34RadioVoordelen van RDS● Op het display verschijnt de programmanaam van de zender
in plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐ tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender verschijnen in het Info‐
tainmentsysteem radioteksten, bv. met informatie over het
huidige programma.
RDS-instellingen Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de
RDS-instellingsopties te configure‐ ren. Selecteer MENU op de interac‐
tieve selectiebalk om het FM-menu
weer te geven.
RDS
Selecteer RDS - Aan of RDS - Uit .
Verkeersinformatie (TP)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die
verkeerinformatie uitzenden. Als
verkeersinformatie is ingeschakeld,
wordt de actieve functie voor de duur van het verkeersbericht onderbroken.
Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Is de
actuele zender geen verkeersinfor‐
matiezender, dan wordt [ ] weergege‐
ven en wordt er automatisch naar de volgende beschikbare verkeersinfor‐
matiezender gezocht. Zodra er een
verkeersinformatiezender wordt
gevonden, licht [TP] op. Wordt er
geen verkeersinformatiezender
gevonden, dan blijft [ ] op het scherm
staan.
Als er een verkeersbericht op de
desbetreffende verkeersinformatie‐
zender wordt uitgezonden, verschijnt
er een bericht.
Annuleer het alarm om de melding te
onderbreken en naar de laatst geac‐
tiveerde functie te gaan.
Selecteer Traffic Program (TP) - Aan
of Traffic Program (TP) - Uit .
Regio
Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Als de regio-instelling ingeschakeld
is, worden er zo nodig andere
frequenties met dezelfde regionale
programma's geselecteerd. Is de
regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder
rekening te houden met regionale
programma's.
Radio35Selecteer Regio - Aan of Regio - Uit .
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
Voordelen van DAB ● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in
plaats van de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit te zenden, inclusief reis- en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender kan opvangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lagergezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïn‐
terpreteerd, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit kan
worden vermeden door in het
DAB-menu DAB-DAB schakelen
en/of DAB-FM schakelen te acti‐
veren (zie hieronder).
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verslechtert.
● Na het inschakelen van DAB- ontvangst blijft de FM-tuner van
het Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt
continu naar de FM-zenders met
de beste ontvangst. Als TP 3 33
geactiveerd is, worden erverkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
als u niet wilt dat de DAB-
ontvangst door FM-verkeersmel‐
dingen wordt onderbroken.
DAB-instellingen Activeer de radiofunctie en kies
vervolgens de DAB-golfband om de DAB-instellingsopties te configure‐
ren. Selecteer MENU op de interac‐
tieve selectiebalk om het DAB-menu
weer te geven.
36RadioDAB-berichten
Naast hun muziekprogramma's
zenden veel DAB-zenders ook
diverse categorieën berichten uit. Als
u sommige of alle categorieën acti‐
veert, wordt de momenteel ontvan‐
gen DAB-service bij een bericht uit
deze categorieën onderbroken.
Selecteer DAB-berichten om de DAB-
categorielijst weer te geven.
Kies de gewenste categorieën. De geselecteerde categorieën zijn
gemarkeerd met 9.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen
ontvangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
DAB naar DAB koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐ kelt het systeem over op dezelfde
service van een ander DAB-ensem‐
ble (indien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Selecteer DAB-DAB schakelen -
Aan of DAB-DAB schakelen - Uit .DAB naar FM koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Selecteer DAB-FM schakelen - Aan
of DAB-FM schakelen - Uit .
L- Band
Is L Band geactiveerd, dan ontvangt
het Infotainmentsysteem een extra
frequentiebereik. De frequenties van
de L-band bestaan uit aard- en satel‐ lietradio (1452 - 1492 MHz).
Selecteer L Band - Aan of L Band -
Uit .
Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie zoals berichten, financiële
informatie, sport, nieuws, enz.
ontvangen.
Selecteer één van de categorieën en kies een specifieke optie om gedetail‐
leerde informatie weer te geven.
Navigatie61Let op
Afhankelijk van het land waar u bent,
is de TMC-service uitgebreid met
een PayTMC-functionaliteit in het
Infotainmentsysteem.
Selecteer TMC-station om het betref‐
fende submenu weer te geven.
De standaard-instelling is Auto, waar‐
bij van verschillende TMC-stations gebruik wordt gemaakt.
Wilt u een specifiek TMC-station
aanhouden, kies dan het betreffende
station uit de lijst.
Wordt dit station niet meer ontvan‐ gen, dan schakelt het systeem terug
naar de Auto-functie.
Route-instellingen Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Routevoorkeuren om het betreffende
submenu weer te geven.
Routevoorkeur
Selecteer Soort route om te bepalen
aan de hand van welke criteria een route moet worden berekend.Selecteer lijstoptie Snel, Milieuvrien‐
delijk of Kort .
Is Milieuvriendelijk geselecteerd, dan
kan een milieubewuste route worden afgestemd op de belading van de
auto.
Selecteer Ecoprofiel bewerken om
het betreffende submenu weer te
geven.
Kies Daklading en Aanhangwagen
om tussen de mogelijke beladingsop‐ ties te wisselen. Stel de opties naar
wens in.
Wegtype-selectie
Selecteer in de lijst welke wegtypes er
in de routeberekening worden toege‐
staan.
Route wijzigen U kunt ook op het pijlpictogram bij uw
volgende aanwijzing rechts op het
scherm drukken om de actieve route‐
begeleiding te wijzigen.
Het routebegeleidingsmenu wordt
weergegeven.Let op
Het routebegeleidingsmenu kan
alleen worden weergegeven als de
routebegeleiding actief is.
Het routebegeleidingsmenu biedt
aanvullende opties voor het wijzigen
van de route-instellingen bij een
geactiveerde routebegeleiding.
Routelijst weergeven
De routelijst geeft alle straten op de
berekende route weer, te beginnen
met de huidige locatie.
Selecteer AFSLAGEN op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐
leidingsmenu. De lijst met afslagen
wordt weergegeven en de volgende
handeling wordt door het systeem
uitgesproken.
110RadioRadio Data System
Radio Data System (RDS) is een
dienst voor FM-zenders die ervoor
zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van de zender
in plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bv. informatie over het actuele
programma.RDS-configuratie
Tik op Menu in het hoofdmenu FM-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen.
Blader naar RDS.
Activeer of deactiveer RDS.
Verkeersinformatie Zenders met radioverkeerinformatie‐service zijn RDS-zenders die
verkeerinformatie uitzenden. Als
verkeersinformatie is ingeschakeld,
wordt de audiobron die momenteel
wordt afgespeeld voor de duur van
het verkeersbericht onderbroken.
Verkeersinformatiefunctie activeren
Kies Menu in het hoofdmenu FM-
radio om het desbetreffende golf‐ bandspecifieke submenu te openen.
Druk op de schermtoets naast
Verkeersberichten om de functie te
activeren of deactiveren.
Let op
In de zenderlijst verschijnt TP naast
de zenders die verkeersinformatie
verschaffen.Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Als de
actuele zender geen verkeersinfor‐
matiezender is, wordt TP grijs weer‐
gegeven en wordt er automatisch
naar de volgende verkeersinformatie‐
zender gezocht. Zodra er een
verkeersinformatiezender wordt
gevonden, wordt TP gemarkeerd. Als
er geen verkeersinformatiezender
wordt gevonden, blijft TP grijs.
Als er een verkeersbericht op de
desbetreffende zender wordt uitge‐
zonden, verschijnt er een bericht.
Druk op het scherm of druk op m om
de melding te onderbreken en naar de laatst geactiveerde functie te
gaan.
Regio-instelling Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Kies Menu in het hoofdmenu FM-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen
en blader naar Regio
Activeer of deactiveer Regio.
Radio111Als de regio-instelling geactiveerd is,
worden er zo nodig andere frequen‐
ties met dezelfde regionale program‐
ma's geselecteerd. Is de regio-instel‐
ling uitgeschakeld, worden alterna‐ tieve frequenties voor de zenders
geselecteerd zonder rekening te
houden met regionale programma's.
Digital Audio Broadcasting Digital Audio Broadcasting (DAB)
maakt digitale radio-uitzendingen
mogelijk.
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐voud aan andere dataservices uit te zenden, inclusief reis- en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender kan opvangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager
gezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïn‐
terpreteerd, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit
probleem is te voorkomen door in het DAB-menu Koppeling DAB-
DAB of Koppeling DAB-FM te
activeren (zie onder).
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB,terwijl AM- en FM-ontvangst indie gevallen juist aanmerkelijk
verslechtert.
● Als DAB-ontvangst is ingescha‐ keld, blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt dan
continu naar FM-zenders met de
beste ontvangst. Als TP 3 110
geactiveerd is, worden er
verkeersberichten doorgegeven
van de FM-zender die de beste
ontvangst heeft. Deactiveer TP
als DAB-ontvangst niet door FM- verkeersberichten moet worden
onderbroken.
DAB-meldingen
Naast hun muziekprogramma's
zenden veel DAB-zenders ook
diverse categorieën berichten uit. Als
u sommige of alle categorieën acti‐
veert, wordt de momenteel ontvan‐
gen DAB-service bij een bericht uit
deze categorieën onderbroken.
Kies Menu in het hoofdmenu DAB-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen.
112RadioBlader door de lijst en selecteer DAB-
aankondigingen om een lijst met de
beschikbare categorieën weer te
geven.
Activeer alle of alleen de gewenste
berichtcategorieën. Er kunnen
verschillende berichtcategorieën
tegelijk worden geselecteerd.
Koppeling DAB-DAB Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde
service van een ander DAB-ensem‐
ble (indien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Kies Menu in het hoofdmenu DAB-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer Koppeling DAB-DAB .
Koppeling DAB-FM
Deze functie maakt het mogelijk om
over te schakelen van een DAB-
zender op een FM-zender of
andersom.Als deze functie geactiveerd is, scha‐ kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer Koppeling DAB-FM .
L-band Via deze functie kunt u definiërenwelke DAB-frequentiebereiken door
het Infotainmentsysteem moeten
worden ontvangen.
De L-band (normale en satellietradio)
is een andere radiofrequentie die u
daarnaast kunt ontvangen.
Kies Menu in het hoofdmenu DAB-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer L-band.
Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie ontvangen, zoals financi‐
ele informatie, sport en nieuws.Let op
De beschikbare content is afhanke‐
lijk van de zender en regio.
Kies Menu in het hoofdmenu DAB-
radio om het desbetreffende golf‐ bandspecifieke submenu te openen.
Blader door de lijst en selecteer
Intellitext .
Selecteer één van de categorieën en
kies een specifieke optie om gedetail‐ leerde informatie weer te geven.
EPG
De elektronische programmagids
verschaft informatie over het huidige
en komende programma van de
desbetreffende DAB-zender.
Selecteer Menu in het hoofdmenu
DAB-radio en selecteer vervolgens
Zenderlijst .
Druk op het pictogram naast de
zender om het programma van de
gewenste zender weer te geven.