Klantinformatie237Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
deuren en starten. RFID-technologie
in Opel voertuigen gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
241LLaadsysteem ............................. 101
Laadvloernet ................................. 81
Lampenkappen, beslagen ..........116
Leeslampen ............................... 118
Leeslampjes met LED's ..............116
Leeslamp vooraan ......................118
Lekke band ................................. 201
Lichtschakelaar .......................... 112
Lichtsignaal ................................ 113
Luchtinlaat ................................. 133
Luchtrecirculatie .................121, 206
M
Maximumsnelheidsbegrenzer ....159
Meldingen ................................... 106
Meters........................................... 93
Mistachterlicht ...105, 112, 116, 186
Mistlamp .................................... 105
Mistlampen .................112, 115, 182
Mistlampen voor ........................115
Modus ECO ................................ 134
Momentsleutel ............................ 192
Motoraanduiding .........................216
Motor afzetten ............................ 139
Motorgegevens .......................... 218
Motor-ID...................................... 216
Motorkap .................................... 172
Motorluchtfilter ............................ 174
Motorolie .................... 173, 213, 217Motorolieadditieven ....................213
Motoroliedruk ............................. 103
Motoroliepeil .............................. 108
Motorolieviscositeitsindexen .......213
Motorremmomentregeling ..........155
Motor starten ........................ 18, 138
Muntenhouder .............................. 75
N Neerklapbare rugleuning midden. 77
Nieuwe auto inrijden ..................136
Noodontgrendeling achterklep .....36
O Obstakeldetectiesystemen .........160
Olie ............................................. 173
Oliedruk ...................................... 103
Olie, motor .................. 173, 213, 217
Ontlaadbeveiliging accu ............119
Ontwasemen en ontdooien ..........16
Opbergruimte................................ 75
Opbergruimte plafond ..................80
Opbergruimte portierbekleding .....78
Opbergruimte voor........................ 77
Opbergvak .............................. 77, 78
Opbergvakken .............................. 75
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................75
Opbergvak onder passagiersstoel 78
Opschakelen............................... 102Opwarmen van de turbomotor ....138
Overzicht instrumentenpaneel .....11
P Panne ......................................... 206
Parkeerafstandsregeling ............160
Parkeerhulp ............................... 160
Parkeerrem - zie Handrem .........153
Parkeren .............................. 19, 143
Park pilot met ultrasoonsensoren 160
Partikelfilter ................................. 144
Passagiersstoel middenvoor neerklappen .............................. 51
Pedalen ...................................... 135
Portieren ....................................... 34
Portier open ............................... 105
Portiersloten ................................. 26
Profieldiepte ............................... 197
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 237
REACH ....................................... 233
Regelbare instrumentenverlich‐ ting ......................................... 116
Regeling stationair toerental .......139
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 233
Remassistentie .......................... 153
Rem- en koppelingsvloeistof ......213
Remmen ............................ 152, 176