Telefoon69mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons of andere appara‐ ten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen
we u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het Bluetooth-instellingenmenu
zijn koppelingen tot stand te brengen (door het uitwisselen van pincodes
tussen Bluetooth-apparaat en info‐
tainmentsysteem) en is de Bluetooth-
apparatuur met het infotainmentsys‐
teem te verbinden.
Bluetooth-instellingenmenu
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Selecteer BlueTooth om het desbe‐
treffende submenu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden
gekoppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐ pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐den was, brengt het infotainment‐
systeem automatisch een verbin‐
ding tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.
Koppelen via de toepassing
Instellingen
1. Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het start‐
scherm.
Selecteer BlueTooth om het
desbetreffende submenu weer te
geven.
2. Selecteer Apparaat verbinden .
Selecteer eventueel
Apparaatbeheer om de appara‐
tenlijst weer te geven en selecteer vervolgens Apparaat verbinden .
3. Op het infotainmentsysteem verschijnt er een melding met de
naam en de pincode van het info‐ tainmentsysteem.
4. Activeer het zoekproces in het te koppelen Bluetooth-apparaat.
84TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 13
Adresboek .................................... 50
Algemene aanwijzingen .........42, 68
Bluetooth-muziek ......................36
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 42
Radio ......................................... 31
Telefoonportal ........................... 68
USB ........................................... 36
Algemene informatie ..............36, 62
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 40
Audio afspelen .............................. 37
Audiobestanden ........................... 36
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................26
Automatisch volume .....................26
Auto Set ........................................ 26
B Balance......................................... 25
Basisbediening ............................. 13
Contacten .................................. 22
Favorieten ................................. 18
Interactieve selectiebalk ............15
Lettertekenherkenningsveld ......16
Startscherm ............................... 15
Toepassingenbalk .....................15Toetsenblok............................... 16
Toetsenbord .............................. 16
Bass.............................................. 25
Bediening...................................... 72 Aanraakscherm ......................... 13
Bluetooth-muziek ......................37
Contacten .................................. 22
Favorieten ................................. 18
Infotainmentsysteem .................10
Navigatiesysteem ......................43
Radio ......................................... 31
Telefoon .................................... 72
Toetsenborden .......................... 16
USB ..................................... 37, 38
Bediening aanraakscherm ............13
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............15
Begeleiding .................................. 56
Beltoon ......................................... 72
Bestandsformaten Audiobestanden ........................36
Filmbestanden........................... 36
Bestemming invoeren ..................50
Bluetooth-muziek ..........................36
Bluetooth-verbinding ....................69
85CCategorielijst ................................. 31
Contacten ............................... 22, 50
Aanpassen ................................ 22
Opslaan ..................................... 22
Opvragen .................................. 22
D
DAB .............................................. 34
DAB-koppeling.............................. 34
Datum ........................................... 26
Diakritische tekens .......................16
Digital Audio Broadcasting ...........34
Displaymodus ............................... 26
E EQ ................................................ 25
Equalizer....................................... 25
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...26
Fader ............................................ 25
Favorieten..................................... 18 Naam wijzigen ........................... 18
Opslaan ..................................... 18
Opvragen .................................. 18
Weergave .................................. 18
Wissen ...................................... 18
Favorieten opslaan .......................18
Favorieten opvragen ....................18
Favorieten weergeven ..................18Filmbestanden .............................. 36
Films ............................................. 38
Films afspelen .............................. 38
Frequentieband selecteren ...........31
Frequentielijst ............................... 31
G
Gebruik ....................... 10, 31, 43, 64
Aanraakscherm ......................... 13
Bluetooth-muziek ......................37
Infotainmentsysteem .................10
Navigatiesysteem ......................43
Telefoon .................................... 72
USB ..................................... 37, 38
Geluidsinstellingen .......................25
H Home-toets ................................... 15
I
Infotainmensysteem activeren ......10
Infotainmentsysteem inschakelen 10
Intellitext ....................................... 34
Interactieve selectiebalk ...............15
K
Kaarten ......................................... 43
Kalibratie van het aanraakscherm 26
Klokdisplay ................................... 26
Koppelen ...................................... 69L
L-Band .......................................... 34
Lettertekenherkenningsveld .........16
Lijst met afslagen.......................... 56
M
Maximaal inschakelvolume........... 26
Meldingen ..................................... 15
Middenbereik ................................ 25
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ........................78
Mute.............................................. 10
N
Navigatie....................................... 56 Bestemming invoeren ...............50
Contacten ............................ 22, 50
Favorieten ................................. 18
Gesproken instructies ...............56
Huidige locatie........................... 43 Kaart manipuleren .....................43
Kaartupdate .............................. 42
Kaartvenster .............................. 43
Lijst met afslagen ......................56
Persoonlijke POI's .....................43
Recente bestemmingen ............50
Routebegeleiding ......................56
Routebegeleidingsmenu ...........56
Routelijst ................................... 56
Schermtoets OVERZICHT ........43
TMC-zenders ...................... 42, 56
87ToetsenbordAlfabetisch toetsenbord ............16
Toetsenbord symbolen .............16
Toetsenborden ............................. 16
TP ................................................. 32
Treble ........................................... 25
Trip met routepunten ....................50
Tijd ................................................ 26
U
USB .............................................. 36
USB activeren......................... 37, 38
V Valetmodus Ontgrendelen ............................ 26
Vergrendelen ............................ 26
Veelgestelde vragen .....................80
Verkeersincidenten .......................56
Verkeersinformatie .......................32
Volume Automatisch volume ..................26
Maximaal inschakelvolume .......26
Stiltefunctie................................ 10
Volume instellen ........................10
Volume-instellingen ......................26
Z
Zenderlijst ..................................... 31
Zender zoeken.............................. 31
96Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 104
● Externe apparaten 3 113
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 114
● Filmfuncties 3 116
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 120.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 124.
Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om smartphone-specifieke apps weer
te geven op het Infotainmentsysteem.
Basisbediening103deze eenmaal over het scherm rollen
en in verkorte vorm worden weerge‐
geven.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio.
Activeer Tekst bladeren als u wilt dat
de tekst continu doorloopt.
Deactiveer de instelling als u wilt dat
de tekst bloksgewijs wordt doorlopen.
Display uitschakelen
Als u het display niet wilt zien, bijvoor‐ beeld in de nachtelijke uren, kunt u
het display uitschakelen.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Display uitschakelen . Het display
dooft. De audiofuncties blijven actief.
Tik om het display weer in te schake‐ len nogmaals op het scherm of druk
op een knop.
Fabrieksinstellingen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstellingen .
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen terug te zetten.
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de gekoppelde Bluetooth-appara‐ ten en de opgeslagen contactenlijst
en voicemailnummers te verwijderen.
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om de geluids- en volume-
instellingen te resetten, alle favorie‐ ten te verwijderen en de gekozenbeltoon te wissen.In elk van deze gevallen verschijnt er
een waarschuwing. Selecteer
Doorgaan om de instellingen te reset‐
ten.
Systeemversie
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Software-informatie .
Als een USB-apparaat is aangeslo‐ ten, kunt u de voertuiginformatie op
dit USB-apparaat opslaan.
Selecteer Systeemupdate en vervol‐
gens Voertuiginfo opslaan op USB .
Neem contact op met de werkplaats voor een systeemupdate.
Voertuiginstellingen De Voertuiginstellingen worden in de
Gebruikershandleiding beschreven.
Externe apparaten111Externe apparatenAlgemene informatie..................111
Audio afspelen ........................... 113
Afbeeldingen weergeven ...........114
Films afspelen ............................ 116
Smartphone-applicaties
gebruiken ................................... 117Algemene informatie
Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten op de
middenconsole.
Let op
U moet de USB-poort altijd schoon
en droog houden.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-apparaat, SD Card (via
USB-stekker / adapter) of smart‐
phone aansluiten.
Er kunnen maximaal twee USB-appa‐
raten tegelijk op het infotainmentsys‐
teem aangesloten zijn.
Let op
Voor het verbinden van twee USB-
apparaten hebt u een externe USB-
hub nodig.
Het infotainmentsysteem kan audio‐ bestanden afspelen, afbeeldingsbe‐standen weergegeven of filmbestan‐
den afspelen vanaf USB-apparaten.Na het aansluiten op de USB-poort
werken diverse functies van het
bovenvermelde apparaat via de
knoppen en menu's van het infotain‐
mentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem. In de lijst op onze
website kunt u controleren welke
modellen geschikt zijn.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit een van bovenstaande appara‐ ten aan op de USB-poort. Gebruik zo
nodig de daartoe bestemde aansluit‐
kabel. De muziekfunctie start auto‐
matisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-apparaat te verwijderen.
112Externe apparatenVoorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
infotainmentsysteem worden verbon‐
den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 121.
Bestandsformaten en mappen
De maximale capaciteit van een door het infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is
2500 muziekbestanden,
2500 fotobestanden,
250 filmbestanden, 2500 mappen en
een mapstructuur met een diepte van
10 niveaus. Alleen apparaten met een formattering in het
FAT16 / FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐
dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsforma‐ ten zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de artiest.