51)Het systeem waarschuwt alleen dat de
bandenspanning laag is: het is niet in staat
om de banden op te pompen.
52)Een te lage bandenspanning verhoogt
het brandstofverbruik, verkort de
levensduur van het loopvlak en kan het
vermogen om de auto op veilige manier te
besturen beïnvloeden.
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordel moet omgelegd
worden terwijl men goed rechtop, met de
rug tegen de rugleuning zit.
Om de gordels vast te maken, de gesp 1
fig. 40 vasthouden en deze in sluiting
3 steken, totdat de klik van het
vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel
blokkeert, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
Om de gordel los te maken, druk op knop
2 en begeleid de gordel tijdens het
teruglopen met de hand, zodat hij niet
draait.
53)
40A0K0659C
66
VEILIGHEID
Na ongeveer 8 km / 5 mijl gereden te
hebben, het voertuig op een veilige en
geschikte plaats zetten, met de handrem
ingeschakeld. Neem de compressor en
herstel de spanning met de zwarte
vulleiding 9 fig. 100.
Als de weergegeven spanning hoger dan
1,8 bar / 26 psi is, herstel dan de
spanning en rij voorzichtig zo snel
mogelijk naar een dealer van het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Indien de
spanning lager is dan 1,8 bar / 26 psi, rij
dan niet verder, maar neem contact op
met een Alfa Romeo Servicenetwerk.
OPPOMPEN
Ga als volgt te werk:
stop het voertuig op een veilige
manier, zoals hierboven beschreven, en
schakel de handrem in;
neem de zwarte vulleiding 9
fig. 100 uit en schroef deze stevig op het
ventiel van de band. Volg de aanwijzingen
in fig. 97 en fig. 100.
Druk op de ontluchtingsknop 10
fig. 98 om eventuele overmatige
bandenspanning weg te nemen.
VERVANGING FILTERELEMENT
Ga als volgt te werk:
gebruik alleen Fix&Go originele
filterelementen die kunnen worden
aangeschaft bij een Alfa Romeo
Servicenetwerk.
om het busje 1 fig. 95 te verwijderen,
druk op de knop 8 fig. 99 en trek het
omhoog.
BELANGRIJK
121)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking van
de Fix&Go kit. Lees het etiket op het busje
vóór gebruik, vermijd oneigenlijk gebruik. De
kit dient gebruikt te worden door
volwassenen en mag niet gebruikt worden
door kinderen.
122)BELANGRIJK: Overschrijd de snelheid
van 80 km/h niet. Vermijd abrupt
accelereren of remmen. De Fix&Go-kit
voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom
moet de band zo snel mogelijk onderzocht en
gerepareerd worden door een specialist.
Alvorens de kit te gebruiken, controleren of
de band niet buitensporig beschadigd is en
dat de velg in goede conditie is, gebruik de
kit anders niet en bel pechverhelping.
Verwijder vreemde voorwerpen niet uit de
band. Laat de compressor niet langer dan
20 minuten achter elkaar aan staan -
oververhittingsgevaar.
BELANGRIJK
37)Het afdichtmiddel werkt bij
buitentemperaturen tussen -40°C en +55°C.
Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Banden met een
beschadiging van het bandoppervlak tot een
maximale diameter van 6 mm kunnen
hersteld worden. Toon het busje en het etiket
aan het personeel dat de band zal
behandelen die hersteld werd met de
bandenreparatiekit.
125
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig onder
optimale omstandigheden.
Daarom heeft Alfa Romeo een reeks
controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die op vaste
afstandsintervallen uitgevoerd moeten
worden en, voor bepaalde
versies/markten, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het altijd
noodzakelijk de aanwijzingen in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema
zorgvuldig op te volgen (bijv. regelmatige
controle van de vloeistofniveaus,
bandenspanning, enz.).
Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten
worden door alle werkplaatsen van het
Alfa Romeo Servicenetwerk uitgevoerd
op basis van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen. Eventuele reparaties
die nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles van
het geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar.Als het voertuig dikwijls gebruikt wordt
voor het trekken van aanhangers, dan
moet een korter interval tussen de
onderhoudsbeurten worden
aangehouden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Het niet
uitvoeren ervan kan het vervallen van de
garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Alfa Romeo
Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
134
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINEVERSIES
WAARSCHUWING: Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende interval
verstrijken!
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading/toestand van de
"Fix&Go" reparatiekit kit controleren (voor bepaalde
versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie controleren
De diagnosestekker gebruiken om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
135
DIESELVERSIES
WAARSCHUWING: Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende interval
verstrijken!
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading/toestand van de
"Fix&Go" reparatiekit kit controleren (voor bepaalde
versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
verslechtering van de emissie en motorolie te controleren
(het laatste voor bepaalde versies/markten, waar voorzien)
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en leidingen
(uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, slangen, bussen enz.)
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
139
BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND
STANDAARD BANDEN
VERSIES MAATGEMIDDELDE BELASTING VOLLE BELASTING
Voor Achter Voor Achter
1,4 Turbo Benzine
1.6 JTD
M
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/45 R17 94V ALL SEASON
225/40 R18 92W REINFORCED2,3
2,3
2,3
2,62,1
2,1
2,1
2,22,7
2,7
2,7
3,02,3
2,3
2,3
2,6
1.4 Turbo MultiAir
2.0 JTD
M
205/55 R16 91V
225/45 R17 91W
225/45 R17 94V ALL SEASON
225/40 R18 92W REINFORCED2,3
2,3/2,8(*)
2,3
2,62,1
2,1/2,6
(*)
2,1
2,22,7
2,7/2,8
(*)
2,7
3,02,3
2,3/2,6
(*)
2,3
2,6
1750 Turbo Benzine
(*)225/45 R17 91W
225/40 R18 92W REINFORCED2,3
2,62,1
2,22,7
3,02,3
2,6
NoodreservewielT135/70 R16 100M
T125/80 R17 99M4,2
(*) Indien gemonteerd
Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de aanbevolen waarde. Controleer de bandenspanning nogmaals
als de banden koud zijn.
Bij winterbanden moet de voorgeschreven bandenspanning voor standaardbanden met +0,2 bar worden verhoogd.
Bij het rijden met snelheden hoger dan 160 km/h, de banden oppompen tot drukwaarden voor volledige belasting.
167