WERKING VAN DE
SRS-AIRBAGS
115) 116) 117) 118) 119) 120) 121) 122) 123) 124) 125) 127)
Uw voertuig is uitgerust met de
volgende typen SRS-airbags.
SRS-airbags zijn ontworpen om samen
met de veiligheidsgordels letsel tijdens
een ongeval te beperken. Ze bieden de
inzittenden bescherming in aanvulling
op de beveiligende functie van de
veiligheidsgordels. Zorg er altijd voor
dat u de veiligheidsgordels op de juiste
manier draagt.
Gordelspanners
De spanners van de veiligheidsgordels
zijn ontworpen voor activatie bij matige
of ernstige frontale, of bijna frontale
botsingen. Bovendien werkt de spanner
bij een zij-aanrijding aan de zijde waar
de botsing optreedt. De spanners
werken verschillend naar gelang the
type airbag dat is geïnstalleerd. Zie voor
bijzonderheden over de werking van de
gordelspanners de paragraaf
"Activeringscriteria SRS-airbag".
Bestuurdersairbag
De frontairbag aan de bestuurderszijde
bevindt zich in het stuurwiel fig. 74.Wanneer de botsingsensor van de
airbag een frontale botsing met een
kracht die groter dan middelmatig is
waarneemt, zal de bestuurdersairbag
snel opblazen om voornamelijk letsel
aan het hoofd of de borst van de
passagier, veroorzaakt door het stoten
tegen het stuurwiel, te voorkomen.
Raadpleeg de "Activeringscriteria SRS
airbag" in dit hoofdstuk voor meer
informatie over het opblazen van de
airbag.
Passagiersairbag
(Eentraps)
De passagiersairbag is in het
dashboard van de passagier
aangebracht fig. 75.Het opblaasmechanisme van de
passagiersairbag is hetzelfde als dat
van de bestuurdersairbag dat hierboven
is beschreven. Raadpleeg de
"Activeringscriteria SRS airbag" in dit
hoofdstuk voor meer informatie over het
opblazen van de airbag.
De passagiersairbag is bovendien zo
ontworpen dat deze uitsluitend
opblaast wanneer het
passagiersdetectiesysteem waarneemt
dat een passagier op de
passagiersstoel zit. Raadpleeg de
"Activeringscriteria SRS airbag" in dit
hoofdstuk voor meer informatie over het
opblazen van de airbag.
7406010203-126-123AB7506010204-126-123AB
100
VEILIGHEID
Zijairbags
De zijairbags zijn in de buitenzijden van
de rugleuningen gemonteerd fig. 76.
Het systeem blaast de zijairbag
uitsluitend op aan de zijde waar het
voertuig geraakt is wanneer de
botsingsensoren van de airbag een
zijbotsing waarnemen met een kracht
die groter dan middelmatig is.De zijairbag wordt snel opgeblazen om
het letsel aan het hoofd en de borst van
de bestuurder of de passagier door het
stoten tegen de inwendige onderdelen,
zoals het portier of het raam, te
voorkomen. Raadpleeg de
"Activeringscriteria SRS airbag" in dit
hoofdstuk voor meer informatie over het
opblazen van de airbag.
De zijairbag van de passagier is
bovendien zo ontworpen dat deze
uitsluitend opblaast wanneer het
passagiersdetectiesysteem waarneemt
dat een passagier op de
passagiersstoel zit.
Waarschuwingslampje/-pieptoon
Een systeemstoring of werkingsconditie
wordt aangegeven met een
waarschuwing.
Zie de paragraaf "Lampjes en
berichten" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel". Zie de paragraaf
"Waarschuwingsgeluid is geactiveerd"
in het hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel".Frontairbag passagierszijde en
kinderzitjes
PlaatsNOOITeen kinderzitje tegen de
rijrichting in op de voorstoel met een
actieve passagiersairbag. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen,
kan dit leiden tot dodelijk letsel van het
kind.
NeemALTIJDde aanwijzingen vermeld
op het label op de zonneklep aan
passagierszijde fig. 77 in acht.
7606010205-126-123AB
7703030100-133-555
101
BELANGRIJK Bij een frontale botsing kunnen afhankelijk van de richting, de hoek en de kracht van de botsing alle airbags en
gordelspanners worden geactiveerd.
103
X: de SRS-airbag apparatuur is ontworpen om bij een botsing te worden geactiveerd.
(*) Bij een zijbotsing worden de gordelspanners en zijairbags geactiveerd (uitsluitend aan de zijde waar de botsing zich heeft
voorgedaan).
(**) De front- en zijairbags en de gordelspanner van de passagier zijn ontworpen om geactiveerd te worden wanneer de
passagiersdetectiesensor waarneemt dat een passagier op de passagiersstoel zit.
PASSAGIERSDETECTIE
SYSTEEM
128) 129)
First, please read
"Voorzorgsmaatregelen aanvullend
veiligheidssysteem (SRS) Precautions"
carefully.
Passagiersdetectiesensor
Uw voertuig is uitgerust met een
passagiersdetectiesensor die onderdeel
van het aanvullende veiligheidssysteem
uitmaakt. Deze sensor is aangebracht
in het kussen van de passagiersstoel.
Deze sensor meet de elektrostatische
capaciteit van de passagiersstoel.
De SAS-unit is ontworpen om te
voorkomen dat de front- en zijairbags
aan de passagierszijde en het
gordelspansysteem in werking treden
als het indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag gaat branden.Om de kans op letsel door de activering
van de passagiersairbag te voorkomen,
schakelt het systeem de front- en
zijairbags aan de passagierszijde en het
gordelspansysteem uit wanneer het
indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag gaat branden.
Het systeem schakelt de front- en
zijairbags aan de passagierszijde en het
gordelspansysteem uit. Verzeker u er
daarom van dat het indicatielampje
uitschakeling passagiersairbag gaat
branden.
Het waarschuwingslampje
airbag/gordelspansysteem knippert en
het indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag gaat branden als de
sensoren een mogelijke storing
vertonen. In dit geval zullen de front- en
zijairbags aan de passagierszijde en het
gordelspansysteem niet worden
geactiveerd.
BELANGRIJK Als een persoon is
gezeten zoals is getoond op de
volgende fig. 82, kan de
passagiersdetectiesensor niet correct
waarnemen dat een passagier op de
passagiersstoel zit en kan de
activering/niet-activering van de airbags
niet gecontroleerd worden volgens de
voorwaarden gegeven in de tabel
indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag aan/uit.
8103040600-124-002AB
8203040702-12A-001AB
105
Tabel voorwaarde aan/uit indicatielampje uitschakeling passagiersairbag
Het indicatielampje gaat branden bij inschakeling van het contact als de passagiersdetectiesensor normaal is. Het lampje gaat
na enkele seconden uit. Het indicatielampje gaat vervolgens aan of blijft uit in de volgende omstandigheden:
Voorwaarde waargenomen
door het
passagiersdetectiesysteemIndicatielampje uitschakeling
passagiersairbagFront- en zijairbags
passagierszijdeGordelspansysteem
passagiersstoel
Leeg (ongebruikt)Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Een kind in een kinderzitje (*)
Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Volwassene (**)
(***)Gereed Gereed
(*) Afhankelijk van de grootte en de zithouding van uw kind kan het zijn dat de detectiesensor een kind op de stoel, in een
kinderzitje of op een zitverhoger niet waarneemt.
(**) Afhankelijk van de lichaamsbouw van de persoon kunnen de sensoren een kleinere volwassene op de passagiersstoel als
een kind waarnemen.
(***) Wordt na korte tijd uitgeschakeld.
Laat niemand op de passagiersstoel plaatsnemen en neem onmiddellijk contact op met het Abarth Servicenetwerk als de beide
indicatielampjes voor uitschakeling passagiersairbag de gespecificeerde tijd gaan branden bij inschakeling van het contact, of
als ze niet gaan branden volgens de voorwaarden gegeven in de tabel indicatielampje uitschakeling passagiersairbag. Het is
mogelijk dat het systeem niet correct werkt bij een ongeval.
107
118)Plaats geen voorwerpen op of rond
het gebied waar de airbags van de
bestuurder en de bijrijder worden
opgeblazen. Het is zeer gevaarlijk om een
voorwerp aan de airbagmodules van de
bestuurder en bijrijder te bevestigen of om
er iets voor te plaatsen. Bij een ongeluk kan
een voorwerp het opblazen van de airbag
verhinderen en de inzittende verwonden.
119)Plaats geen voorwerpen op of rond
het gebied waar de zijairbags worden
opgeblazen. Het aanbrengen van
voorwerpen op de zitting waarbij de
buitenkant van de zitting wordt bedekt is
gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
voorwerp de zijairbag hinderen. Deze wordt
opgeblazen aan de buitenzijde van de
stoelen en de extra bescherming van de
zijairbag kan teniet worden gedaan of de
airbag kan op een gevaarlijke manier
opblazen. Bovendien kan de airbag stuk
gaan en gas vrijgeven. Hang geen netjes,
kaarthouders of rugzakken met zijriemen
aan de stoelen. Plaats nooit stoelbekleding
in de stoelen. Houd de zijairbagmodules
altijd vrij zodat deze in het geval van een
aanrijding in de zijkant kunnen worden
opgeblazen.
120)Raak de onderdelen van het
aanvullende veiligheidssysteem niet aan
nadat de airbags zijn opgeblazen. Het is
gevaarlijk om de onderdelen van het
aanvullende veiligheidssysteem aan te
raken nadat de airbags zijn opgeblazen.
Deze zijn net na het opblazen zeer heet. U
kunt brandwonden oplopen.121)Installeer geen front-end apparatuur in
uw auto. Het installeren van front-end
apparatuur, zoals een beschermingsbalk
aan de voorkant (kangoeroebalk,
koeienvanger, duwbalk of gelijksoortige
apparatuur), sneeuwploeg of lieren, is
gevaarlijk. Het botssensorsysteem van de
airbags kan hierdoor worden beïnvloed. Dit
kan ertoe leiden dat airbags onverwacht
worden opgeblazen, of verhinderen dat de
airbags tijdens een ongeluk worden
opgeblazen. Inzittenden kunnen ernstig
letsel oplopen.
122)Wijzig de ophanging niet. Het is
gevaarlijk de ophanging van het voertuig te
wijzigen. Als de hoogte of de ophanging
van het voertuig wordt gewijzigd, kan een
botsing niet nauwkeurig worden
gedetecteerd waardoor de airbags
incorrect of onverwacht worden
opgeblazen, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken.123)Wijzig de portieren niet en laat
benodigde reparaties uitvoeren. Raadpleeg
hiervoor altijd een expert: wij raden u aan
de schade aan een portier te laten
opnemen door een dealer van het Abarth
Servicenetwerk. Het wijzigen van portieren
en het niet laten uitvoeren van benodigde
reparaties is gevaarlijk. Elk portier beschikt
over een sensor voor zijdelingse botsingen
als onderdeel van het aanvullende
veiligheidssysteem. Als er gaten in een
portier worden geboord, als een speaker
uit het portier wordt verwijderd of als een
beschadigd portier niet wordt gerepareerd,
kan dit een nadelige invloed op de sensor
hebben waardoor deze de druk van een
botsing in de flank niet nauwkeurig kan
detecteren. Als een sensor een botsing in
de flank niet detecteert, kan het zijn dat de
zijairbags en de gordelspanners niet naar
behoren werken, hetgeen kan leiden tot
ernstig letsel van de inzittenden.
109
124)Voer geen wijzigingen uit aan het
aanvullende veiligheidssysteem. Het
wijzigen van de onderdelen of de
bedrading van het aanvullende
veiligheidssysteem is gevaarlijk. U kunt dit
onbedoeld activeren of onwerkbaar maken.
Voer geen wijzigingen uit aan het
aanvullende veiligheidssysteem. Dit omvat
het installeren van lijsten, insignes of
andere zaken op de airbagmodules. Het
omvat tevens het installeren van extra
elektrische apparatuur op of bij
systeemonderdelen of bedrading. Neem
contact op met een expert: het Abarth
Servicenetwerk kan u de specialistische
hulp bieden die nodig is bij het verwijderen
en installeren van stoelen. Het is belangrijk
de bedrading en aansluitingen van de
airbag te beschermen om ervoor te zorgen
dat de airbags niet onverwacht worden
opgeblazen en dat voor het
passagiersdetectiesysteem en de stoelen
een onbeschadigde airbagaansluiting
wordt gehandhaafd.
125)Plaats geen bagage of andere
voorwerpen onder de stoelen. Het plaatsen
van bagage of andere voorwerpen onder
de stoelen is gevaarlijk. De essentiële
onderdelen van het aanvullende
veiligheidssysteem kunnen beschadigd
raken, en in het geval van een botsing in de
flank worden de airbags mogelijk niet
opgeblazen, hetgeen kan leiden tot
overlijden of ernstig letsel van de
inzittenden. Ter voorkoming van schade
aan de essentiële onderdelen van het
aanvullende veiligheidssysteem wordt u
verzocht geen bagage of andere
voorwerpen onder de stoelen te plaatsen.126)Gebruik geen voertuig met
beschadigde
airbag-/gordelspanneronderdelen.
Verbruikte of beschadigde airbag-/
gordelspanneronderdelen moeten worden
vervangen na een botsing waarbij deze zijn
opgeblazen of beschadigd. Alleen een
gekwalificeerde reparateur, bij voorkeur een
dealer van het Abarth Servicenetwerk, kan
deze systemen volledig beoordelen en
vaststellen of zij bij een eventuele volgende
botsing zullen werken. Rijden met een
verbruikte of beschadigde airbag of
gordelspanner biedt u niet de benodigde
bescherming in het geval van een
eventueel volgend ongeluk, hetgeen kan
leiden tot ernstig letsel of de dood.
127)Verwijder de interne delen van de
airbag niet. Het is gevaarlijk onderdelen
zoals de stoelen, de voorzijde van het
instrumentenpaneel, het stuurwiel waarin
zich onderdelen van de airbags of
sensoren bevinden, te verwijderen. Deze
onderdelen bevatten belangrijke
componenten van de airbag. De airbag kan
onverwacht worden geactiveerd en ernstig
letsel veroorzaken. Laat deze onderdelen
altijd door een dealer van het Abarth
Servicenetwerk verwijderen.128)Laat geen passagier op de
passagiersstoel plaatsnemen met een
postuur dat het voor de classificatiesensor
voor inzittenden moeilijk maakt de
inzittende op de juiste wijze te detecteren.
Het is gevaarlijk een passagier op de
passagiersstoel te laten plaatsnemen met
een postuur dat het voor de
classificatiesensor voor inzittenden moeilijk
maakt de inzittende op de juiste wijze te
detecteren. Indien de classificatiesensor
voor inzittenden de passagier op de
passagiersstoel niet correct kan
detecteren, kunnen de front- en zijairbags
en het gordelspansysteem niet werken
(opblazing) of onverwacht worden
geactiveerd (opblazing). De passagier heeft
dan niet de aanvullende bescherming van
de airbags of de onverwachte werking
(opblazing) van de airbags kan leiden tot
ernstig letsel of de dood.
110
VEILIGHEID
129)Onder de volgende omstandigheden
kan de classificatiesensor voor inzittenden
de passagier op de passagiersstoel niet
correct detecteren en kan het
opblazen/niet-opblazen van de airbags niet
worden gecontroleerd zoals wordt
aangegeven op het voorwaarde diagram
van het deactivatielampje UIT van de
airbag van de passagier. Bijvoorbeeld:
bagage of andere voorwerpen onder de
passagiersstoel of tussen de
passagiersstoel en de bestuurdersstoel
waarbij de onderkant van de
passagiersstoel omhoog komt / Een
voorwerp zoals een zittingskussen op de
passagiersstoel of achter de rug van de
passagier / Zittingsbekleding op de
passagiersstoel / Bagage of andere
voorwerpen op de stoel met een kind in
een kinderzitje / Als de stoel is gewassen /
Als er vloeistof op de stoel terecht is
gekomen / Als de passagiersstoel naar
achteren is verschoven, waarbij deze tegen
bagage of andere voorwerpen drukt /
Bagage of andere voorwerpen tussen de
passagiersstoel en de bestuurdersstoel /
Een elektrisch apparaat op de
passagiersstoel. De front- en zijairbags en
het gordelspansysteem worden
gedeactiveerd als het indicatielampje UIT
van de airbag van de passagiersstoel
brandt.BELANGRIJK
22)Plaats geen scherpe voorwerpen of
zware bagage op de zitting van de stoel,
om de correcte activering van de
frontairbag te waarborgen en schade aan
de sensor in de stoel te voorkomen. Mors
geen vloeistoffen op of onder de stoelen.
23)Om te zorgen voor een juiste werking
van de sensoren dient u altijd het volgende
te doen: schuif de stoel zover mogelijk naar
achteren en zit altijd rechtop met de rug
tegen de rugleuning en met de
veiligheidsgordel aangebracht. Zet uw kind
in een kinderzitje en verplaats de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren als u uw kind op de
passagiersstoel plaatst, binnen de positie
waarin het kinderzitje geïnstalleerd kan
worden.
VOERTUIGGEGEVENS
REGISTREREN
Dit voertuig is uitgerust met een
computer die de volgende belangrijke
voertuiggegevens verbonden aan de
bedieningselementen, de werking en
andere rijomstandigheden van het
voertuig registreert.
Geregistreerde gegevens
Voertuigomstandigheden, zoals de
motor- en voertuigsnelheid.
Rijomstandigheden zoals de gas- en
rempedalen en informatie over de
omgevingsomstandigheden waarin met
het voertuig werd gereden.
Informatie over de diagnostiek van
storingen van elke computer in het
voertuig.
Informatie verbonden aan de
bedieningselementen van andere
computers in het voertuig.
De geregistreerde gegevens kunnen
afhankelijk van de versie van het
voertuig en de optionele uitrusting
variëren. Stem en beelden worden niet
geregistreerd.
111