Page 145 of 355

Infotainmentsysteem143Infotainmentsystee
mInleiding ..................................... 143
Algemene aanwijzingen ..........143
Antidiefstalfunctie ....................144
Overzicht bedieningselementen .............145
Gebruik .................................... 148
Basisbediening .......................... 151
Geluidsinstellingen ..................153
Volume-instellingen .................154
Systeeminstellingen ................155
Radio ......................................... 157
Gebruik .................................... 157
Zender zoeken ........................ 158
Favorietenlijst .......................... 159
Radio Data System .................160
Digital Audio Broadcasting ......161
Externe apparaten .....................163
Algemene informatie ...............163
Audio afspelen ......................... 165
Afbeeldingen weergeven .........166
Films afspelen ......................... 168
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 169Navigatie .................................... 170
Algemene aanwijzingen ..........170
Gebruik .................................... 172
Invoer van de bestemming ......176
Begeleiding .............................. 182
Spraakherkenning .....................185
Algemene informatie ...............185
Gebruik .................................... 185
Telefoon ..................................... 185
Algemene aanwijzingen ..........185
Bluetooth-verbinding ...............186
Noodoproep ............................. 188
Bediening ................................ 189
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ......................193Inleiding
Algemene aanwijzingen Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal
25 zenders op vijf favorietenlijsten instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐ sche viaplanning brengt u veilig naaruw bestemming en kan, desgewenst, files of andere knelpunten omzeilen.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
Page 146 of 355

144Infotainmentsysteemdoor middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt).
Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het
aanraakscherm en het overzichtelijke
display kunt u het systeem gemakke‐ lijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 147 of 355
Infotainmentsysteem145Overzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 148 of 355

146Infotainmentsysteem1Info-Display /
Aanraakscherm ...................151
2 Beginmenu .......................... 151
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
of Nav : BringGo ®
app
Navigation : geïntegreerde
navigatie
Instellingen : systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen .......................... 148
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ....................155
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........189of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) ........................ 169
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 185
5 v
Kort indrukken: naar de
volgende zender gaan
wanneer de radio actief is ...158
of naar het volgende
nummer gaan wanneer
externe apparaten actief
zijn ....................................... 165
Lang indrukken: omhoog
zoeken wanneer de radio
actief is ................................ 158
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ............165
6 m
Kort indrukken: Infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld ...........148
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld ...........148Lang indrukken: Infotain‐
mentsysteem uitschakelen . 148
Draaien: volume
aanpassen .......................... 148
7 t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender wanneer de
radio actief is ....................... 158
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............165
Lang indrukken: omlaag
zoeken wanneer de radio
actief is ................................ 158
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ....................................... 165
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen ................................ 148
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ............169
Page 149 of 355

Infotainmentsysteem147Stuurbedieningsknoppen
1qw
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden .............148
of neem gesprek aan mits
telefoon verbonden .............185
of open telefoonmenu mits
telefoon verbonden .............189
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ...................... 189
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ................................... 189
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 185
2 SRC (bron) .......................... 148
Drukken: audiobron
selecteren ........................... 148
Omhoog-/omlaagdraaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren wanneer de
radio actief is ....................... 157
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ............165of volgende/vorige
nummer in oproeplijst
selecteren wanneer de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is .........189
Omhoog-/omlaagdraaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren .............................. 189
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren .........189
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 185
of mutefunctie in- /
uitschakelen ........................ 148
Page 150 of 355

148InfotainmentsysteemGebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 145
● het aanraakscherm 3 151
● audioknoppen op het stuurwiel 3 145
● de spraakherkenning 3 185
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kort op X om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐
bron actief.
Druk lang op X om het systeem uit te
schakelen.Automatisch uitschakelen
Wanneer het Infotainmentsysteem
met X is ingeschakeld terwijl het
contact is uitgeschakeld, dan wordt
het 10 minuten na de laatste invoer
automatisch weer uitgeschakeld.
Volume instellenDraai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 154.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 154 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 151.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Page 151 of 355

Infotainmentsysteem149
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 157
● Externe apparaten 3 165
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 166
● Filmfuncties 3 168
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 185.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 189.
Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om smartphone-specifieke apps weer
te geven op het Infotainmentsysteem.
Page 152 of 355
150InfotainmentsysteemSelecteer Weergave om de weerga‐
vefunctie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 169.
Nav
(R 4.0 IntelliLink, indien Weergave
niet beschikbaar is)
Selecteer om de navigatieapplicatie
BringGo te starten Nav.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 169.
Navigatie
(Navi 4.0 IntelliLink)
Druk op ; om het startscherm weer
te geven.
Selecteer Navigatie om de navigatie‐
kaart weer te geven voor het gebied
rondom de huidige locatie.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 170.
Instellingen
Selecteer Instellingen om een menu
met de verschillende systeemgerela‐
teerde instellingen te openen, bijvoor‐ beeld om Geluidsterugmelding bij
aanraken te deactiveren.OnStar
Select OnStar om een menu met de
OnStar Wi-Fi-instellingen te openen.
Zie de Gebruikershandleiding voor
een gedetailleerde beschrijving.