Page 185 of 232

en regelmatig met lauwwarm of koud
water te wassen.
BELANGRIJK FCA is niet aansprakelijk
voor krassen die worden veroorzaakt
door automatische wasstraten of door
verkeerd wassen. Krassen zijn
duidelijker zichtbaar op voertuigen met
een donkere lak.
BELANGRIJK Houd handen en
krabbers buiten bereik van de voorruit
als de ruitenwisserhendel op AUTO is
geplaatst en het contact op ON is
gedraaid, aangezien de vingers
beklemd kunnen raken of de
ruitenwissers en wisserbladen
beschadigd kunnen raken als de
ruitenwissers automatisch geactiveerd
worden. Verzeker u ervan dat de
ruitenwissers volledig zijn uitgeschakeld
(als de motor zal blijven lopen) wanneer
u de voorruit gaat wassen. Dit is met
name belangrijk wanneer ijs en sneeuw
moeten worden verwijderd.
BELANGRIJK Sproei geen water in de
motorruimte. Anders kunnen
problemen tijdens het starten van de
motor of schade aan de elektrische
delen worden veroorzaakt.
BELANGRIJK Wees voorzichtig en
oefen niet te veel druk uit op een
willekeurig deel van de motorkapwanneer u het voertuig wast en waxt.
Anders kunnen deuken in het voertuig
ontstaan.
BELANGRIJK Maak geen gebruik van
automatische wasstraten en
wasinrichtingen die gebruik maken van
een hoge waterdruk.
BELANGRIJK Verzeker u ervan dat het
brandstofklepje gesloten is en
vergrendel de portieren. Ander kan het
brandstofklepje door de waterdruk
geforceerd geopend worden waardoor
schade aan het voertuig of het
brandstofklepje ontstaat.
BELANGRIJK Maak geen gebruik van
staalwol, schurende reinigingsmiddelen
of agressieve reinigingsmiddelen met
een hoog alkalinegehalte of bijtende
middelen op verchroomde of
geanodiseerde aluminium onderdelen.
Daardoor kan de beschermende laag
beschadigd worden. Bovendien kunnen
reinigingsmiddelen de lak verkleuren of
verouderen.
Spoel alle zeep zorgvuldig met
lauwwarm of koud water af. Laat de
zeep niet op de lak opdrogen.
212)
BELANGRIJK
212)Maak natte remmen droog door
langzaam te rijden, het gaspedaal los te
laten en de remmen diverse keren
voorzichtig in te drukken tot het
remvermogen weer normaal is. Rijden met
natte remmen is gevaarlijk. Door een
grotere remweg of de zijwaartse
verplaatsing van het voertuig tijdens het
remmen kan een ernstig ongeval worden
veroorzaakt. Door voorzichtig te remmen
kunt u vaststellen of de remmen zijn
aangetast.
BELANGRIJK
51)Om het aanzicht van de lak te
behouden, mogen er geen schuur- en/of
polijstmiddelen voor het reinigen van het
voertuig worden gebruikt.
183
Page 186 of 232

52)Niet wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Was het voertuig
uitsluitend met de hand en gebruik
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige leren zeem. Schuur- en/of
polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden
om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof wanneer
de buitentemperaturen dit vereisen.
BELANGRIJK
7)Schoonmaakmiddelen veroorzaken
waterverontreiniging. Was het voertuig
daarom op een plaats waar het afvalwater
direct wordt opgevangen en gezuiverd.
INTERIEUR
ONDERHOUD VAN HET
INTERIEUR
216) 217) 218)
Verwijder vuil onmiddellijk met een
zachte doek als het interieur van het
voertuig met een van de volgende
producten bevuild raakt.
Als deze producten achterblijven,
kunnen verkleuring, vlekken of barsten
worden veroorzaakt en kan de coating
gaan afschilferen. Bovendien kan het
vuil later moeilijker worden verwijderd.
Dranken of parfums
Olie of vet
Vuil
OPMERKING Behandel het interieur
niet met alcohol, chloorhoudend
bleekmiddel of organische
oplosmiddelen zoals thinner, benzeen
en benzine. Anders kunnen vlekken of
verkleuringen ontstaan.
OPMERKING: Door hard met een harde
borstel of doeken over het oppervlak te
wrijven kan schade worden
veroorzaakt.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Onderhoud van de veiligheidsgordel
214) 215)
Maak de bevuilde stof schoon door het
af te deppen met een zachte doek
bevochtigd met een oplossing van
water en een neutraal reinigingsmiddel
(ongeveer 5%).
Verwijder het reinigingsmiddel met een
goed uitgewrongen doek bevochtigd
met schoon water.
Maak de veiligheidsgordels goed droog
en verzeker u ervan dat er geen vocht
op is achtergebleven alvorens de
veiligheidsgordels, die u voor de
reiniging uitgerold heeft, weer te laten
oprollen.
OPMERKING Maak vuile
veiligheidsgordels nauwgezet schoon.
Vies geworden veiligheidsgordels
kunnen later moeilijker worden
schoongemaakt. Bovendien is het
mogelijk dat ze daardoor minder goed
oprollen.
184
ONDERHOUD EN ZORG
Page 187 of 232

ONDERHOUD PLASTIC
ONDERDELEN
53)
Onderhoud bovenkant
instrumentenpaneel
213)
Maak het bevuilde deel schoon met een
zachte doek bevochtigd met een
oplossing van water en een neutraal
reinigingsmiddel (ongeveer 5%).
Verwijder het reinigingsmiddel met een
goed uitgewrongen doek bevochtigd
met schoon water.
ALCANTARA
ONDERDELEN
54)
Procedure voor eht herstellen van
Alcantara onderdelen:
behandel het oppervlak met een
doek van microvezel bevochtigd met
milde zeep en water, zorg ervoor de
hele bedekte zone te behandelen, wrijf
met een uniforme lichte druk (wrijf niet
te hard);
de doek van microvezel uitspoelen
en uitwringen en opnieuw over de
behandelde zone uit het vorige punt
halen;
Laat het drogen en borstel het
daarna zachtjes met een zachte borstel.
BELANGRIJK
213)Sproei geen water in de
voertuigcabine. Water sproeien in de
voertuigcabine is gevaarlijk omdat
elektrische apparatuur zoals de autio en de
schakelaars nat zouden kunnen worden
waardoor een storing of brand zou kunnen
ontstaan.
214)Als een gordel rafels of
beschadigingen vertoont, laat deze dan
vervangen door het servicenetwerk. Als
een gordel gebruikt in een dergelijke
omstandigheid, kan deze niet op volledige
capaciteit functioneren hetgeen kan
resulteren in ernstige verwondingen of de
dood.
215)Gebruik een mild reinigingsmiddel om
vuil van de gordel te verwijderen. Als
biologische oplosmiddelen gebruikt worden
voor het reinigen van de gordels of ze
worden gebleekt of krijgen vlekken, is er de
mogelijkheid dat ze verzwakken en
dientengevolge zouden ze niet op hun volle
capaciteit kunnen functioneren, hetgeen
kan resulteren in ernstige verwondigen of
de dood.
216)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
217)Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen
niet blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C. Wanneer het voertuig in de
zon staat, kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.218)Er mogen geen voorwerpen op de
vloer onder de pedalen liggen; verzeker u
ervan dat de matten altijd vlak liggen en
geen contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
53)Gebruik nooit alcohol, benzine en
hiervan afgeleide producten om het
dashboard en het glas van het
instrumentenpaneel te reinigen.
54)Gebruik geen “harde” synthetische
borstels omdat deze de stof niet
repareerbaar zouden kunnen beschadigen.
Voer geen gedeeltelijke reiniging op
bepaalde stukken waardoor "esthetische"
verschillen kunnen ontstaan tussen
behandelde en onbehandelde delen.
Gebruik geen alcohol of oplosmiddelen op
ketonenbasis.
185
Page 188 of 232
TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt
en hoe het werkt is in dit hoofdstuk
vermeld en wordt toegelicht met
gegevens, tabellen en grafieken.
Voor de liefhebbers en de monteurs,
maar ook gewoon voor degenen die elk
detail van hun voertuig willen kennen.IDENTIFICATIEGEGEVENS......187
MOTOR..................188
BAND- EN WIELSPECIFICATIES . .189
GEWICHTEN...............191
AFMETINGEN..............192
VLOEISTOFINHOUD..........193
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN...........194
PRESTATIES...............197
BRANDSTOFVERBRUIK.......198
CO -EMISSIE...............199
RICHTLIJNEN VOOR DE
BEHANDELING VAN HET VOERTUIG
AAN HET EINDE VAN DE
LEVENSDUUR..............200
186
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 189 of 232
IDENTIFICATIE
GEGEVENS
TYPEPLAATJE MET
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het typeplaatje met
identificatiegegevens is aan de
linkerzijde van de portierstijl
aangebracht (zie afbeelding).
CHASSISNUMMER /
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
(Ierland / U.K.)
Chassisnummer: open het deksel
getoond op de afbeelding om het
chassisnummer te controleren.Voertuig identificatienummer(zie
afbeelding).BANDENSPANNINGLABEL
Het bandenspanninglabel is voor
voertuigen met stuur links op de
linkerzijde van de portierstijl fig. 158 en
voor voertuigen met stuur rechts op de
rechterzijde van de portierstijl
aangebracht.
MOTORNUMMER
Het motornummerlabel is op de motor
aangebracht.
15510010103-121-001AB
15610010109-333-333AB
15710010104-122-001AB
15810010109-321-321AB
187
Page 190 of 232
MOTOR
219)
Versie 1.4 Turbo Multi Air 170HP
CyclusOtto
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 72,0 x 84,0
Cilinderinhoud (cm³)1368
Compressieverhouding 9,8:1
Maximum vermogen (EEG) (kW) 125
Maximum vermogen (EEG) (pk) 170
overeenkomstig motortoerental (tpm) 5500
Maximumkoppel (EEG) (Nm) 250
Maximum koppel (EEG) (kgm) 25,5
overeenkomstig motortoerental (tpm) 2500
BougiesNGK SIKR9A7
Brandstof Loodvrije benzine 95 R.O.N. (EN 228-specificaties)
BELANGRIJK Gebruik geen staalborstel voor de reiniging van iridium doppen. Daardoor kan de fijnstof coating op de
iridiumlegering en platina dopjes beschadigd raken.
BELANGRIJK
219)Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
188
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 191 of 232

BAND- EN
WIELSPECIFICATIES
VELGEN EN BANDEN
220)
55)
OPMERKING De banden passen
uitstekend bij het chassis van uw
voertuig. FCA beveelt u aan om de
banden te vervangen door banden van
het originele type dat op uw voertuig
gemonteerd was wanneer u de banden
vervangt. Neem voor meer informatie
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
Controleer de bandenmaat en de
bandenspanning op het
bandenspanninglabel (zie de paragraaf
"Bandenspanning" in het hoofdstuk
"Onderhoud en zorg").
BELANGRIJK Als de gegevens in het
instructieboek afwijken van die van het
kentekenbewijs, dient men zich altijd
aan de gegevens van het
kentekenbewijs te houden. Voor de
rijveiligheid moeten alle wielen zijn
voorzien van banden van hetzelfde
merk en type.
BELANGRIJK Monteer geen
binnenbanden in tubeless banden.
BELANGRIJK
220)Als winterbanden met een lagere
snelheidscategorie dan die op het
kentekenbewijs is aangegeven worden
gebruikt, overschrijd dan niet de
maximumsnelheid die overeenkomt met de
snelheidscategorie van de gebruikte
banden.
BELANGRIJK
55)Beperk uw snelheid wanneer er
sneeuwkettingen gemonteerd zijn;
overschrijd de 50 km/u niet. Vermijd kuilen,
trottoirbanden en stoepen en rijd geen
lange stukken op sneeuwvrije wegen om
het voertuig en het wegdek niet te
beschadigen.
189
Page 192 of 232
STANDAARD VELGEN EN BANDEN
Velgen Normale band Winterband
7J x 17 205/45 R17 84W 205/45 R17 84 M+S (*)
(*) Belastingsindex en snelheidssymbool: 84Q/84S/84H/84V/84W
190
TECHNISCHE GEGEVENS