Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-4
3
bij tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwingslampje oliedruk blijft branden
terwijl het olieniveau in orde is, zet dan
onmiddellijk de motor af en laat het
voertuig controleren door een Yamaha-
dealer.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet uitgaat
nadat de motor is gestart, controleer dan
het motorolieniveau en vul indien nodig olie
bij. (Zie pagina 6-9.)
Als het waarschuwingslampje blijft branden
nadat u olie hebt bijgevuld, vraag dan een
Yamaha-dealer om het voertuig te contro-
leren.
DAU11447
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKINGBij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-38 nadere instructies ver-
meld.
DAU11486
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU69890
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
ABS
UB34D0D0.book Page 4 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-12
6
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor koud is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezig is,
gebruik dan in plaats daarvan ge-
distilleerd water of onthard leiding-
water. Gebruik geen hard water of
zout water, dit is schadelijk voor de
motor. Als er in plaats van koel-
vloeistof water is gebruikt, vervang
dit dan zo snel mogelijk door koel-
vloeistof, anders is het systeem niet
beschermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]DAU59863
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
3. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop en de vuldop zelf.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
123
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldopZAUM1347
2
1
UB34D0D0.book Page 12 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
6
4. Verwijder de afdekkap van het koel-
vloeistofreservoir door de bout en de
drukclip los te halen, en verwijder dan
het koelvloeistofreservoir.
5. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir.6. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
7. Monteer het koelvloeistofreservoir en
het deksel door ze in de oorspronkelij-
ke positie te plaatsen en breng vervol-
gens de bout en drukclip aan.8. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om de koelvloeistof
uit het koelsysteem af te tappen.
9. Spoel het koelsysteem nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
10. Monteer de aftapplug voor koelvloei-
stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
11. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
3. Drukclip
2
1
3
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
21
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
12
UB34D0D0.book Page 13 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-14
6
12. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
13. Breng de radiatorvuldop weer aan.
14. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
15. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel-
vloeistof bij tot het niveau boven in de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop en de bijbehorende borg-
bout aan.
16. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvloeistofreservoir,
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop weer aan.17. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
DAU60451
Vervangen van het luchtfilterele-
ment en reinigen van de aftap-
slangHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Laat uw Yamaha-dealer het luchtfilte-
relement vaker vervangen als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De
luchtfilteraftapslang is echter makkelijk be-
reikbaar en moet regelmatig worden ge-
controleerd en indien nodig gereinigd.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Verwijder de luchtfilteraftapslang on-
der het luchtfilterdeksel.
2. Reinig de slang en installeer de slang
vervolgens. Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)1. Aftapslang luchtfilterZAUM1348
1
UB34D0D0.book Page 14 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
6
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
1. Diagnosestekker
2. Bout
1. AccukapZAUM1378
2
1
ZAUM1387
1
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekeringenkastje
3. Reservehoofdzekering
4. HoofdzekeringZAUM1380
2
3
4
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Backup-zekering (voor klok en
startblokkeersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering parkeerlichten
10.Hulpzekering
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Reservezekering
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
61212
UB34D0D0.book Page 31 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
6
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
5. Plaats nadat de zekering is vervangen
de accukap terug in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de bouten
aan.
6. Breng de diagnosestekker aan door
deze omlaag te duwen.
7. Monteer de zadelbevestiging door de
bouten aan te brengen, en zet de bou-
ten dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
DAU34386
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Hulpzekering:
2.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Aanhaalmoment:
Bouten zadelbevestiging:
7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
UB34D0D0.book Page 32 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk
de dop omlaag zo
dra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UB34D0D0.book Page 38 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM
Specificaties
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2075 mm (81.7 in)
Totale breedte:
820 mm (32.3 in)
Totale hoogte:
1130 mm (44.5 in)
Zadelhoogte:
815 mm (32.1 in)
Wielbasis:
1405 mm (55.3 in)
Grondspeling:
140 mm (5.51 in)
Kleinste draaicirkel:
2700 mm (106.3 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:
186 kg (410 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
2-cilinder lijnmotor
Slagvolume:
689 cm3
Boring × slag:
80.0 × 68.6 mm (3.15 × 2.70 in)
Compressieverhouding:
11.5 : 1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
SAE-viscositeitsklassen:
10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)Hoeveelheid koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
14.0 L (3.70 US gal, 3.08 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.7 L (0.71 US gal, 0.59 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
1WS1 10
Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR8A-9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primaire reductieverhouding:
1.925 (77/40)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reductieverhouding:
2.688 (43/16)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen:
1e:
2.846 (37/13)
2e:
2.125 (34/16)
3e:
1.632 (31/19)
4e:
1.300 (26/20)
5e:
1.091 (24/22)
6e:
0.964 (27/28)
UB34D0D0.book Page 1 Wednesday, July 8, 2015 2:46 PM