Rijden en bediening229Functie deactiverenDruk op y, de controlelamp m in de
instrumentengroep brandt wit.
De cruise control wordt gedeacti‐
veerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen voor het later hervatten
van de snelheid.
Automatisch uitschakelen: ● De rijsnelheid is lager dan ca. 30 km/u.
● De rijsnelheid met meer dan 25 km/u onder de ingestelde
snelheid daalt.
● Het rempedaal wordt bediend.
● Het koppelingspedaal wordt een aantal seconden ingedrukt.
● De keuzehendel is in N.
● Het motortoerental is in een zeer
laag bereik.
● Het Traction Control-systeem of elektronische stabiliteitsregeling
is actief.● Handrem is ingeschakeld.
● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt
en het rempedaal intrapt, wordt de cruise control gedeactiveerd
en wordt de opgeslagen snelheid gewist.
Opgeslagen snelheid hervatten
Draai het stelwiel naar RES/+ bij een
snelheid hoger dan 30 km/u. De
opgeslagen snelheid wordt nu over‐
genomen.
Systeem uitschakelen
Druk op m; controlelamp m in de
instrumentengroep dooft. De
opslagen snelheid wordt gewist.
Via L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact wordt ook de cruise
control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.
Snelheidsbegrenzer
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.De maximumsnelheid kan worden
ingesteld op snelheden hoger dan 25 km/u tot maximaal 200 km/u.
De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bijhet afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.
Functie activeren
Druk op L. Symbool Llicht op het
Driver Information Center.
234Rijden en bediening9Waarschuwing
De bestuurder aanvaardt de volle
verantwoordelijkheid voor het
bewaren van een veilige onder‐
linge afstand bij de betreffende
verkeers-, weers- en zichtomstan‐
digheden. Indien de situatie zulks
vereist, moet de afstand tot voor‐
ligger worden aangepast of het
systeem worden uitgeschakeld.
Detectie van voorligger
Het controlelampje voorligger gede‐
tecteerd A verschijnt wanneer het
systeem een voorligger heeft gede‐
tecteerd.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 237.
Als dit symbool niet of kort verschijnt,
reageert adaptieve cruise control niet
op voorliggers.
Functie deactiveren
De bestuurder deactiveert de adap‐
tieve cruise control door:
● y in te drukken.
● Te remmen.
● Het koppelingspedaal langer dan
vier seconden ingedrukt te
houden.
● De keuzehendel van de automa‐ tische versnellingsbak op N
wordt gezet.
Het systeem wordt ook automatisch
gedeactiveerd als:
● De auto tot meer dan 190 km/u optrekt of tot minder dan
45 km/u vertraagt.
● Het Traction Control-systeem werkt.
● De elektronische stabiliteitsrege‐ ling werkt.
● Er gedurende een aantal minuten
geen ander verkeer of object
langs de weg wordt aangetroffen.In dit geval zijn er geen radar‐
echo's en kan de sensor melden
dat deze vervuild is.
● De actieve noodrem in werking treedt.
● Rijden op steile hellingen.
● De radarsensor vervuild is door ijs of waterfilm.
● Er een storing wordt geconsta‐ teerd in de radar, motor of hetremsysteem.
Wanneer adaptieve cruise control
wordt gedeactiveerd, verandert
controlelamp m van groen in wit en
verschijnt er een pop-upbericht op het
Driver Information Center.
De opgeslagen snelheid wordt
aangehouden tussen haakjes op het
Driver Information Center staat. Het
systeem wordt gedeactiveerd, maar
niet uitgeschakeld.
348Controle over de auto ................205
Controles .................................... 270
Cruise control ....................119, 227
D DAB ............................................ 161
Dagrijlicht ................................... 136
Dagteller .................................... 105
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 96
Dakconsole .................................. 70
Dakdrager .................................... 96
DEF ............................................ 213
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 276
Dieseluitlaatvloeistof ...................213
Digital Audio Broadcasting .........161
Dimlicht of grootlicht ...................133
Display-instellingen ............166, 168
Draagsysteem achterzijde ............72
Driepuntsgordel ........................... 51
Driver Information Center ...........120
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen ...........103
Elektrische handrem ...........115, 221
Elektrische stoelverstelling ..........40
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 284Elektronische rijprogramma's ....218
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...116
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 224
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............116
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............197
Erkenning van software ..............337
Event Data Recorders (EDR) .....341
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................159
Zenders opslaan .....................159
Favorieten................................... 176
Favorietenlijst ............................. 159
Fietsendrager ............................... 72
Filmbestanden ............................ 163
Films afspelen ............................ 168
Film via USB activeren ...............168
Flex-Fix-systeem .......................... 72
FlexOrganizer .............................. 91
Frontaal airbagsysteem ...............57
Frontaanrijdingswaarschuwing ...237
G Gebruik ............... 148, 157, 172, 185
Bluetooth ................................. 163
Menu ....................................... 151Navigatiesysteem....................172
Radio ....................................... 157
Telefoon .................................. 189
USB ......................................... 163
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..340
Geluidsinstellingen .....................153
Geluidssignalen .........................125
Gereedschap ............................. 290
Gesproken begeleiding ..............172
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................95
Gloeilamp vervangen ................277
Gordelverklikker ......................... 113
Gordijnairbagsysteem .................. 59
Grootlicht ........................... 118, 134
Grootlichtassistentie ...........118, 134
H Halogeenkoplampen .................277
Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde versnellingsbak ......................220
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................218
Handmatige stoelverstelling .........38
Handrem ............................. 220, 221
Handschoenenkastje ...................68
Handzender ................................. 20
351Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Smartphone ................................ 163
Telefoonweergave ..................169
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 169
Sneeuwkettingen .......................297
Snelheidsbegrenzer ...........119, 229
Snelheidsmeter .......................... 105
Snelkiesnummers .......................189
Spiegelverstelling ..........................8
Spraakherkenning ......................185
Sproeiervloeistof ........................274
Startbeveiliging ....................28, 118
Starten en bedienen ...................205
Starthulp gebruiken ...................307
Stemherkenning ......................... 185
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming ........................... 43
Stop/Start-systeem .....................208
Storing ....................................... 219
Storing elektrische handrem .......115
Storingsindicatielamp ................114
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 165
Stroomonderbreking ..................219
Sturen ......................................... 205
Stuurbedieningsknoppen .............99
Stuurbekrachtiging .....................116Stuurbekrachtigingsvloeistof ......273
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 99
Symbolen ....................................... 4 Systeeminstellingen.................... 155
T Tanken ....................................... 258
Te laag brandstofpeil .................118
Telefoon Algemene informatie ...............185
Beltoon selecteren ..................189
Bluetooth ................................. 185
Bluetooth-verbinding ...............186
Een nummer invoeren .............189
Functies tijdens het gesprek ...189
Hoofdmenu Telefoon ..............189
Inkomend gesprek ..................189
Noodoproepen ........................ 188
Oproepenhistorie ....................189
Snelkiesnummer .....................189
Telefoonboek .......................... 189
Telefoon activeren ......................189
Telefoonboek .............................. 189
Telefoonweergave ......................169
TMC-zenders .............................. 170
Toerenteller ............................... 106
Traction Control .........................223
Traction Control-systeem UIT..... 116 Trechter ...................................... 258Trekhaak............................. 263, 264
Trekstang.................................... 263
Typeplaatje ................................ 318
U Uitlaatfilter........................... 117, 211
Uitlaatgassen ............................. 211
Uitrol-brandstofafsluiter .............207
Uitstapverlichting .......................142
USB Afbeeldingenmenu USB ..........166
Algemene informatie ...............163
Apparaat aansluiten ................163
Audiomenu USB .....................165
Filmmenu USB ........................ 168
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 297
Vaste luchtroosters ....................202
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................50
Veiligheidsnet .............................. 93
Velgen en banden .....................291
Ventilatie ..................................... 195
Verbanddoos ............................... 95
Vergrendelingssysteem ...............25
Verkeersbordherkenning ....119, 250
Verkeersincidenten .....................182
Verlichting middenconsole ........141