164InfotainmentsysteemVoorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 186.
Bestandsindelingen en mappen
De maximale capaciteit van een door
het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 5000 muziekbe‐
standen, 5000 afbeeldingsbestan‐
den, 500 filmbestanden,
5000 mappen en 15 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16 / FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Infotainmentsysteem171worden genomen. Wanneer de
routebegeleiding tegen de
verkeersregels ingaat, moet u
altijd de verkeersregels volgen.
Werking van het
navigatiesysteem
Het navigatiesysteem gebruikt
sensoren om de positie en beweging van de auto te bepalen. De afgelegde
afstand wordt bepaald door het
signaal van de snelheidsmeter van de
auto, de draaibewegingen in de boch‐ten door een sensor. De positie wordt
bepaald door de gps-satellieten
(Global Positioning System).
Door vergelijking van de sensorsig‐ nalen met de digitale kaarten is het
mogelijk om de positie met een nauw‐ keurigheid van ongeveer 10 meter tebepalen.
Het systeem werkt ook bij een slechte
GPS-ontvangst. Dit kan echter wel de nauwkeurigheid van de positiebepa‐
ling beïnvloeden.
Na het invoeren van het bestem‐
mingsadres of een nuttige plaats of
POI (dichtstbijzijnde tankstation,
hotel et cetera) wordt de route vanaf
de actuele locatie tot de geselec‐
teerde bestemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Opmerkingen
TMC- verkeersinformatiesysteem en dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem ontvangt van de TMC-radiozendersalle actuele verkeersinformatie. Deze
informatie wordt gebruikt bij het bere‐ kenen van de volledige route. Daarbij wordt de route zo gepland dat
volgens de vooraf ingestelde criteria
om verkeersproblemen heen wordt
gereden.
Is er een actueel verkeersprobleem
tijdens een actieve routebegeleiding,
vraagt het systeem - afhankelijk van
de vooraf gemaakte instelling - of de
route veranderd moet worden.
De TMC-verkeersinformatie wordt op
het kaartscherm met symbolen weer‐
gegeven of verschijnt als gedetail‐
leerde tekst in het TMC-meldingen‐
menu.Om de TMC-verkeersinformatie te
kunnen gebruiken, moet het systeem TMC-zenders in de relevante regioontvangen.
De TMC-stations kunnen in het navi‐
gatiemenu 3 172 worden geselec‐
teerd.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
Infotainmentsysteem opgeslagen.
Voor het bijwerken van de navigatie‐
kaartgegevens koopt u nieuwe gege‐ vens bij de Opel Dealer of op onze
website http://opel.navigation.com/.
U ontvangt een USB-apparaat met
daarop de update.
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort en volg de instructies op
het scherm. Tijdens de update moet
de auto ingeschakeld zijn.
Let op
Tijdens de update blijft de auto
werken. Als de auto wordt uitge‐
schakeld, kan de update worden
onderbroken. De navigatietoepas‐
sing, Bluetooth en andere externe
apparaten werken niet totdat de
update voltooid is.
192InfotainmentsysteemSelecteer Oproephistorie in het tele‐
foonhoofdmenu.
Selecteer q voor uitgaande oproe‐
pen, r voor gemiste oproepen, s
voor binnenkomende oproepen en
p voor alle oproepen. De desbetref‐
fende oproeplijst wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste vermelding
om de oproep te starten.
Een nummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Selecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐ hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Telefoon .
Houd het desbetreffende getal op het
toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van
de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
332KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 332
Conformiteitsverklaring ............332
REACH .................................... 337
Erkenning van software ...........337
Gedeponeerde handelsmerken .......................340
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 341
Event Data Recorders (EDR) ..341
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 344Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto is uitgevoerd met syste‐
men die radiogolven uitzenden en/of ontvangen conform
Richtlijn 2014/53/EU. De fabrikanten
van de onderstaande systemen
verklaren dat deze conform
Richtlijn 2014/53/EU zijn. De volle‐
dige tekst van de EU-conformiteits‐
verklaring vindt u op het volgende
webadres: www.opel.com/confor‐
mity.
Importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Infotainmentsysteem R 4.0 / Navi 4.0 LGE
LG Electronics European Shared
Service Center B.V., Krijgsman 1,
1186 DM Amstelveen, The Nether‐
landsBedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)2400,0 - 2483,042400,0 - 2483,5135725,0 - 5850,0132400,0 - 2483,54
DAB+ module
Panasonic Automotive & Industrial
Systems Europe GmbH, Robert-
Bosch-Straße 27-29, 63225 Langen,
Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Laird antenne
Laird
Daimlerring 31, 31135 Hildesheim,
Germany
Bedrijfsfrequentie: n.v.t.
Maximum uitgangsvermogen: n.v.t.
Kathrain antenne
Kathrein Automotive GmbH
Klantinformatie343Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerde
multimediasysteem;
● adressenboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem;
● ingevoerde bestemmingen;
● gegevens over het gebruik van online-services.
Deze gegevens voor comfort- en Info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. eensmartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.
Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bijhet gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐
raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in
het gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie, bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en
andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.
De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van muziek. Er is geen verdere integratiemogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af
van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto
en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐
ten (bijv. een smartphone). Via deze verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere
aanbieders.
344KlantinformatieServices van de fabrikantIn het geval van de online services
van de fabrikant, worden de relevante functies beschreven door de fabrikant op een geëigende locatie (bijv.
gebruikershandleiding, internetsite
van de fabrikant) en de desbetref‐
fende informatie met betrekking tot
gegevensbescherming worden
verstrekt. Er worden mogelijk
persoonlijke gegevens gebruikt voor
het aanbieden van online services.
Uitwisseling van gegevens voor dit
doel vindt plaats via een beveiligde verbinding, bijv. gebruikmakend vande specifieke IT-systemen van de
fabrikant. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonlijke gege‐
vens ter voorbereiding op het aanbie‐ den van services vindt uitsluitendplaats op basis van wettelijke
toestemming, bijv. in het geval van
het eCall-noodoproepsysteem of een
contractuele verplichting of op basis
van toestemming.
U kunt de services en functies (waar‐
voor tot op zekere hoogte kosten in
rekening worden gebracht) en, in
sommige gevallen, de complete auto‐verbinding met het radionetwerk acti‐
veren of deactiveren. Dit geldt echter
niet voor wettelijk verplichte functies en services zoals eCall.
Services van derde partijen Indien u gebruikmaakt van online
services van andere aanbieders
(derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden
met betrekking tot aansprakelijkheid
en gegevensbescherming en gebruik van de desbetreffende aanbieder. De
fabrikant heeft wat dat betreft veelal
geen invloed op de uitgewisselde gegevens.
Let daarom op de aard van de
persoonlijke gegevens, de reikwijdte
ervan en het doel van de verzameling
binnen het kader van de services die
de desbetreffende derde partij
verstrekt.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
portieren en het starten. RFID-tech‐
nologie in Opel-auto's gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel-systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
347Automatische versnellingsbak ...216
Automatisch vergrendelen ...........23
Automatisch volume ...................154
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 308
Auto stallen ................................. 269
Autostop ..................................... 208
B Bagageruimte ........................ 24, 81
Bagageruimte-afdekking .............84
Bandenreparatieset ...................298
Bandenspanning .......................291
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 117, 293
Bandenspanningswaarden ........330
Basisbediening ........................... 151
Batterijspanning .........................126
Bediening.................................... 189 Externe apparaten ..................163
Menu ....................................... 151
Navigatiesysteem ....................172
Radio ....................................... 157
Telefoon .................................. 189
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...............145
Stuurwiel ................................. 145
Bedieningsorganen ......................99
Bedieningspaneel Infotainment ..145
Begeleiding ................................ 182Beginmenu................................. 151
Bekerhouders .............................. 69
Bekleding .................................... 313
Bel Beltoon .................................... 189
Functies tijdens het gesprek ...189
Inkomend gesprek ..................189
Telefoongesprek initiëren ........189
Beladingsinformatie .....................96
Beltoon Beltoon wijzigen ......................189
Beltoonvolume ........................ 154
Beslagen lampglazen ................140
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............163
Audiobestanden ......................163
Filmbestanden......................... 163
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 227
Beveiliging van de auto ................25
Binnenspiegels ............................. 29
Binnenverlichting ...............140, 284
Blindehoeksysteem ....................246
BlueInjection ............................... 213
Bluetooth Algemene informatie ...............163
Apparaat aansluiten ................163
Bluetooth-verbinding ...............186
Koppelen ................................. 186Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 165
Telefoon .................................. 189
Bluetooth-verbinding ..................186
Bolle vorm .................................... 28
Boordgereedschap .....................290
Boordinformatie .........................125
Brandstof .................................... 255
Brandstofkeuzeschakelaar ........107
Brandstofmeter .......................... 106
Brandstof voor benzinemotoren 255
Brandstof voor dieselmotoren ...256
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 257
Brandstof voor rijden op LPG .....257
BringGo ...................................... 169
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .....................102
Buitenverlichting .........................133
C
Car Pass ...................................... 20
Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................. 13, 100
CNG.................................... 107, 257
Code ........................................... 125
Conformiteitsverklaring ...............332
Contacten ................................... 176
Contactslotstanden ....................205
Controlelampen ..................105, 110
348Controle over de auto ................205
Controles .................................... 270
Cruise control ....................119, 227
D DAB ............................................ 161
Dagrijlicht ................................... 136
Dagteller .................................... 105
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 96
Dakconsole .................................. 70
Dakdrager .................................... 96
DEF ............................................ 213
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 276
Dieseluitlaatvloeistof ...................213
Digital Audio Broadcasting .........161
Dimlicht of grootlicht ...................133
Display-instellingen ............166, 168
Draagsysteem achterzijde ............72
Driepuntsgordel ........................... 51
Driver Information Center ...........120
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen ...........103
Elektrische handrem ...........115, 221
Elektrische stoelverstelling ..........40
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 284Elektronische rijprogramma's ....218
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...116
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 224
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............116
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............197
Erkenning van software ..............337
Event Data Recorders (EDR) .....341
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................159
Zenders opslaan .....................159
Favorieten................................... 176
Favorietenlijst ............................. 159
Fietsendrager ............................... 72
Filmbestanden ............................ 163
Films afspelen ............................ 168
Film via USB activeren ...............168
Flex-Fix-systeem .......................... 72
FlexOrganizer .............................. 91
Frontaal airbagsysteem ...............57
Frontaanrijdingswaarschuwing ...237
G Gebruik ............... 148, 157, 172, 185
Bluetooth ................................. 163
Menu ....................................... 151Navigatiesysteem....................172
Radio ....................................... 157
Telefoon .................................. 189
USB ......................................... 163
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..340
Geluidsinstellingen .....................153
Geluidssignalen .........................125
Gereedschap ............................. 290
Gesproken begeleiding ..............172
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................95
Gloeilamp vervangen ................277
Gordelverklikker ......................... 113
Gordijnairbagsysteem .................. 59
Grootlicht ........................... 118, 134
Grootlichtassistentie ...........118, 134
H Halogeenkoplampen .................277
Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde versnellingsbak ......................220
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................218
Handmatige stoelverstelling .........38
Handrem ............................. 220, 221
Handschoenenkastje ...................68
Handzender ................................. 20