6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 11Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenlijsten
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche viaplanning brengt u veilig naar
uw bestemming en kan, desgewenst,
files of andere knelpunten omzeilen.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en het overzichtelijke
display kunt u het systeem gemakke‐
lijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Inleiding91Info-Display /
Aanraakscherm .....................14
2 Beginmenu ............................ 14
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
of Nav : BringGo ®
app
Navigation : geïntegreerde
navigatie
Instellingen : systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen ............................ 11
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................18
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........55of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) .......................... 33
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 50
5 v
Kort indrukken: ga naar de volgende zender als de
radio actief is ......................... 21
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............29
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is . 21
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ..............29
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............11
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............11Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...11
Draaien: volume
aanpassen ............................ 11
7 t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender als de radio
actief is .................................. 21
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............29
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is . 21
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ......................................... 29
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen .................................. 11
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ..............33
Inleiding11GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 8
● het aanraakscherm 3 14
● audioknoppen op het stuurwiel 3 8
● de spraakherkenning 3 50
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kort op X om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Druk lang op X om het systeem uit te
schakelen.Automatisch uitschakelen
Wanneer het Infotainmentsysteem
met X is ingeschakeld terwijl het
contact is uitgeschakeld, dan wordt
het 10 minuten na de laatste invoer
automatisch weer uitgeschakeld.
Volume instellen
Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 17.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 17 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 14.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
12Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 21
● Externe apparaten 3 29
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 30
● Filmfuncties 3 32
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 51.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 55.
Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om smartphone-specifieke apps weer
te geven op het Infotainmentsysteem.
14BasisbedieningBasisbedieningBasisbediening............................ 14
Geluidsinstellingen ......................16
Volume-instellingen .....................17
Systeeminstellingen .....................18Basisbediening
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig
oppervlak voor rechtstreekse interac‐ tie met de getoonde menubedie‐
ningsorganen.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen,
potloden en dergelijke voor het aanraakscherm.
9 schermtoets
Druk bij het navigeren door de menu's
in het desbetreffende submenu op
9 om terug te gaan naar het boven‐
liggende menu.
Wanneer de schermtoets 9 niet
wordt getoond, bent u op het hoogste
niveau van het desbetreffende menu. Druk op ; om het startscherm weer
te geven.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
De desbetreffende systeemfunctie
wordt geactiveerd, er verschijnt een
bericht of een submenu met verdere
opties.
Basisbediening19Tik op + of - om de instellingen aan te
passen.
Taalinstellingen
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Taal(Language) om het
desbetreffende menu weer te geven.
Om de taal van de menuteksten te wijzigen, tikt u op de gewenste taal.
Bladerfunctie voor tekst
Als er lange tekst op het scherm
verschijnt, zoals bij titels van
nummers en zendernamen, kan de
tekst continu over het scherm rollen of
kan deze eenmaal over het scherm
rollen en in verkorte vorm worden
weergegeven.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Selecteer Radio.
Activeer Tekst bladeren als u wilt dat
de tekst continu doorloopt.
Deactiveer de instelling als wilt dat de
tekst bloksgewijs wordt doorlopen.
Display uitzettenAls u het display niet wilt zien, bijvoor‐beeld in de nachtelijke uren, kunt u
het display uitzetten.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Display uitschakelen . Het display
dooft. De audiofuncties blijven actief.
Raak om het display weer in te scha‐ kelen het scherm aan of druk op een
knop.
Fabrieksinstellingen (R 4.0 IntelliLink)
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstellingen .
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen terug te zetten.
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de gekoppelde Bluetooth-appara‐
ten en de opgeslagen contactenlijst
en voicemailnummers te verwijderen.
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om de geluids- en volume-
instellingen te resetten, alle favorie‐ ten te verwijderen en de gekozen beltoon te wissen.
In elk van deze gevallen verschijnt er
een waarschuwing. Selecteer
Doorgaan om de instellingen te reset‐
ten.
24RadioRadio Data System
Radio Data System (RDS) is een
dienst voor FM-zenders die ervoor
zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de programmanaam van de zender
in plaats van de frequentie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie vande ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bijv. informatie over het actuele
programma.RDS-configuratie
Tik op Menu in het hoofdmenu FM-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen.
Blader naar RDS.
Activeer of deactiveer RDS.
Verkeersinformatie Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie
uitzenden. Als verkeersinformatie is
ingeschakeld, wordt de audiobron die momenteel wordt afgespeeld voor de
duur van het verkeersbericht onder‐
broken.
Verkeersinformatiefunctie activeren
Kies Menu in het hoofdmenu FM-
radio om het desbetreffende golf‐ bandspecifieke submenu te openen.
Druk op de schermtoets naast
Verkeersberichten om de functie te
activeren of deactiveren.
Let op
In de zenderlijst verschijnt TP naast
de zenders die verkeersinformatie
verschaffen.Als de verkeersinformatie geacti‐
veerd is, verschijnt [TP] op de boven‐
ste regel van alle menu's. Als de
actuele zender geen verkeersinfor‐
matiezender is, wordt TP grijs weer‐
gegeven en wordt er automatisch
naar de volgende verkeersinformatie‐ zender gezocht. Zodra er een
verkeersinformatiezender wordt
gevonden, wordt TP gemarkeerd. Als
er geen verkeersinformatiezender
wordt gevonden, blijft TP grijs.
Als er een verkeersbericht op de
desbetreffende zender wordt uitge‐ zonden, verschijnt er een bericht.
Druk op het scherm of druk op m om
de melding te onderbreken en naar de laatst geactiveerde functie te
gaan.
Regio-instelling Soms zenden RDS-zenders regio‐
naal verschillende programma's op
verschillende frequenties uit.
Kies Menu in het hoofdmenu FM-
radio om het desbetreffende golf‐
bandspecifieke submenu te openen
en blader naar Regio
Activeer of deactiveer Regio.
Externe apparaten31
Raak het scherm aan om de menu‐
balk te verbergen. Raak het scherm
nogmaals aan om de menubalk weer te tonen.
Functietoetsen
Modus Volledig scherm
Selecteer x om de afbeelding in de
modus Volledig scherm weer te
geven. Druk op het scherm om de
modus Volledig scherm te verlaten.
Volgende of vorige afbeelding
bekijken
Druk op j of veeg naar links om de
volgende afbeelding te bekijken
Druk op i of veeg naar rechts om de
vorige afbeelding te bekijken.
Een afbeelding draaien
Selecteer v om de afbeelding te
draaien.
Inzoomen op een afbeelding
Druk een of meerdere keren op w om
in te zoomen op een afbeelding of om terug te keren naar het oorspronke‐
lijke formaat.
Een diavoorstelling bekijken
Selecteer t om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling te bekijken.
Druk op het scherm om de diavoor‐
stelling te beëindigen.
Menu Afbeeldingen Selecteer Menu op de onderste regel
van het scherm om het Afbeeldingen‐
menu weer te geven.
Tijd diavoorstelling
Kies Tijd diavoorstelling om een lijst
met mogelijke gebruiksduren te zien
en kies de gewenste gebruiksduur.
Klok- en temperatuurweergave
Activeer voor het weergeven van tijd
en temperatuur in de volledige-
schermmodus Klok. Temperatuurdis‐
play .
Display-instellingen
Selecteer Display-instellingen om
een submenu voor de helderheid en
het contrast te openen.
Druk op + of - om de instellingen aan
te passen.