Page 1 of 94
DIC183
GPD125-A
GPD150-A
NMAX
NMAX 150
HANDLEIDING
BV3-F819D-D0
MOTORFIETS
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)]
Page 2 of 94
DAU46093
Lees deze han dleid ing aan dachti g d oor voor dat u d eze machine gaat geb ruiken.
Deze han dlei din g d ient bij de machine te blijven als deze wor dt verkocht.
UBV3D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM
Page 3 of 94

Inleidin g
DAU10114
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de GPD125-A/GPD150-A profiteert u van de enorme ervaring en techni-
sche kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige
producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandac htig door te lezen, zodat u plezier zult heb-
ben van alle functies van uw GPD125-A/GPD150-A. De Handleiding geeft instructies voor
de bediening, inspectie en het onderhoud van de scooter, en beschrijft hoe u uzelf en an-
deren kunt beschermen tegen pe rsoonlijk letsel of schade.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw scooter in optimale conditie te
houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de
Yamaha dealer. Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijd en toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwali- teit. Om deze reden kan er soms sprake zijn van kleine verschillen tussen uw scooter en de
beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente pro-
ductinformatie ten tijde van publicatie. Als u vr agen hebt over deze handleiding, neem dan
contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA12412
Lees deze han dlei din g aan dachti g helemaal d oor voordat u d eze scooter gaat ge-
b ruiken.
UBV3D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM
Page 4 of 94

Belangrijke informatie in de han dleid ing
DAU63350
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aan-
duidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
DAUN1180
Dit is het Safety Alert-sym bool. Het wor dt ge-
b ruikt om u te waarschuwen voor risico’s op per-
soonlijk letsel. Vol g alle veili ghei dsaanwijzin gen
b ij dit sym bool op om mo gelijk letsel of overlij den
te voorkomen.
Een WAARSCHUWING d uidt een gevaarlijke situ-
atie aan die, in dien niet verme den, kan resulteren
in ernstig letsel of overlij den.
De aan dui din g LET OP staat bij speciale voorzor-
g en die moeten wor den genomen om scha de aan
d e machine of an dere ei gen dommen te voorko-
men.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke in-
formatie die procedures kan vergemakkelijken of ver-
helderen.
GPD125-A/GPD150-A HANDLEIDING
©2016 PT Yamaha In donesia Motor Manu-
facturin g
1e uit gave, decem ber 2016
Alle rechten voor behou den.
Elke vorm van her druk of on bevoe gd g e-
b ru
ik
zon der schriftelijke toestemmin g van
PT Yamaha In donesia Motor Manufacturin g
is uit drukkelijk verb oden.
Ge drukt in Ne derlan d.
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
UBV3D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM
Page 5 of 94

Inhoudsopgave
Veilig heidsinformatie ........................1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden ...................................1-5
Beschrijvin g.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Functies van instrumenten en
b ed ienin gselementen .......................3-1
Contactslot/stuurslot.......................3-1
Afdekplaatje van het sleutelgat .......3-2
Controlelampjes en waarschu- wingslampjes ...............................3-3
Multifunctionele meter.....................3-4
Stuurschakelaars.............................3-9
Voorremhendel ..............................3-10
Achterremhendel ...........................3-11
ABS ...............................................3-11
Tankdop ........................................3-12
Brandstof.......................................3-13
Tankoverloopslang ........................3-15
Uitlaatkatalysator ..........................3-15
Zadel .............................................3-16
Opbergcompartimenten ................3-16
Zijstandaard ..................................3-17
Startspersysteem ..........................3-18
Voor uw veili ghei d – controles
voor het rijd en...................................4-1
Ge bruik en belan grijke
rij-informatie ......................................5-1
Starten van de motor ......................5-1
Wegrijden ........................................5-2
Sneller en langzamer rijden .............5-3
Remmen ..........................................5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik.........................5-4
Inrijperiode ......................................5-4
Parkeren ..........................................5-5
Perio diek on derhou d en
afstellin g............................................6-1
Boordgereedschapsset ...................6-2 Periodiek onderhoudsschema
van het
uitstootcontrolesysteem .............. 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema..................... 6-4
Panelen verwijderen en aanbrengen ................................. 6-7
De bougie controleren .................... 6-9
Motorolie en olie-aanzuigzeef ....... 6-10
Eindoverbrengingsolie .................. 6-12
Koelvloeistof ................................. 6-13
Luchtfilterelementen van
luchtfilter en
V-snaarbehuizing....................... 6-17
De vrije slag van de gasgreep controleren ................................ 6-19
Klepspeling ................................... 6-20
Banden ......................................... 6-20
Gietwielen ..................................... 6-22
Vrije slag van voor- en
achterremhendel controleren .... 6-23
Controleren van voor- en achterremblokken...................... 6-23
Controleren van remvloeistofniveau .................... 6-24
Remvloeistof verversen ................ 6-25
De V-snaar controleren ................. 6-26
Kabels controleren en smeren ...... 6-26
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel ............... 6-27
Smeren van voor- en achterremhendels ...................... 6-27
Middenbok en zijstandaard controleren en smeren .............. 6-28
Voorvork controleren .................... 6-28
Stuursysteem controleren............. 6-29
Cont
roleren van wiellagers ........... 6-29
Accu .............................................. 6-30
De zekeringen vervangen ............. 6-31
Koplamp ....................................... 6-33
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen .................................. 6-33
Remlicht ........................................ 6-34
Achterlichtgloeilamp vervangen.... 6-35
Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer vervangen ...... 6-37
UBV3D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM
Page 6 of 94
Inhoudsop gave
Richtingaanwijzergloeilamp
achter vervangen ...................... 6-37
Problemen oplossen..................... 6-39
Storingzoekschema’s ................... 6-40
On derhou d en stallin g van de
scooter .............................................. 7-1
Matkleur, let op............................... 7-1
Onderhoud ..................................... 7-1
Stalling ............................................ 7-4
Specificaties ..................................... 8-1
Ge bruikersinformatie ....................... 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
Diagnosestekker ............................. 9-2
Voertuiggegevens registreren......... 9-2
In dex ................................................ 10-1
UBV3D0D0.book Page 2 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM
Page 7 of 94

1-1
1
Veiligheidsinformatie
DAU1026B
Wees een verantwoor delijke ei genaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Scooters zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens met deze scooter te
gaan rijden.
Hij of zij moet: z Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van scooterrijden.
z Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
z Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
z Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikers handleiding en/of
wanneer de mechanische condities
dit vereisen.
z Ga nooit rijden met een scooter zon-
der passende rijopleiding of instruc-
ties. Neem rijlessen. Beginners
moeten les krijgen van een gediplo-
meerd instructeur. Neem contact op
met een bevoegde scooterdealer voor
informatie over rijlessen bij u in de
buurt.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de ma-
chine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden. z
Deze scooter is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
z Het niet opmerken en herkennen van
scooters door andere weggebruikers
vormt de belangrijkste oorzaak van
auto-/scooterongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de scooter niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het nade- ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met scoo-
ters zich namelijk het meest voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
• Pleeg nooit onderhoud aan een scooter zonder voldoende kennis.
Neem contact op met een bevoeg-
de scooterdealer voor informatie
over het basisonderhoud van een
scooter. Bepaalde onderhouds-
werkzaamheden kunnen alleen
worden uitgevoerd door gediplo-
meerd personeel.
z Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Vaak waren bij
een ongeval betrokken bestuurders
zelfs niet in het bezit van een geldig rij-
bewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw scooter alleen uit
aan ervaren scooterrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
UBV3D0D0.book Page 1 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM
Page 8 of 94