862. Instrumentenpaneel
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan
een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden
of niet uitgaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Indien aanwezig
*3: Het lampje knippert geel om een storing aan te geven. Het groene lampje
knippert snel om aan te geven dat het stuurslot niet is ontgrendeld.
*4: Het lampje gaat branden om een storing aan te geven.
*5: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
*6: Dieselmotor
*7: Het lampje brandt in het centrale paneel.
*8: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de
motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn.
*9: De lampjes gaan tegelijk met het controlelampje LDA branden om een sto-
ring aan te geven.
*1, 2, 4
Controlelampje Traction
Control (→Blz. 441)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(→Blz. 443)
Controlelampje
bestuurders- en
voorpassagiersgordel
(→Blz. 443)*1, 6Waarschuwingslampje
laag motoroliepeil
(→Blz. 444)
*2, 7Controlelampjes
achterpassagiersgordels
(→Blz. 443)*2, 8Waarschuwingslampje
roetfiltersysteem
(→Blz. 444)
*2Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
(→Blz. 443)*1, 6Waarschuwingslampje
motorolie verversen
(→Blz. 445)
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 86 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
872. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje
richtingaanwijzers
(→Blz. 201)*5
Controlelampje SPORT
(→Blz. 192)
Controlelampje
grootlicht (→Blz. 204)
*1, 7
Schakeladviesindicator
(→Blz. 199)
*2
(Groen)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(
→Blz. 245)
*2
(Groen)
Controlelampje
cruise control
(→Blz. 249)
Controlelampje
achterlicht (→Blz. 203)
*2
Controlelampje SET
(→Blz. 249)
*2Controlelampje
mistlampen voor
(→Blz. 209)*2
(Groen)
Controlelampje LDA
(→Blz. 240)
Controlelampje
mistachterlicht
(→Blz. 209)
*2, 12
(Groen)
Controlelampjes
rijstrookmarkeringen
(→Blz. 241)
*2
(Groen)
Controlelampje
Smart entry-systeem
met startknop
(→Blz. 185)*2
(Groen)
Controlelampje
snelheidsbegrenzer
(→Blz. 253)
*3
(Blauw)
Controlelampje lage
koelvloeistoftemperatuur
*1, 2Controlelampje
Stop & Start-systeem
(→Blz. 257)
*4
Controlelampje
voorgloeien
(→Blz. 182, 185)
*1, 2
Controlelampje
uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
(→Blz. 258)
*1, 5, 6ECO-controlelampje
(→Blz. 164)*1, 2, 8
Controlelampje Traction
Control (→Blz. 266)
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 87 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
265
4
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆Vehicle Stability Control (VSC) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control) (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
→Blz. 226
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 265 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
2664-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Door op de schakelaar VSC OFF te drukken om het sys-
teem uit te schakelen, is het makkelijker voor u om de auto vrij te
maken door te “schommelen”.
Schakel de TRC uit door de
schakelaar VSC OFF snel in te
drukken en weer los te laten.
Het controlelampje TRC OFF
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om
het systeem weer in te schake-
len.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 266 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
2684-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E■Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen.
Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stil-
stand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10 minuten weer
normaal werken.
■Als het controlelampje Traction Control gaat branden
Dit kan duiden op een storing in de systemen. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
●Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
●Het rempedaal wordt losgelaten.
●Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als er gereden wordt over wegen met putdeksels of andere grote oneffen-
heden
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 268 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
2694-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
WAARSCHUWING
■De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■Als de VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 269 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
4418-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
Waarschuwingslampje PCS*2
Wanneer het waarschuwingslampje knippert
(en een zoemer klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem).
→Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden:
Geeft aan dat het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) tijdelijk niet
beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de onder-
staande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil, besla-
gen of bedekt door condens, ijs, stickers, e.d.
→Verwijder het vuil, de condens, het ijs, de stickers, enz.
(→Blz. 224)
• De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het werkingsbereik→Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor voor
voldoende is afgekoeld.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het VSC (Vehicle Stability Control-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen zijn
uitgeschakeld.
→Schakel om het PCS-systeem in te schakelen zowel het
VSC-systeem als het PCS-systeem in. (→Blz. 224, 267)
Controlelampje Traction Control*2
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem.
→Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 441 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM
544Alfabetische index
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E
Tankdopklep............................. 217
Tanken .................................. 217
Tanken ...................................... 217
Brandstofsoorten........... 217, 507
Inhoud ................................... 507
Openen van de tankdop........ 219
Telefoontoets
*
Toerenteller ................................ 90
Toyota Safety Sense................ 220
Traction Control ....................... 265
Transmissie ...................... 191, 197
Als de selectiehendel niet
in een andere stand dan P
kan worden gezet ............... 195
Multidrive CVT ...................... 191
Paddle
shift-schakelaars......... 193, 194
Transmissie,
handgeschakelde ............... 197
Transmissie,
handgeschakelde .................. 197
Olie........................................ 516
Uitneembare asbak .................. 344
Uitschakelsysteem
brandstofpomp ...................... 438
USB-aansluiting ....................... 281
USB-geheugen ......................... 304
Vastzitten
Als de auto vast
komt te zitten ...................... 499
Vehicle Stability Control
(VSC)....................................... 265
Veiligheidsgordels ..................... 32
Baby- en kinderzitjes
plaatsen ................................ 65
Blokkeerautomaat (ELR)......... 35Controlelampje en
waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel................. 443
Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen ....................... 35
Gordelspanners ...................... 35
Hoe de veiligheidsgordel
te dragen .............................. 32
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden ................. 354
Veiligheidsgordels, gebruik
bij zwangerschap.................. 36
Waarschuwingslampje
SRS .................................... 440
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen .......................... 54
Accu,
voorzorgsmaatregelen........ 377
Airbags,
voorzorgsmaatregelen.......... 41
Baby- en kinderzitjes
plaatsen ................................ 65
Baby- of kinderzitje ................. 55
Batterij van elektronische
sleutel verwijderd,
voorzorgsmaatregelen........ 404
Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen ....................... 35
Kindersloten
achterportieren ................... 119
Ruitbediening,
blokkeerschakelaar ............ 154
Stoelverwarming,
voorzorgsmaatregelen........ 331
Veiligheidsgordels,
voorzorgsmaatregelen.......... 36
Voorzorgsmaatregelen
achterklep ........................... 124
Voorzorgsmaatregelen elektrisch
bedienbare ruiten ............... 157
T
U
V
YARIS_F_OM_Europe_OM52J20E.book Page 544 Thursday, December 1, 2016 10:25 PM