90InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............90
Antidiefstalfunctie ......................... 91
Overzicht bedieningselementen ..92
Gebruik ........................................ 95
Basisbediening ............................ 96
Geluidsinstellingen ......................98
Volume-instellingen .....................98Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
Met de ingebouwde audiospeler kunt
u genieten van audio- en mp3/
wma-cd's.
Bovendien kunt u externe gegevens‐
opslagapparaten als andere audio‐
bronnen op het Infotainmentsysteem
aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u
diverse vooraf ingestelde klankinstel‐ lingen, waarmee u het geluid kunt
optimaliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐ ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Inleiding91Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding931 RADIORadio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
2 CD
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 109
3 Achteruit zoeken
Radio: achteruit zoeken ........99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............107
4 Radiozendertoetsen 1...6
Lang drukken: station
opslaan ............................... 100
Kort drukken: station
selecteren ........................... 100
5 m
Drukken: Infotainment-
systeem in-/uitschakelen ....... 95
Draaien: volume
aanpassen ............................ 956Vooruit zoeken
Radio: vooruit zoeken ...........99
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................107
7 AS 1/2
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............100
Kort drukken: selecteren
lijst automatisch opslaan .....100
Lang drukken: station
automatisch opslaan ...........100
8 FAV 1/2/3
Lijst met favorieten
(voorkeuzezenders) ............100
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............102
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 102
10 Cd uitwerpen ....................... 10711 CONFIG
Openen instellingenmenu .....98
12 Mp3: map lager niveau .......107
13 INFO
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................... 99
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 107
14 Multifunctionele toets
Draaien: menuopties
markeren of numerieke
waarden instellen .................96
Drukken: selecteren/
activeren van
gemarkeerde optie;
bevestigen ingestelde
waarde; functie in-/
uitschakelen .......................... 96
15 Cd-sleuf ............................... 107
94Inleiding16 BACKMenu: een niveau terug ........96
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........96
17 Mp3: map hoger niveau ......107
18 TONE
Geluidsinstellingen ................98
19 PHONE
Mute activeren ......................95
20 AUX
Wijzigen audiobron .............109Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Geen functie.
2 SRC (bron)............................ 95
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 95
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 99
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 107
3 w
Volume verhogen ..................95
4 ─
Volume verlagen ...................95
5 xn
Indrukken: geluidsonder‐
drukking activeren/
deactiveren ........................... 95
Inleiding95GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, multifunctieknoppen en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan plaatsvinden via: ● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 92
● bedieningsknoppen op het stuur 3 92
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐ tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact
was uitgeschakeld, schakelt het na
10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 98
● het volume voor verkeersberich‐ ten 3 98
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 98 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE voor het dempen
van de audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai aan X of druk weer op
PHONE .Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk op CD of AUX om naar de
menu's CD, USB, iPod ®
of AUX te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
98InleidingGeluidsinstellingenIn het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska‐
rakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsmenu
te openen.
Instellingen bas, midden- en
hogetonen
Selecteer Bas:, Midrange: of Treble: .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader:.
Stel de gewenste waarde in.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans:.
Stel de gewenste waarde in.Terugzetten van een persoonlijke
instelling op "0"
Selecteer de gewenste optie en houd
de multifunctionele knop enkele
seconden ingedrukt.
Terugzetten van alle instelling op
"0" of "Uit"
Houd TONE enkele seconden inge‐
drukt.
Geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer EQ: (Equalizer).
De getoonde opties bieden voor de desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeurinstellingen voor de
lage, midden en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Volume-instellingen
Maximaal startvolume Druk op CONFIG om het systeemin‐
stellingenmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen en
vervolgens Startvolume .Stel de gewenste waarde in.
Snelheidsafhankelijke
volumereg.
Druk op CONFIG om het systeemin‐
stellingenmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen en
vervolgens Autom. volumeregeling .
De automatische volumeregeling kan worden gedeactiveerd of de mate vanvolumeaanpassing kan in het weer‐
gegeven menu worden geselecteerd.
Selecteer de gewenste optie.
Volume voor verkeersberichten
(TA)
Het volume van verkeersberichten kan proportioneel ten opzichte van
het normale audiovolume worden
verhoogd of verlaagd.
Druk op CONFIG om het systeemin‐
stellingenmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen , RDS-
opties en TA-volume .
Stel de waarde voor de volume toe- of afname in.
Radio99RadioGebruik........................................ 99
Zender zoeken ............................. 99
Autostore-lijsten .........................100
Favorietenlijst ............................. 100
Frequentiebereikmenu's ............101
Radio Data System ....................102
Digital Audio Broadcasting ........104Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte
zender wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecteren
Druk één of meerdere malen op
RADIO om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte
zender van dat frequentiebereik
wordt weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op s of u om de
volgende zender in het zendergeheu‐ gen weer te geven.
Handmatig zender zoeken Druk enkele seconden op s of
u om het zoeken naar de volgende
te ontvangen zender in het actuele
frequentiebereik te starten.
Is de gewenste frequentie bereikt, wordt de zender automatisch afge‐
speeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst actieve frequentie weer worden
gekozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er
alleen naar RDS-zenders 3 102
gezocht en als verkeersinformatie
100RadioTP is ingeschakeld, wordt er alleen
naar zenders met verkeersinforma‐
tie 3 102 gezocht.
Handmatig zenders afstemmen
AM-frequentiebereik
Draai aan de multifunctionele knop en
stel de optimale ontvangstfrequentie
in op het pop-up-frequentiedisplay.
DAB-frequentiebereik
Druk op de multifunctionele knop om
het DAB-menu te openen en selec‐
teer Handmatig afstemmen DAB .
Draai aan de multifunctionele knop en stel de gewenste ontvangstfrequentiein op het pop-upfrequentiedisplay.
Autostore-lijsten
De zenders met de beste ontvangst in een bepaald frequentiebereik kunnen
met de autostorefunctie automatisch
worden opgezocht en opgeslagen.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.Elk frequentiebereik heeft
2 Autostore-lijsten ( AS 1, AS 2 ),
waarin elk 6 zenders kunnen worden opgeslagen.
Zenders automatisch opslaan
Houd AS ingedrukt totdat een bericht
over automatisch opslaan verschijnt.
De 12 sterkste zenders in het actuele
frequentiebereik worden in de
2 autostore lijsten opgeslagen.
Druk op de multifunctionele knop om de autostore-functie te verlaten.
Zenders met de hand opslaan Zenders kunnen ook handmatig in de autostorelijsten worden opgeslagen.
Selecteer de zenders die u op wilt slaan.
Druk kort op AS om een autostorelijst
te openen of om naar een andere
autostorelijst te wisselen.
De zender opslaan in een lijstpositie:
druk op de desbetreffende zender‐
knop 1...6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.Let op
Handmatig opgeslagen zenders
worden bij het automatisch zenders
opslaan overschreven.
Een zender oproepen
Druk kort op AS om een autostorelijst
te openen of om naar een andere
autostorelijst te wisselen.
Druk kort op één van de voorkeur‐
toetsen 1...6 om de zender in de
bijbehorende lijstpositie op te roepen.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
In elke favorietenlijst kunnen
6 zenders worden opgeslagen.
Het aantal beschikbare favorietenlijs‐ ten is configureerbaar (zie onder‐
staand).
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.