Telefoon123Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer het Bluetooth-apparaat dat u wenst te koppelen. Het apparaat is
verbonden.
Let op
Het verbonden toestel en de
beschikbare opties worden gemar‐
keerd.
Een apparaat loskoppelen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer het momenteel verbonden
Bluetooth-apparaat. Er verschijnt een bericht dat u moet beantwoorden.
Selecteer Ja om het apparaat los te
koppelen.
Een apparaat wissen Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het desbetref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer e naast het Bluetooth-
apparaat. Er verschijnt een bericht dat u moet beantwoorden.
Selecteer Ja om het apparaat te
wissen.
Apparaatinfo
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Apparaat‐
informatie om het desbetreffende
menu weer te geven.
De weergegeven informatie omvat
Apparaatnaam , Adres en Pincode .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐ letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
wanneer bepaalde netwerkdien‐ sten en/of telefoonfuncties actief
zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. We adviseren u het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
124TelefoonEen noodoproep doen
Bel het alarmnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op ; en selecteer dan
Telefoon om het desbetreffende
menu weer te geven.
Let op
Het Telefoon hoofdmenu is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 121.
Veel functies van de mobiele telefoon kunt u nu bedienen via het hoofd‐menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Druk op ; en selecteer dan Telefoon.
Telefoon127Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan Telefoon.
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van
de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek
Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het
display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
128TelefoonMicrofoon tijdelijk deactiverenActiveer n om de microfoon uit te
schakelen.
Deactiveer n om de microfoon weer
te activeren.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer J om het gesprek te
beëindigen.
Voicemailbox U kunt uw voicemailbox via het info‐
tainmentsysteem bedienen.
Voicemailnummer
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth. Blader door de
lijst en selecteer Voicemailnummers .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Kies de desbetreffende telefoon. Er
verschijnt een toetsenblok.
Voer het voicemailnummer van de
desbetreffende telefoon in.
Voicemailbox bellen
Druk op ; en selecteer dan Telefoon.Selecteer t op het scherm. De
voicemailbox wordt gebeld.
U kunt het voicemailnummer ook met
de telefoontoetsen invoeren.
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de kan de type‐
goedkeuring voor het voertuig komen
te vervallen (EU-richtlijn 95/54/EC).Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen.
● Maximaal zendvermogen van 10 W.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.
Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de
buitenantenne of de toestelhouder en
de mogelijkheden tot het gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 W.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan
wanneer het maximale zendvermo‐
gen van de mobiele telefoon niet
hoger is dan 2 W bij GSM 900 en niet
hoger is dan 1 W bij de andere types.
130TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............114
Afbeelding via USB activeren .....114
Algemene aanwijzingen .............120
Bluetooth ................................. 111
DAB ......................................... 108
Infotainmentsysteem .................90
Smartphone-applicaties ..........111
Telefoon .................................. 120
USB ......................................... 111
Algemene informatie ..........111, 119
Antidiefstalfunctie ........................91
Audio afspelen ............................ 113
Audiobestanden ......................... 111
Audioknoppen op stuurwiel ..........92
Audio via USB activeren .............113
Automatisch volume ...................101
B Basisbediening ............................. 98
Bediening.................................... 124 Externe apparaten ..................111
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 124
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................92
Stuurwiel ................................... 92
Bedieningspaneel Infotainment ....92Bel
Beltoon .................................... 124
Functies tijdens het gesprek ...124
Inkomend gesprek ..................124
Telefoongesprek initiëren ........124
Beltoon Beltoon wijzigen ......................124
Beltoonvolume ........................ 101
Bestandsformaten Audiobestanden ......................111
Filmbestanden......................... 111 Fotobestanden ........................ 111
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........111
Apparaat aansluiten ................111
Bluetooth-verbinding ...............121
Koppelen ................................. 121
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 113
Telefoon .................................. 124
Bluetooth-verbinding ..................121
BringGo ...................................... 117
D
DAB ............................................ 108
Digital Audio Broadcasting .........108
Display-instellingen ............114, 116
131F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................106
Zenders opslaan .....................106
Favorietenlijst ............................. 106
Filmbestanden ............................ 111
Films afspelen ............................ 116
Film via USB activeren ...............116
Fotobestanden ........................... 111
Frequentieband selecteren .........104
G Gebruik ......................... 95, 104, 119
Bluetooth ................................. 111
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 124
USB ......................................... 111
Geluidsinstellingen .....................100
I
Infotainmentsysteem inschakelen 95
Intellitext ..................................... 108
K Koppelen .................................... 121
M Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 98Mobiele telefoons en CB-
zendapparatuur ......................128
Mute.............................................. 95
N Noodoproep ................................ 123
O Oproepenhistorie ........................124
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Afstemmen op zender .............104
DAB configureren ....................108
DAB-berichten ......................... 108
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 108
Favoriete lijsten .......................106
Frequentieband selecteren .....104
Gebruik.................................... 104
Inschakelen ............................. 104
Intellitext .................................. 108
Radio Data System (RDS) ......107
RDS configureren.................... 107
Regio-instelling........................ 107 Regionaal ................................ 107
Zender zoeken ........................ 104
Zenders ophalen .....................106
Zenders opslaan .....................106
Radio activeren........................... 104Radio Data System .................... 107
RDS ............................................ 107
Regio-instelling ........................... 107
Regionaal ................................... 107
S Smartphone ................................ 111
Telefoonweergave ..................117
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 117
Snelkiesnummers .......................124
Spraakherkenning ......................119
Startmenu ..................................... 98
Startmenu personaliseren ............98
Stemherkenning ......................... 119
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 113
Systeeminstellingen.................... 102
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........120
Beltoon selecteren ..................124
Bluetooth ................................. 120
Bluetooth-verbinding ...............121
Een nummer invoeren .............124
Functies tijdens het gesprek ...124
Hoofdmenu Telefoon ..............124
Inkomend gesprek ..................124
Noodoproepen ........................ 123
Oproepenhistorie ....................124
138InleidingAudioknoppen op stuurwiel
1qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 154
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 157
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: kort indrukken:
omschakelen tussen
gesprekken ......................... 157
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 153
2 SRC (bron).......................... 139
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 139
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 145
Bij actieve telefoonportal
en geopende
gesprekslijst: omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 157
3 w
Volume verhogen ................139
4 ─
Volume verlagen .................139
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........157
of gesprekslijst sluiten .........157of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 153
of mute in-/uitschakelen ......139
146RadioHet infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Let op
De lijstoptie Categorieën is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB- golfband.
Druk op MENU om het desbetref‐
fende frequentiebereikmenu weer te
geven en selecteer Categorieën.
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmacategorieën.
Kies de gewenste categorie. Er
verschijnt een lijst met zenders die
een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Zenderlijsten bijwerken Druk op MENU om het frequentiebe‐
reikmenu te openen en selecteer Zenderlijst bijwerken .
De desbetreffende zenderlijst wordt bijgewerkt.Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebanden
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
Er zijn 24 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen met vier favorieten per
pagina.
Selecteer FAV om de favorietenlijst
weer te geven.
Een zender opslaan Selecteer de zenders die u wilt
opslaan.
Selecteer de desbetreffende favorie‐
ten-schermtoets en houd deze inge‐
drukt tot er een pieptoon klinkt en de
zendernaam op de desbetreffende
favorietenschermtoets verschijnt.
De zender wordt als favoriet opgesla‐
gen.
Een zender oproepen Druk zo nodig herhaald op FAV om
naar de desbetreffende favorietenpa‐
gina te bladeren.
Selecteer de gewenste favorieten-
schermtoets. De gewenste radiozen‐
der wordt afgespeeld.
Let op
De huidige favoriet wordt gemar‐
keerd.
Bepalen hoeveel favorieten er worden getoond
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Aantal favorietenpagina's
instellen .
Selecteer de gewenste optie.