
68Spraakherkenning● U kunt de gesproken vraagonderbreken door nogmaals op
w te drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐ zaam. Gebruik korte en directe
commando's.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie. Bijvoorbeeld "David op werk bellen"; "Afspelen", gevolgd
door de naam van de artiest of het
nummer; "Afstemmen", gevolgd door
de golflengte en frequentie/zender‐
naam; "Adres zoeken", gevolgd door
het adres, zoals "123 Hoofdweg,
Amsterdam".
Het systeem start een dialoog als
sprake is van complexe commando's
of wanneer er informatie ontbreekt.
Bij het zoeken naar een "Nuttige
plaats" kunt u alleen grote ketens op
naam selecteren. Ketens zijn bedrij‐
ven met ten minste 20 locaties. Noem
voor andere POI's de naam van een
categorie, bijv. "Restaurants",
"Winkelcentra" of "Ziekenhuizen".Bij het commando "Telefoon" of
"Telefooncommando's" begrijpt het systeem dat u wilt bellen en
antwoordt het met relevante vragen
totdat het voldoende details heeft. Is
het telefoonnummer met een naam
en een plaatsnaam opgeslagen, dan
moet het directe commando beide
gegevens bevatten, bijvoorbeeld "Bel David Smit op het werk".Lijstopties selecteren
Als er een lijst wordt weergegeven,
wordt u gevraagd om een optie te
kiezen of te bevestigen. U kunt hand‐
matig een optie selecteren, of het
bijbehorende regelnummer uitspre‐
ken.
De lijst in een spraakherkenningssys‐
teem werkt op dezelfde wijze als lijs‐
ten in andere schermen. Door hand‐
matig door de lijst te bladeren tijdens
een spraakherkenningssessie wordt
de actuele spraakherkenningssessie
tijdelijk onderbroken en verschijnt de
instructie "Selecteer uit de lijst met de handmatige bedieningselementen,druk op de console op back (terug) of
druk op de schermtoets terug om het
opnieuw te proberen".Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert, wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te keren naar het vorige
menu kunt u " Terug" zeggen, op het
bedieningspaneel op k BACK druk‐
ken of op m drukken.Het commando "Help"
Nadat u " Help" heb gezegd, klinkt de
help-instructie voor het huidige
scherm. De instructie verschijnt ook
op het scherm.
Druk op w om de help-instructie te
onderbreken. Er klinkt een pieptoon.
U kunt nu een commando geven.
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning activeren
Houd s op het stuurwiel ingedrukt tot
een spraakherkenningspictogram
verschijnt.

Spraakherkenning69Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk ! of # op het stuurwiel
omhoog (hoger volume) of omlaag
(lager volume).
Spraakherkenning deactiveren
Druk op n op het stuurwiel. De
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.

Telefoon73Een apparaat loskoppelen1. Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het start‐
scherm.
Selecteer BlueTooth om het
betreffende submenu weer te
geven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.
3. Selecteer ╳ naast het momenteel verbonden Bluetooth-apparaat.
Er verschijnt een bericht dat u
moet beantwoorden.
4. Selecteer Ja om het apparaat los
te koppelen.
Een apparaat wissen 1. Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het start‐
scherm.
Selecteer BlueTooth om het
betreffende submenu weer te geven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.3. Selecteer ─ naast het te wissen Bluetooth-apparaat. Er verschijnt
een bericht dat u moet beantwoor‐
den.
4. Selecteer Ja om het apparaat te
wissen.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐
oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het perso‐ neel over de noodoproep.

74Telefoon9Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Telefoontoepassing
Druk op ; en selecteer TELEFOON
op het startscherm om het desbetref‐
fende menu te openen.
Het telefoonportaal bevat verschil‐
lende schermen die via tabbladen
toegankelijk zijn. Selecteer het
gewenste tabblad.
Let op
Het telefoonhoofdmenu is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 71.
Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op ; en selecteer TELEFOON
op het startscherm om het desbetref‐
fende menu te openen.
Selecteer indien nodig
TOETSENBORD op de interactieve
selectiebalk. Het toetsenblok
verschijnt.Voer het gewenste nummer in en
selecteer Bellen. Het nummer wordt
gebeld.
Voor verkort kiezen, voer het nummer
in en houd het laatste cijfer ingedrukt. Het nummer wordt gebeld.
Contacten
Druk op ; en selecteer TELEFOON
op het startscherm om het desbetref‐
fende menu te openen.
Selecteer indien nodig
CONTACTEN op de interactieve
selectiebalk. De contactenlijst wordt
getoond.

Telefoon75Voor een gedetailleerde beschrijving
van de contactenlijsten 3 23.
Blader naar het gewenste contact.Snelkoppelingspictogram
Is er slechts één nummer voor een
contact opgeslagen, dan wordt er
naast de betreffende gegevens in de
contactenlijst een snelkoppeling
getoond.
Selecteer z om meteen te bellen.Scherm met bestemmingsdetails
Zijn er voor een contact meerdere
nummers opgeslagen, selecteer dan
het gewenste nummer.
Het scherm met de contactdetails
wordt weergegeven.
Selecteer een van de voor het contact
opgeslagen telefoonnummers. Het
nummer wordt gebeld.
Gesprekkenlijsten
Druk op ; en selecteer TELEFOON
op het startscherm om het desbetref‐
fende menu te openen.
Selecteer indien nodig RECENT op
de interactieve selectiebalk. De
recente gesprekkenlijst wordt weer‐
gegeven.
Let op
Gemiste oproepen zijn rood gemar‐ keerd in de recente oproepenlijst en
zijn aangeduid met een 9 naast het
telefoonpictogram in het toepas‐ singsoverzicht.
Selecteer een van de telefoonnum‐
mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Favorieten
Geef de favorietenpagina weer.
Blader indien nodig door de pagina's.
Selecteer de gewenste schermtoets
voor de favoriet.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 19.
Inkomend telefoongesprek
Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief
als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
De naam en telefoonnummer van de beller worden onderop het schermgetoond.
Oproep beantwoorden: selecteer
Beantw. in het bericht.

76TelefoonTelefoongesprek afwijzen
Oproep weigeren: selecteer
Negeren in het bericht.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Selecteer BlueTooth om het betref‐
fende submenu weer te geven en selecteer vervolgens Beltonen. Er
wordt een lijst met alle aan het Info‐
tainmentsysteem gekoppelde tele‐
foons weergegeven.
Kies de gewenste telefoon. Er wordt een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor de betreffende telefoon.
Selecteer de gewenste beltoon.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek wordthet gespreksscherm weergegeven.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer Beëindigen om het gesprek
te beëindigen.
Microfoon uitschakelen
Selecteer Dempen om de microfoon
tijdelijk te deactiveren.
De schermtoets verandert in Dempen
uit .
Selecteer Dempen uit om de micro‐
foon weer te activeren.
Handsfree-functie uitschakelen
Selecteer Handset om het gesprek op
uw mobiele telefoon te vervolgen.
De schermtoets verandert in
Handsfree .
Selecteer Handsfree om de hands‐
free-functie opnieuw te activeren.
Wisselgesprek
Wisselgesprek initiëren
Om een tweede telefoongesprek te
voeren, selecteert u Toevoegen op
het gespreksscherm. Het telefoon‐
menu verschijnt.
Een tweede telefoongesprek voeren.
Een gedetailleerde beschrijving vindt
u bovenstaand.
Om het initiëren van de tweede
oproep te annuleren en terug te keren
naar het gespreksscherm, selecteert
u Huid. gespr. .
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.

Telefoon77
Tweede inkomende oproep
De naam en telefoonnummer van de beller verschijnen onderin het
gespreksscherm.
Selecteer Beantw. of Negeren in het
bericht.
Beëindigen van telefoongesprekken
Selecteer Beëindigen onderin het
scherm om beide oproepen te beëin‐ digen.
Selecteer A naast een oproep om
één van beide oproepen te beëindi‐
gen.
Conferentiegesprek
Selecteer B om de twee oproepen
samen te voegen. U kunt nu met
beide personen spreken.
De schermtoets B verandert in C.
Selecteer
C om de oproepen te
scheiden.
Telefoons
Selecteer TELEFOONS op de inter‐
actieve selectiebalk om de appara‐
tenlijst weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 71.
Tekstberichten
Via de toepassing SMS kunt u tekst‐
berichten via het Infotainmentsys‐
teem ontvangen en beantwoorden.
Let op
Als de auto sneller dan 8 km/u rijdt,
zijn wellicht sommige functies van
de sms-toepassing niet beschik‐
baar.

82Veelgestelde vragenVeelgestelde
vragenVeelgestelde vragen ....................82Veelgestelde vragen
Telefoon? Hoe koppel ik mijn telefoon aan het
Infotainmentsysteem?
! Druk voor het koppelen van een
telefoon op ;, selecteer het picto‐
gram TELEFOON en selecteer
vervolgens Apparaat verbinden .
Volg de instructies op uw apparaat en zorg dat Bluetooth ingescha‐
keld is.
Gedetailleerde beschrijving 3 71.? Hoe kan ik mijn telefooncontacten
en recente gesprekken bekijken?
! Om de contactpersonen of oproe‐
penlijst te benaderen, druk op ;,
selecteer het pictogram TELEFOON en selecteer vervol‐
gens CONTACTEN of RECENT .
Zorg dat het telefoonboek en de
recente gesprekkenlijst op de tele‐ foon toegankelijk zijn. Afhankelijk
van de telefoon kan het enige
minuten duren voor het telefoon‐
boek en de recente gesprekkenlijst
geladen zijn.Gedetailleerde beschrijving 3 74.
Favorieten? Wat kan ik als favoriet opslaan?
! U kunt tot 60 favorieten van bijna
alle informatietypen opslaan, bv.
bestemmingen, telefooncontac‐
ten, afspeellijsten, radiozenders,
etc.
Gedetailleerde beschrijving 3 19.? Hoe kan ik een nieuwe favoriet
opslaan?
! Activeer de betreffende toepas‐
sing en houd een favorieten-
schermtoets ingedrukt om op deze
locatie een nieuwe favoriet op te
slaan. Het opslaan wordt beves‐
tigd met een korte pieptoon. In
bepaalde gevallen moet u een
specifiek item selecteren.
Gedetailleerde beschrijving 3 19.