Telefoon127Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan Telefoon.
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van
de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het desbetreffende menu weer te geven. Er verschijnt een lijst met alle
gekoppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek
Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu op het
display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
130TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............114
Afbeelding via USB activeren .....114
Algemene aanwijzingen .............120
Bluetooth ................................. 111
DAB ......................................... 108
Infotainmentsysteem .................90
Smartphone-applicaties ..........111
Telefoon .................................. 120
USB ......................................... 111
Algemene informatie ..........111, 119
Antidiefstalfunctie ........................91
Audio afspelen ............................ 113
Audiobestanden ......................... 111
Audioknoppen op stuurwiel ..........92
Audio via USB activeren .............113
Automatisch volume ...................101
B Basisbediening ............................. 98
Bediening.................................... 124 Externe apparaten ..................111
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 124
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................92
Stuurwiel ................................... 92
Bedieningspaneel Infotainment ....92Bel
Beltoon .................................... 124
Functies tijdens het gesprek ...124
Inkomend gesprek ..................124
Telefoongesprek initiëren ........124
Beltoon Beltoon wijzigen ......................124
Beltoonvolume ........................ 101
Bestandsformaten Audiobestanden ......................111
Filmbestanden......................... 111 Fotobestanden ........................ 111
Bluetooth Algemene aanwijzingen ..........111
Apparaat aansluiten ................111
Bluetooth-verbinding ...............121
Koppelen ................................. 121
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 113
Telefoon .................................. 124
Bluetooth-verbinding ..................121
BringGo ...................................... 117
D
DAB ............................................ 108
Digital Audio Broadcasting .........108
Display-instellingen ............114, 116
131F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................106
Zenders opslaan .....................106
Favorietenlijst ............................. 106
Filmbestanden ............................ 111
Films afspelen ............................ 116
Film via USB activeren ...............116
Fotobestanden ........................... 111
Frequentieband selecteren .........104
G Gebruik ......................... 95, 104, 119
Bluetooth ................................. 111
Menu ......................................... 98
Radio ....................................... 104
Telefoon .................................. 124
USB ......................................... 111
Geluidsinstellingen .....................100
I
Infotainmentsysteem inschakelen 95
Intellitext ..................................... 108
K Koppelen .................................... 121
M Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 98Mobiele telefoons en CB-
zendapparatuur ......................128
Mute.............................................. 95
N Noodoproep ................................ 123
O Oproepenhistorie ........................124
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Afstemmen op zender .............104
DAB configureren ....................108
DAB-berichten ......................... 108
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 108
Favoriete lijsten .......................106
Frequentieband selecteren .....104
Gebruik.................................... 104
Inschakelen ............................. 104
Intellitext .................................. 108
Radio Data System (RDS) ......107
RDS configureren.................... 107
Regio-instelling........................ 107 Regionaal ................................ 107
Zender zoeken ........................ 104
Zenders ophalen .....................106
Zenders opslaan .....................106
Radio activeren........................... 104Radio Data System .................... 107
RDS ............................................ 107
Regio-instelling ........................... 107
Regionaal ................................... 107
S Smartphone ................................ 111
Telefoonweergave ..................117
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 117
Snelkiesnummers .......................124
Spraakherkenning ......................119
Startmenu ..................................... 98
Startmenu personaliseren ............98
Stemherkenning ......................... 119
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 113
Systeeminstellingen.................... 102
T
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........120
Beltoon selecteren ..................124
Bluetooth ................................. 120
Bluetooth-verbinding ...............121
Een nummer invoeren .............124
Functies tijdens het gesprek ...124
Hoofdmenu Telefoon ..............124
Inkomend gesprek ..................124
Noodoproepen ........................ 123
Oproepenhistorie ....................124
132Snelkiesnummer.....................124
Telefoonboek .......................... 124
Telefoon activeren ......................124
Telefoonboek .............................. 124
Telefoonweergave ......................117
U USB Afbeeldingenmenu USB ..........114
Algemene aanwijzingen ..........111
Apparaat aansluiten ................111
Audiomenu USB .....................113
Filmmenu USB ........................ 116
V Volume Automatisch volume ................101
Beltoonvolume ........................ 101
Maximaal inschakelvolume .....101
Stiltefunctie................................ 95
Volume aanraakpiep ...............101
Volume instellen ........................95
Volume TP .............................. 101
Volumebeperking bij hoge temperaturen ............................. 95
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........101
Volume aanraakpiep ..................101
Volume-instellingen ....................101
Volume TP .................................. 101Z
Zenders ophalen ........................106
Zenders opslaan .........................106
Zender zoeken............................ 104
Inleiding139GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een knop MENU en menu's op
het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 136
● audioknoppen op het stuurwiel 3 136
● de spraakherkenning 3 153
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellenDraai aan m; de actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 142.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 142
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van
het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of van frequentie‐
band te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 145.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 150.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een
verbinding verschijnt het hoofdmenu
van de telefoonmodus.
150Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie..................150
Audio afspelen ........................... 151Algemene informatie
Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten op de
middenconsole.
Let op
U moet de USB-poort altijd schoon
en droog houden.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een MP3-
speler, USB-apparaat of smartphone
aansluiten.
Na het aansluiten op de USB-poort
werken de bovenvermelde apparaten via de knoppen en menu's van hetinfotainmentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het info‐
tainmentsysteem.
Het infotainmentsysteem kan
muziekbestanden op USB-opslagap‐
paratuur weergeven.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort.Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
MTP-apparaatinstellingen
In het instellingenmenu kunt u
aanvullende instellingen aanpassen
voor apparaten die via het MTP zijn
aangesloten.
Druk in een actieve audiobron op
MENU , blader door de lijst en selec‐
teer Indstillinger (Settings) . Selecteer
Telefoonverbinding (alleen MTP) .
Externe apparaten151Als u wilt dat het apparaat alleen viade USB-poort wordt opgeladen, moet
u Alleen opladen activeren. Als u naar
de USB-audiobron omschakelt terwijl
deze instelling is geactiveerd, wordt u
gewaarschuwd met een oplaadbe‐
richt.
Als u muziekbestanden wilt afspelen
die op het apparaat zijn opgeslagen,
moet u Alleen mappen met muziek
scannen of Alle mappen scannen
activeren.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek, mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het infotainmentsys‐
teem. Het infotainmentsysteem kan
de muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 155.Bluetooth-apparatenlijst
Activeer de Bluetooth-audiobron,
druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Bluetooth-apparaten beheren
om naar de Bluetooth-apparatenlijst
te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-apparatenlijst
3 155.
Bestandsformaten
Er wordt alleen apparatuur onder‐ steund die volgens FAT32, NTFS of
HFS+ zijn geformatteerd.
Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsforma‐ ten zijn MP3, WMA, AAC en AIF.Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de artiest.
Audio afspelen
Weergave starten
Aansluiten van het apparaat 3 150.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
gewenste mediabron te selecteren.
Voorbeeld: USB-bron.
Functietoetsen
Naar het vorige of volgende bestand
gaan
Druk op t of v om de vorige of
volgende track af te spelen.
Spraakherkenning153SpraakherkenningAlgemene informatie..................153
Gebruik ...................................... 153Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om te
controleren of uw smartphone deze
functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 150 of via Bluetooth 3 155.
Gebruik Spraakherkenning activeren
Houd PHONE op het bedieningspa‐
neel of 7w op het stuurwiel ingedrukt
om een spraakherkenningssessie te
starten. Er verschijnt een spraakbe‐
sturingsbericht op het scherm.
Na de pieptoon kunt u direct een
commando geven. Raadpleeg voor
informatie over ondersteunde
commando's de gebruiksaanwijzing
van uw smartphone.Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken
instructies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt, de
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.