68Stoelen, veiligheidssystemenHoud u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kindervei‐ligheidssystemen op bepaalde
zitplaatsen verboden.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Top-Tether
Driepuntsgordel Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet 3 58.
Afhankelijk van de afmetingen van de
gebruikte kinderveiligheidssystemen
en de modelvariant, kunnen kinder‐
veiligheidssystemen worden beves‐
tigd op bepaalde zitplaatsen achterin
op de 2e en 3e rij. Na het bevestigen van het kinderzitje moet de veilig‐
heidsgordel worden omgedaan
3 70.ISOFIX-beugels
Op de ISOFIX bevestigingsbeugels
staat het ISOFIX-logo of er is een
symbool op de zitting.
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Bij gebruik van ISOFIX-bevestigings‐
beugels mogen algemeen voor
ISOFIX goedgekeurde kinderzitjes
worden gebruikt.
Gebruik een Top-Tether-band in
combinatie met de ISOFIX-bevesti‐
gingsbeugels.
Toegestane montageplaatsen voor
ISOFIX -kinderveiligheidssystemen
worden in de tabellen gemarkeerd
met <, IL en IUF.
Top-Tether-verankeringen
Op de achterkant van de stoel bevin‐
den zich Top-Tether-verankeringen.
Aanvullend op de ISOFIX bevesti‐
gingsbeugels zet u de Top-Tether
aan de bovenkant vast aan de desbe‐ treffende Top-Tether-verankeringen.
Daarbij moet de bijbehorende gordel
tussen de glijstangen van de hoofd‐
steun lopen.
Stoelen, veiligheidssystemen69ISOFIX-kinderveiligheidssystemenuit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 70.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐
lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Kindersloten 3 33.
Centrale vergrendeling 3 27.
72Stoelen, veiligheidssystemen1:Schuif zo nodig de verstelbare voorstoel naar voren om een kinderveiligheidssysteem op deze zitplaatsen te instal‐leren. Wellicht is er bij auto's met vaste voorstoelen onvoldoende ruimte voor het installeren van specifieke kinder‐ veiligheidssystemen.2:Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Verwijder de hoofdsteun 3 47 voordat u het kinderveiligheidssysteem
installeert. De stoel vóór de plek van de installatie mag niet verder dan op de helft van de rails naar achteren staan. Maximale hoek van de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 49.U:Geschikt voor universele veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepunts‐
veiligheidsgordel.X:Stoelpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichts- en leeftijdscategorie.
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaat
klasseBevestigingVoorstoelenZitplaatsen op 2e rij 1Bank op 3e
zitrijMiddenBuitenste zitplaatsauto's met enkele
passagiersstoelauto's met dubbele
passagiersstoelGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XXILILXGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XXILILXDISO/R2XXILXXCISO/R3XXILXX
Stoelen, veiligheidssystemen73GewichtsklasseMaat
klasseBevestigingVoorstoelenZitplaatsen op 2e rij 1Bank op 3e
zitrijMiddenBuitenste zitplaatsauto's met enkele
passagiersstoelauto's met dubbele
passagiersstoelGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XXILXXCISO/R3XXILXXBISO/F2XXIL, IUF 2IL, IUF2XB1ISO/F2XXXIL, IUF2IL, IUF2XAISO/F3XXIL, IUF 2IL, IUF2XGroep II: 15 tot 25 kgXXIL, IUF2IL, IUF2XGroep III: 22 tot 36 kgXXIL, IUF 2IL, IUF2X1:Schuif zo nodig de verstelbare voorstoel naar voren om een kinderveiligheidssysteem op deze zitplaatsen te instal‐
leren. Wellicht is er bij auto's met vaste voorstoelen onvoldoende ruimte voor het installeren van een kinderveilig‐
heidssysteem.2:Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Verwijder de hoofdsteun 3 47 voordat u het kinderveiligheidssysteem
installeert. De stoel vóór de plek van de installatie mag niet verder dan op de helft van de rails naar achteren staan. Maximale hoek van de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 49.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X:Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.IL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.
74Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse 9 tot
18 kg.B - ISO/F2:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kg.D - ISO/R2:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
240EEconomisch rijden ......................134
ecoScoring.................................. 108
Elektrisch bediende ruiten ...........45
Elektrische aansluitingen .............91
Elektrische accessoires ................91
Elektrische verstelling ..................42
Elektrisch systeem...................... 188
Elektronische gegevensregistratie 44
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............122
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) .......102, 155, 169
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma uit ............................. 102
Event Data Recorders (EDR) .....233
F
Fleshouders .................................. 78
Frontaal airbagsysteem ...............64
G Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..233
Geluidssignalen .........................107
Gereedschap ............................. 192
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................84
Gloeilamp vervangen ................181Gordels......................................... 56
Gordelverklikker ......................... 100
Gordijnairbagsysteem .................. 65
Groothoekspiegel .........................43
Grootlicht ........................... 105, 113
H Handgeschakelde versnellingsbak ......................151
Handgrepen .................................. 80
Handmatige dimfunctie ................43
Handmatig verstellen ...................42
Handrem ............................. 152, 153
Handschoenenkastje ...................76
Handzender ................................. 22
Hellingrem ................................. 153
Hoedenplank achter .....................81
Hoofdsteunen .............................. 47
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 126
I Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 70
Indicator luchtstroom motor ........174
Info-Display................................. 106 Info-Displays ............................... 105
Infotainment-systeem .................106
Inhouden ................................... 226
Inklapbare spiegels .....................42
Inleiding ......................................... 3Instapverlichting ......................... 118
Instrumentengroep ......................93
Instrumentenverlichting .............187
Interieurverlichting ......................116
Interieurverlichting voor ..............116
ISOFIX .......................................... 67
K Katalysator ................................. 145
Kentekenverlichting ...................185
Kilometerteller .............................. 94
Kindersloten ................................. 33 Kinderveiligheidssystemen ..........67
Kledinghaken ................................ 77
Klimaatregeling ............................ 16
Klimaatregelsystemen ................120
Klok .............................................. 90
Knoppen op stuurkolom ...............87
Knoppen op stuurwiel ...................87
Koeling (A/C) .............................. 121
Koeling handschoenenkastje ....133
Koelvloeistof .............................. 175
Koelvloeistof en antivries ............213
Koelvloeistoftemperatuur ...........103
Koelvloeistofverwarming............. 126
Koplampen ................................ 181
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 114
Koplampverstelling ....................113
Krik ............................................. 192