Kort en bondig13Traction Control-systeem
(TC) ..................................... 154
Instellen koplampreikwijdte 113
Verlichtingsbediening
instrumentenpaneel ............116
Hulpverwarming ..................126
Snelheidsbegrenzer ............159Rijverlichting
Buitenste lichtschakelaar draaien:
7:uit8:zijmarkeringslichten9P:dimlicht of grootlicht
Auto's met automatische verlichting:
AUTO:automatische verlichting: de
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van het omge‐
vingslicht.
Verlichting 3 112.
Automatische verlichting 3 113.
Waarschuwing brandende koplam‐
pen 3 107.
102Instrumenten en bedieningsorganenLicht op als de handrem wordt gelost
en het remvloeistofpeil te laag is
3 176.9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Als R brandt samen met controle‐
lamp C en een geluidssignaal, is er
een storing in het remsysteem. Een
bijbehorend bericht verschijnt ook op
het Driver Information Center 3 105.
Onmiddellijk de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Remsysteem 3 152.
Antiblokkeersysteem (ABS) u brandt geel.
Brandt korte tijd nadat het contact is
ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van u klaar voor gebruik.
Als controlelamp u niet na enkele
seconden dooft of onderweg oplicht,
is er een storing in het ABS. Contro‐
lelamp j kan ook oplichten op de
instrumentengroep samen met een
bijbehorend bericht op het Driver
Information Center 3 105. Het
remsysteem blijft werken maar
zonder ABS-regeling en elektronisch
stabiliteitsprogramma.
Als controlelampen u, j , R en C
branden, is er een storing in het remsysteem. Een bijbehorend bericht
verschijnt in het Driver Information
Center. Onmiddellijk de hulp van een werkplaats inroepen.
Antiblokkeersysteem (ABS) 3 152.
Opschakelen k of j brandt.
Wij raden u in dat geval omwille van een zuiniger verbruik aan om te scha‐
kelen.
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP)
R knippert of brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.Knippert tijdens het rijden
Het systeem grijpt actief in. Het
motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automatisch iets worden afgeremd.
Brandt tijdens het rijden
Het systeem is niet beschikbaar. Een bijbehorend bericht verschijnt ook op
het Driver Information Center 3 105.
ESP® Plus
3 155.
Traction Control-systeem 3 154.
Elektronisch stabiliteitspro‐
gramma uit
Ø brandt groen.
Als ESP® Plus
gedeactiveerd is met
Ø op het instrumentenpaneel, dan
brandt controlelamp Ø en verschijnt
een bijbehorend bericht op het Driver Information Center 3 105.
ESP® Plus
3 155.
Traction Control-systeem 3 154.
134Rijden en bedieningRijden en bedieningRijtips......................................... 134
Economisch rijden ...................134
Controle over de auto ..............135
Sturen ...................................... 135
Starten en bediening .................136
Nieuwe auto inrijden ................136
Contactslotstanden ..................136
Aan/Uit-knop ............................ 136
Motor starten ........................... 138
Regeling stationair toerental ....139
Motor afzetten ......................... 139
Uitrol-brandstofafsluiter ...........140
Stop/Start-systeem ..................140
Parkeren .................................. 143
Uitlaatgassen ............................. 144
Roetfilter .................................. 144
Katalysator .............................. 145
AdBlue ..................................... 145
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 151
Remmen .................................... 152
Antiblokkeersysteem ...............152
Handrem .................................. 153
Remassistentie ........................153
Hellingrem ............................... 153Rijregelsystemen.......................154
Traction Control .......................154
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma (ESP) ....................... 155
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 157
Cruise control .......................... 157
Snelheidsbegrenzer ................159
Parkeerhulp ............................. 160
Achteruitkijkcamera .................163
Brandstof ................................... 165
Brandstof voor dieselmotoren . 165
Tanken .................................... 166
Trekhaak .................................... 168
Algemene informatie ...............168
Rijgedrag en aanhangertips ....168
Aanhanger trekken ..................168
Aanhangerstabilisatie ..............169Rijtips
Economisch rijden
Modus ECO De ECO-modus is een functie voor
een optimaal brandstofverbruik. Deze
is van invloed op het motorvermogen
en het koppel, het acceleratievermo‐
gen, de schakelindicatie, de verwar‐ ming, de airconditioning en de
stroomverbruikers.
Inschakelen
154Rijden en bedieningWanneer het rempedaal wordt losge‐
laten na stoppen op een helling (met
de keuzehendel in een versnelling
vooruit of achteruit), blijven de
remmen nog 2 seconden werken. Bij
het optrekken van de auto worden de remmen automatisch gelost.Voorzichtig
De hellingrem kan rijden van deauto niet in alle situaties (zeer
steile helling enz.) volledig voor‐
komen.
Trap het rempedaal zo nodig in om te voorkomen dat de auto naar
voren of achteren rijdt.
De hellingrem werkt niet tijdens een
Autostop.
Stop-startsysteem 3 140.
Rijregelsystemen
Traction Control
Traction Control (TC) is een onder‐
deel van het elektronische stabiliteits‐
programma (ESP® Plus
) dat helpt bij
het behoud van de rijstabiliteit, onge‐
acht wegdek en grip van de banden,
en voorkomt dat de wielen gaan door‐ slippen.
Zodra de aandrijfwielen beginnen
door te slaan, wordt het motorvermo‐
gen verminderd en wordt het wiel met
de meeste slip afzonderlijk afgeremd. Daardoor wordt de rijstabiliteit van de
auto op een glad wegdek aanmerke‐
lijk verbeterd.
TC is bedrijfsklaar zodra het contact
wordt ingeschakeld en de controle‐
lamp b op de instrumentengroep
dooft. Een bijbehorend bericht
verschijnt ook op het Driver Informa‐
tion Center 3 105.
Wanneer TC actief ingrijpt,
knippert b.9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 102.
Aanhangerstabilisatie (TSA) 3 169.
De functie Meer tractie
Indien nodig kan het Traction Control-
systeem (TC) worden uitgeschakeld
voor meer grip op zachte grond of
modderige of besneeuwde wegen.
242Remsysteem .............................. 101
Remvloeistof .............................. 176
Reservewiel ............................... 203
Reservewielbevestiging ..............192
Richtingaanwijzers ............... 99, 115
Richtingaanwijzers vooraan ......182
Ritverslag.................................... 108
Roetfilter .................................... 144
Rugleuning neerklappen .............51
Ruimte voor lang materiaal........... 78
Ruiten ..................................... 44, 45
Rijgedrag en aanhangertips ......168
Rijregelsystemen ........................154
Rijstijllampje.................................. 95
Rijverlichting ........................ 13, 104
S Schakel motor uit ........................101
Scheidingsrooster bagageruimte ..83
Schuifdeur ................................... 34
Selectieve katalysatorreductie ....145
Service ............................... 133, 211
Service-display ............................ 96
Service-indicatie ........................101
Service-informatie ...................... 211
Sjorogen ...................................... 81
Sleepoog ............................ 192, 206
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................198Snelheidsbegrenzer .....93, 105, 159
Snelheidsmeter ............................ 93
Spanbanden ................................. 81
Spiegels .................................. 42, 43
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................176
Startbeveiliging ............................ 41
Starten en bediening ..................136
Starthulp gebruiken ...................205
Stickers op de voorruit ..................44
Stoelen ......................................... 78
Stoelpositie .................................. 48
Stoelverstelling ........................7, 49
Stoelverwarming ........................... 51
Stop/Start-systeem .....................140
Stop-startsysteem................. 18, 104
Storingsindicatielamp ................101
Storingsmeldingen ......................106
Sturen ......................................... 135
Stuurbedieningsknoppen .............87
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......175
Stuurwiel instellen ........................ 10
Stuurwielverstelling ...................... 87
Symbolen ....................................... 4
T
Tablethouder ................................ 75
Tachograaf ......................... 105, 110
Tanken ....................................... 166
Technische gegevens ................218Te laag brandstofpeil .................104
Telefoonhouder ............................ 75
Toerenteller ................................. 94
Tolwegstickers .............................. 44
Top-Tether .................................... 67
Traction Control .........................154
Trekken............................... 168, 206
Trekken van een aanhanger ......168
Trekstang.................................... 168
Tripcomputer ............................. 108
Typeplaatje ................................ 216
U Uitlaatgassen ...................... 144, 206
Uitrol-brandstofafsluiter .............140
Uitstapverlichting .......................119
USB-aansluiting ............................ 91
Uw autogegevens ..........................3
V Vakken voorportier .......................78
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 197
Vaste luchtroosters ....................133
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................56
Veiligheidsnet .............................. 82
Veiligheidstraliewerk .....................83
Velgen en banden .....................193
Ventilatie ..................................... 120
Ventilatieopeningen ....................132