112VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 112
Lichtschakelaar .......................112
Automatische verlichting .........113
Grootlicht ................................. 113
Lichtsignaal ............................. 113
Koplampverstelling ..................113
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 114
Dagrijlicht ................................. 114
Bochtverlichting .......................114
Alarmknipperlichten .................115
Richtingaanwijzers ..................115
Mistlampen voor ......................115
Mistachterlicht ......................... 116
Achteruitrijlichten .....................116
Beslagen lampglazen ..............116
Binnenverlichting .......................116
Regelbare instrumentenverlich‐ ting .......................................... 116
Bagageruimteverlichting ..........118
Leeslampen ............................. 118
Verlichting handschoenenkastje ..............118
Verlichtingsfuncties ....................118
Instapverlichting ......................118Uitstapverlichting .....................119
Ontlaadbeveiliging accu ..........119Rijverlichting
Lichtschakelaar
Draai buitenste schakelaar:
7:uit8:zijmarkeringslichten9P:dimlicht of grootlicht
Controlelamp grootlicht P 3 105.
Controlelamp dimlicht 9 3 104.
Let op
Als de koplampen handmatig zijn
ingeschakeld, klinkt er een geluids‐
signaal wanneer de motor wordt
uitgeschakeld en wanneer het
116VerlichtingDe mistlampen vóór werken alleenwanneer het contact en de koplam‐
pen zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht
Binnenste ring naar ø draaien.
Controlelamp ø op de instrumenten‐
groep gaat branden.
Het mistachterlicht brandt samen met
de mistlampen vóór en werkt alleen
wanneer het contact en de koplam‐
pen zijn ingeschakeld.
Achteruitrijlichten De achteruitrijlichten gaan branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampafdekkin‐
gen kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt vanzelf. Om dit te bespoe‐
digen kunt u de koplampen inschake‐
len.Binnenverlichting
Regelbare instrumenten‐verlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
● instrumentenverlichting
● Info-Display
● verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwieltje b totdat de
gewenste lichtsterkte is bereikt.
Binnenverlichting
Instapverlichting
Bij in- en uitstappen wordt de instap‐
verlichting voor en achter samen met de voetenruimteverlichting automa‐
tisch ingeschakeld en na een
bepaalde periode weer uitgescha‐
keld.
Interieurverlichting voor
Bedien de wipschakelaar:
druk op 7:uitmiddelste stand:automatisch in- en
uitschakelendruk op d:aan
239Auto slepen ................................ 206
Auto stallen ......................... 171, 177
Autostop ............................. 138, 140
Auto wassen ............................... 208
B Bagageruimte ........................ 36, 80
Bagageruimte-afdekking .............81
Bagageruimteverlichting .............118
Bak op instrumentenbord .............75
Banden ...................................... 193
Banden- en wielmaat, verwisselen ............................. 197
Bandenreparatieset ...................198
Bandenspanning .......................194
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 103, 195
Bandenspanningswaarden ........228
Banden verwisselen ...................201
Bedieningselementen telefoon .....87
Bedieningsorganen ......................87
Bekerhouders .............................. 77
Bekleding .................................... 210
Beladingsinformatie .....................84
Beslagen lampglazen ................116
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 157
Beveiliging van de auto ................38
Binnenspiegels ............................. 43
Binnenverlichting ...............116, 186BlueInjection ............................... 145
Bochtverlichting .......................... 114
Bolle vorm .................................... 42
Boordgereedschap .............192, 206
Boordinformatie .........................106
Brandstofbesparingsmodus ........104
Brandstofblokkeersysteem .........139
Brandstofmeter ............................ 94
Brandstoftank ............................. 226
Brandstofverbruikcijfer ........106, 108
Brandstofverbruikmeter ................95
Brandstof voor dieselmotoren ...165
Buitenspiegels .............................. 42
Buitentemperatuur .......................89
Buitenverlichting .........................112
Bijrijdersbank ................................ 78
C Car Pass ...................................... 22
Centrale vergrendeling ................27
Claxon ................................... 15, 87
Compact reservewiel ..................203
Conformiteitsverklaring ...............229
Contactslotstanden ....................136
Controlelampen ......................93, 96
Controle over de auto ................135
Controles .................................... 172
Cruise control ....................105, 157D
Dagrijlicht ............................ 113, 114
Dagteller ...................................... 94
Dakbelasting ................................. 84
Dakdrager .................................... 84
Dashboard .................................... 11
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
DEF ............................................ 145
De functie Meer tractie .......154, 155
Derde remlicht ........................... 184
Diefstalalarmsysteem ..................39
Diefstalvergrendeling ....................26
Dieselbrandstof........................... 165
Dieselbrandstoffilter ...................179
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 179
Dieseluitlaatvloeistof ...................145
Dimlicht of grootlicht ...........112, 113
Documentenbak ........................... 77
DPF (Diesel Particle Filter, roetfilter) .................................. 144
Draairichtingsgebonden banden ............................ 193, 203
Driepuntsgordel ........................... 58
Driver Information Center ...........105
Dubbele cabine ............................ 78