80Externe apparatenLet op
Tijdens het gebruik van navigatie-
en muziekapplicaties via Android
Auto worden soortgelijke applicaties
in NAVI 80 IntelliLink vervangen.
Teruggaan naar het scherm van het
display
Druk op ;.
82NavigatieNadat u de bestemming of nuttigeplaats (eerstvolgend tankstation,
hotel enz.) hebt ingevoerd, wordt de
route vanaf uw huidige positie naar de
gekozen bestemming berekend.
Routebegeleiding wordt geleverd via
stembegeleiding en het display‐
scherm.9 Waarschuwing
Gebieden zoals eenrichtingsstra‐
ten en voetgangerszones zijn niet
op de kaart van het navigatiesys‐
teem aangegeven. In dergelijke
gebieden kan het systeem een
waarschuwing geven die geac‐
cepteerd moet worden. Let
daarom in het bijzonder op
eenrichtingsstraten en andere
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Let op
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem kan de radio-ontvangst tijdens
stembegeleiding en vóór elke rich‐
tingsverandering worden onderbro‐
ken.
USB-geheugenstick
(NAVI 50 IntelliLink)
Het navigatiesysteem heeft een USB- geheugenstick nodig die, onder meer,
een digitale kaart van de steden en
wegen in uw land bevat.
Let op
Gebruik een USB-geheugenstick,
geformatteerd in FAT32-formaat,
met minimaal 4 GB en maximaal
32 GB opslagcapaciteit.
Na het afleggen van de eerste 100 km kunt u binnen een periode van 90
dagen op gratis digitale kaartupdates
controleren.
Let op
Gebruik alleen een compatibele
USB-geheugenstick om het naviga‐
tiesysteem te gebruiken en bij te
werken, dit om eventuele technische problemen te voorkomen. Plaats de
USB-geheugenstick niet in een
ander apparaat (zoals een digitale
camera of mobiele telefoon) of in
een ander voertuig.Software-installatie
Om de digitale kaarten bij te werken
en van de exclusieve downloaddien‐
sten te profiteren, moet u op de
website opel.naviextras.com een account aanmaken en de gratis soft‐
ware installeren.Account aanmaken
Maak uw internetaccount aan via de
opel.naviextras.com-website. Selec‐
teer bijv. de optie "Registreren" op de webpagina en voer de betreffende
gegevens in.Software installeren
Installeer de software op uw compu‐
ter door deze van
opel.naviextras.com te downloaden.
Volg de instructies op het scherm om
de software te installeren en start de
online toepassing.Navigatiesysteem registreren
U moet het navigatiesysteem regi‐
streren met uw nieuwe internetac‐
count.
Navigatie85Navigatiesysteem activerenInschakelen
Het navigatiesysteem schakelt auto‐
matisch in wanneer het contact wordt
ingeschakeld. In andere gevallen
drukt u op X.
Bij uitgeschakeld contact kan het
navigatiesysteem gedurende maxi‐
maal 20 minuten worden gebruikt.
Druk op X om het navigatiesysteem
weer in te schakelen. Het systeem
wordt maximaal 20 minuten na de
laatste invoer van de gebruiker auto‐ matisch uitgeschakeld.
Uitschakelen
Bij uitgeschakeld contact wordt het
navigatiesysteem automatisch uitge‐
schakeld wanneer het bestuurders‐
portier wordt geopend.
Bij ingeschakeld contact drukt u op
X om het navigatiesysteem uit te
schakelen.Menu's voor wisselen tussen
navigatiesysteem en
infotainmentsysteemNAVI 50 IntelliLink
Raak bij actief navigatiesysteem 7
aan of raak q/r aan en houd deze
ingedrukt om terug te gaan naar de
startpagina Infotainmentsysteem.NAVI 80 IntelliLink
Raak bij actief navigatiesysteem r
aan (één of meerdere keren) om
terug te gaan naar de startpagina
Infotainmentsysteem.
Displayweergave
NAVI 50 IntelliLink (Type A) -
Informatie op het display
Menuscherm
Om naar het scherm Navigatiemenu
te gaan, raakt u 7 aan, gevolgd door
y NAVI .
Het menuscherm Navigatie bevat de
volgende menu's en submenu's:
● Bestemming
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Invoer van de bestemming"
3 98.
● Adres
● Speciale bestemmingen
● Geschiedenis
● Favorieten
● Zoeken op de kaart
● Coördinaten
● Route
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Route-informatie" en "Route
Navigatie87
8. Naam van de volgende belang‐rijke weg of verkeersbordinforma‐tie, indien van toepassing
9. Huidige tijd
10. Richting en afstand tot volgende richtingsverandering
11. Reisinformatie, bijv. geschatte aankomsttijd, totaal resterende
afstand
12. Audiosysteeminformatie
13. K: Huidige locatie
14. Berekende route en richtingsver‐ anderingen
15. Startpagina
16. l/l x: Stembegeleiding aan/uit
17. MaximumsnelheidWeergave kruising
Tijdens de routebegeleiding
verschijnt er voorafgaand aan een
richtingsverandering automatisch
een detailweergave van de kruising.
Na de kruising wordt teruggekeerd
naar de normale weergave.Weergave snelweg
Tijdens de routebegeleiding
verschijnt automatisch een 3D-weer‐
gave van het verkeersknooppunt dat
wordt genaderd. Na de kruising wordt
teruggekeerd naar de normale weer‐
gave.
Let op
Bij sommige verkeersknooppunten
verschijnt wellicht alleen een kleine
richtingspijl op de kaart.
NAVI 50 IntelliLink (type B) -
Informatie op het display
Menuscherm
Om naar het scherm Navigatiemenu
te gaan, raakt u 7 aan, gevolgd door
ý NavI .
Het menuscherm Navigatie bevat de
volgende menu's en submenu's:
● Bestemming
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Invoer van de bestemming"
3 98.
● Adres
● Nuttige plaatsen
● Geschiedenis
● Favorieten
90NavigatieNAVI 80 IntelliLink - Informatie op het
displayMenuscherm
Raak op de startpagina MENU aan,
gevolgd door Navigatie om naar het
menu Navigatie te gaan.
Het menuscherm Navigatie bevat de volgende menu's, submenu's en
bedieningselementen:
1. RIJD NAAR...
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de bestemming"
3 98.
● Naar huis
● Opgeslagen locaties
●Adres
● Recente bestemmingen
● Lokale zoekfunctie /
TomTom-plaatsen
● Nuttige plaats
● Locatie op de kaart
● Breedte- en lengtegraad
2. ROUTE WIJZIGEN
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Route bewerken" in het hoofd‐
stuk "Begeleiding" 3 104.
● Alternatieve route berekenen
● Route annuleren
● Reis via
● Wegversperring vermijden
● Deel van de route vermijden
● Vertragingen beperken
3. KAART BEKIJKEN
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Kaart bekijken" in het hoofdstuk
"Begeleiding" 3 104.
● Gebruik deze locatie om...
● Zoeken●Kaartgegevens wijzigen
● Toevoegen aan opgeslagen
locaties
4. <: Pop-upmenu
5. INSTELLINGEN
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"Navigatiesysteem instellen" hier‐
onder.
● Stembegeleiding
uitschakelen
● Routeplanning
● Nuttige plaats op de kaart
weergeven
● Nuttige plaatsen beheren
● Stem
● Thuislocatie instellen
● Opgeslagen locaties
beheren
● Wissel kaart
● Wijzig kaartkleuren
● Autosymbool
● Geavanceerd
6. NAVIGATIESERVICES
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink)
"LIVE-services" hieronder.
92Navigatie15.K: Huidige locatie (cursor)
Berekende route en richtingsver‐
anderingen
16. r: Terug naar vorige schermRijstrookbeelden
Tijdens de routebegeleiding wordt voor elke belangrijke afslag automa‐
tisch een 3D-weergave van het kruis‐ punt weergegeven (inclusief rich‐
tingspijlen en verkeersborden). Na de
kruising wordt teruggekeerd naar de
normale weergave.
Raadpleeg, om de rijstrookbeelden
uit te schakelen,
(NAVI 80 IntelliLink) "Geavanceerde
instellingen" in "Navigatiesysteem
instellen" hieronder.Automatische zoom
Tijdens de routebegeleiding
verschijnt er voorafgaand aan een
richtingsverandering automatisch
een detailweergave van het kruis‐
punt. Na de kruising wordt terugge‐
keerd naar de normale weergave.Raadpleeg, om de automatische
zoomfunctie uit te schakelen,
(NAVI 80 IntelliLink) "Geavanceerde
instellingen" in "Navigatiesysteem
instellen" hieronder.
Toetsenborden in het display
bedienen
NAVI 50 IntelliLink - Toetsenbordenop het display bedienen
Gebruik de aanraaktoetsen op het
displayscherm om tekens in te voeren en tussen tekens te bewegen met
zowel de alfabetische als numerieke
toetsenborden.
● Selecteer Opties om het type
toetsenbord te wijzigen (bijv. Qwerty, ABC).
● Selecteer 1^& om te schakelen
naar nummers en symbolen.
● Selecteer het pictogram ó van de
vervolgkeuzelijst om een resulta‐ tenlijst van de huidige handeling
weer te geven (bijv. invoer van de bestemming).● Ingevoerde gegevens kunnen worden gecorrigeerd met het
toetsenbordteken k.
● Raak r aan om niet meer met
het toetsenbord te werken en
terug naar het vorige scherm te
gaan.
Let op
Wanneer u iets invoert, kunnen
bepaalde letters en nummers niet
geselecteerd worden (grijs weerge‐
geven), uitgaande van de informatie
die in het navigatiesysteem is opge‐
slagen.
Ga voor meer informatie naar "Bedie‐ ning met aanraakscherm" 3 41.
NAVI 80 IntelliLink - Toetsenborden
op het display bedienen
Gebruik de aanraaktoetsen op het
displayscherm om tekens in te voeren
en tussen tekens te bewegen met
zowel de alfabetische als numerieke
toetsenborden.
94Navigatie●Waarschuwingen
● Route-instellingen
● Kaartinstellingen
● Steminstellingen
● Notatie coördinaten
● GPS
● Kaartupdate
● Verkeer (afhankelijk van de
versie)Waarschuwingen
Selecteer Waarschuwingen om de
volgende instellingen op te roepen
(uitschakelen indient niet vereist):
● Waarschuwen als te hard wordt
gereden (Aan/Uit)
● Maximumsnelheid altijd
zichtbaar (Aan/Uit)
● Waarschuwingen voor
aandachtspunten (Aan/Uit)
● Afstand vóór aandachtspunt 0 m/
200 m/500 m
Beschikbaar afhankelijk van de
versie.
Waarschuwen als te hard wordt
gereden : De digitale kaart bevat
maximumsnelheden voor bepaaldewegen. Er worden hoorbare en/of
zichtbare waarschuwingen gegeven
als de maximumsnelheid wordt over‐
schreden.
Maximumsnelheid altijd zichtbaar : De
maximumsnelheid voor bepaalde wegen is altijd zichtbaar op het
scherm.
Waarschuwingen voor
aandachtspunten : Wanneer de auto
een aandachtspunt (permanent of
tijdelijk) passeert - d.w.z. bij het betre‐
den van een gevaarlijk weggedeelte
dat extra aandacht behoeft of bij het
anderen van een snelheidscamera
(afhankelijk van het land) - geeft het
systeem geluids- en visuele waar‐
schuwingen.
Afstand vóór aandachtspunt : Selec‐
teer een afstand vanwaar meldingen
van waarschuwingen voor
aandachtspunten moeten worden
gegeven.
Let op
Waarschuwingen zijn wellicht niet beschikbaar voor bepaalde wegen en regio's.Route-instellingen
Selecteer Route-instellingen om de
volgende instellingen voor routebere‐
kening bij te werken:
● Routeplanningsmethode (Snel/
Kort/ECO)
● Snelwegen (Aan/Uit)
● Periodieke heffing (Aan/Uit)
● Tolheffing per keer (Aan/Uit)
● Veerboten (Aan/Uit)
● Carpoolstroken/auto's met hoge
bezettingsgraad (Aan/Uit)
● Onverharde wegen (Aan/Uit)
● Benodigde vergunningen (Aan/
Uit) (afhankelijk van versie)
Raak zo nodig Opties en
Standaardinstellingen herstellen aan
om elk van deze opties terug te zetten
naar de fabrieksinstellingen.
Daarnaast kunt u, wanneer de kaart
wordt getoond (geen routebegelei‐
ding actief), naar het menu Route-
instellingen gaan door Opties aan te
raken.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Displayweergave", "Kaartscherm"
hierboven voor meer informatie.
Navigatie95Routeplanningsmethode: Selecteer
Snel om de snelste route naar de
ingevoerde bestemming in te stellen. Deze methode gaat ervan uit dat de
auto op alle wegen de maximumsnel‐
heid aanhoudt of nadert.
Selecteer Kort om de kortste route in
te stellen en de totale afstand naar de ingevoerde bestemming tot een mini‐
mum te beperken.
Selecteer Eco om een compromis
tussen de methodes voor de snelste
en kortste route in te stellen. De route die wordt voorgesteld, kan korter zijn
dan de snelste route, maar hij hoeft
niet veel langzamer te zijn.
Snelwegen : Snelwegen opnemen of
uitsluiten van het routeplan.
Schakel deze optie uit, als bijv. een
auto wordt gesleept of als het niet is
toegestaan om op de snelweg te
rijden.
Let op
Volg de voorschriften van het land
op waarin u rijdt.Periodieke heffing : Wegen opnemen
of uitsluiten waarvoor een speciale
licentie moet worden aangeschaft
voor bepaalde perioden.
Tolheffing per keer : Wegen opnemen
of uitsluiten waarvoor iedere keer een tolheffing moet worden betaald.
Veerboten : Gebruik van veerboten,
schepen en treinen opnemen of
uitsluiten.
Carpoolstroken/auto's met hoge
bezettingsgraad : Carpoolstroken en
rijstroken voor auto's met een mini‐ maal aantal inzittenden opnemen of
uitsluiten.
Onverharde wegen : Gebruik van
onverharde wegen opnemen of
uitsluiten, bijv. zand- of gravelwegen.Kaartinstellingen
Selecteer Kaartinstellingen om het
volgende op te roepen:
● Weergavemodus (3D/2D/2D
noord)
2D noord is beschikbaar afhan‐
kelijk van de versie.
● Gezichtspunt (Laag/Normaal/
Hoog)● Weergave snelweg (Aan/Uit)
● NP-markeringen
Daarnaast kunt u, wanneer de kaart
wordt getoond (geen routebegelei‐
ding actief), naar het menu
Kaartinstellingen gaan door Opties
aan te raken.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Displayweergave", "Kaartscherm" hierboven voor meer informatie.
Weergavemodus : Selecteer
Weergavemodus om de standaard‐
kaartmodus te wisselen tussen een
2D-weergave van boven naar bene‐
den, een 3D-perspectiefweergave en
een 2D-weergave waarbij noord altijd naar boven is gericht.
Daarnaast kunt u het kompas op de kaart aanraken om te wisselen tussen de kaartweergavemodi.
Gezichtspunt : Selecteer
Gezichtspunt om het gezichtspunt
van de kaart te verhogen of te verla‐
gen.
Daarnaast kunt u, wanneer de kaart
wordt weergegeven (de routebegelei‐
ding is niet actief), ⇧ of ⇩ aanraken
om het gezichtspunt van de kaart te