Page 91 of 135
Inleiding....................................... 92
Basisbediening .......................... 101
Radio ......................................... 107
Externe apparaten .....................113
Spraakherkenning ......................120
Telefoon ..................................... 121
Trefwoordenlijst ......................... 132R 4.0 IntelliLink
Page 92 of 135

92InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............92
Antidiefstalfunctie ......................... 93
Overzicht bedieningselementen ..94
Gebruik ........................................ 98Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenlijsten
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐
steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en het overzichtelijke
display kunt u het systeem gemakke‐
lijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 93 of 135
Inleiding93Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 95 of 135

Inleiding951Info-Display /
aanraakscherm ...................101
2 Beginmenu .......................... 101
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
Instellingen : systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen ............................ 98
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ....................105
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........125of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) ........................ 119
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 120
5 v
Kort indrukken: naar de
volgende zender gaan
wanneer de radio actief is ...107
of naar het volgende
nummer gaan wanneer
externe apparaten actief
zijn ....................................... 115
Lang indrukken: omhoog
zoeken wanneer de radio
actief is ................................ 107
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ............115
6 m
Kort indrukken: Infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............98
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............98Lang indrukken: Infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...98
Draaien: volume
aanpassen ............................ 98
7 t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender wanneer de
radio actief is ....................... 107
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............115
Lang indrukken: omlaag
zoeken wanneer de radio
actief is ................................ 107
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ....................................... 115
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen .................................. 98
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ............119
Page 96 of 135

96InleidingStuurbedieningsknoppen (type 1)
1qw
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden ...............98
of neem gesprek aan mits
telefoon verbonden .............121
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ...................... 125
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ................................... 125
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 120
2 SRC (bron) ............................ 98
Drukken: audiobron
selecteren ............................. 98
Omhoog-/omlaagdraaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren wanneer de
radio actief is ....................... 107
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ............115of volgende/vorige
nummer in oproeplijst
selecteren wanneer de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is .........125
Omhoog-/omlaagdraaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren .............................. 125
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren .........125
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
of mutefunctie in- /
uitschakelen .......................... 98
Page 97 of 135
Inleiding97Stuurbedieningsknoppen (type 2)
1s
Kort drukken:
telefoongesprek aannemen 125
of actieve
spraakherkenning ...............120
of onderbreek een
instructie en spreek direct ...120
Lang indrukken: spraak‐
doorschakeling activeren
(indien ondersteund door
de telefoon) ......................... 120
2n
Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren .........125
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
of mutefunctie in- /
uitschakelen .......................... 98
3k / l
Radio: druk om volgende / vorige favoriet te kiezen ......109
Media: druk om volgende /
vorige nummer te kiezen ....115
4 À / Á ............................... 98
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
Page 99 of 135

Inleiding99
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 107
● Externe apparaten 3 115
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 116
● Filmfuncties 3 118
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 121.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 125.
Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om smartphone-specifieke apps weer
te geven op het Infotainmentsysteem.
Page 104 of 135

104BasisbedieningMidden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Hoge ton.
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het
menu om balance en fader in te stel‐ len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is. Ook kunt u de rode
marker naar het gewenste punt
verschuiven.
Let op
De instellingen voor balance en
fader gelden voor alle audiobron‐
nen. Deze kunnen niet apart voor
elke audiobron worden ingesteld.Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Max.
inschakelvolume .
Druk op + of - om de instelling aan te
passen.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio, blader door de lijst
en selecteer vervolgens Automatisch
volume .
Selecteer een van de opties in de lijst
om de mate van volumeaanpassing
te wijzigen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.Geluidsfeedbackfunctie voor
bediening activeren of
deactiveren
Als de geluidsfeedbackfunctie is
geactiveerd, hoort u een pieptoon als een schermtoets of menuoptie wordt
bediend.
Druk op ; en selecteer dan
Instellingen .
Selecteer Radio en blader in de lijst
naar Geluidsterugmelding bij
aanraken .
Druk op de schermtoets naast
Geluidsterugmelding bij aanraken om
de functie te activeren of deactiveren.