
124
VERSO_EE_OM64517E
1-6. Antidiefstalsysteem
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met een sleutel
die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de boordcomputer
van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar abso-
lute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gegaran-
deerd.
Auto's met handmatig bediende airconditioning
Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop: het contro-
lelampje gaat knipperen als de
sleutel uit het contactslot is
verwijderd, om aan te geven
dat het systeem is ingescha-
keld.
Het controlelampje stopt met
knipperen als de geregis-
treerde sleutel in het contact-
slot is gestoken om aan te
geven dat het systeem is uitge-
schakeld.
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop: het contro-
lelampje gaat knipperen nadat
het contact UIT is gezet om
aan te geven dat het systeem
in werking is.
Het controlelampje houdt op
met knipperen als het contact
in stand ACC of AAN is gezet
om aan te geven dat het sys-
teem is uitgeschakeld.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 124 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

231 2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet
gaat branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals de waarschuwingslampjes
ABS en SRS-airbag niet gaan branden als u de motor start, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van
een ongeval, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als dit
gebeurt.
■Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storin-
gen in de systemen van de auto. (→Blz. 542)
*1: Deze lampjes gaan branden wanneer het contact AAN wordt gezet. Ze
geven aan dat de systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat
de motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn.
Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet
gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
*3: Het lampje gaat branden om een storing aan te geven.
(Rood)(indien
aanwezig)
(indien
aanwezig)(indien
aanwezig)(indien
aanwezig)(indien
aanwezig)
(Uitvoeringen
voor 5 personen)(Uitvoeringen
voor 7 personen)
*1*1*1*1*1*1*1*1, 2
*2*1, 2*1, 3*1*1*1
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 231 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

306 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
■Detectie-informatie sensoren
●De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de
capaciteit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
• De sensor is bevroren.
• Een sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind
of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmoto-
ren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die
ultrasone geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de
nabije omgeving.
• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware
regenval.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een radioantenne.
• Er is een sleepoog gemonteerd.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of rechthoekige stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde
wielophanging) is gemonteerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en
andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obsta-
kel niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Objecten met scherpe hoeken
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van
uw auto
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 306 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

316
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeu-
vres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op een glad wegdek.
■EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
→Blz. 268
■Hill Start Assist Control
Voorkomt dat de auto achteruitrolt bij het wegrijden op een steile of
gladde helling.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 316 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

319 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS, Brake
Assist, TRC, VSC+ en Hill Start Assist Control
●Tijdens het starten of kort nadat de auto begint te rijden kan in de motor-
ruimte een geluid worden gehoord. Dit duidt niet op een storing in een van
deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande sys-
temen in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro-
motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
●Bij auto's met Multidrive CVT staat de selectiehendel in een andere stand
dan P of N (bij het vooruit/achteruit bergop wegrijden).
●De auto staat stil.
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De parkeerrem is niet geactiveerd.
■Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●Bij auto's met Multidrive CVT wordt de selectiehendel in stand P of N
gezet.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt.
●De parkeerrem wordt geactiveerd.
●Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is losgelaten.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 319 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

320 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
■Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om
het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere
tijd veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet na
ongeveer 10 minuten weer normaal werken.
■Als het controlelampje Traction Control gaat branden...
Dit kan duiden op een storing in de ondersteunende systemen. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
<00440051004700480055004800030051004400440055000300450048004b00520055004800510003004a0048004e005a0044004f004c0049004c00460048004800550047004800030048005100030058004c0057004a004800550058005600570048000300
4700480056004e005800510047004c004a00480011>
WAARSCHUWING
De volgende omstandigheden kunnen leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel
kan ontstaan.
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij het rijden met een hoge snelheid op een nat
of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd altijd
voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffenheden
■De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht op
de weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kunnen worden, zelfs niet
als de TRC in werking is.
Rijd niet met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en de aandrijf-
kracht verloren kunnen gaan.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 320 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

321 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
WAARSCHUWING
■De Hill Start Assist Control werkt niet effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt niet altijd effectief op steile hellingen en op met ijs bedekte
wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet bedoeld
om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden. Gebruik de Hill
Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn plaats te houden
omdat dat kan leiden tot een ongeval.
■Wanneer de VSC+ geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos
rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het contro-
lelampje knippert.
■Wanneer de TRC en VSC+ uitgeschakeld zijn
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC+ alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgen voor een betere voertuigstabiliteit en meer aandrijfver-
mogen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer ook of alle banden de
voorgeschreven spanning hebben.
De ABS- en VSC+-systemen werken niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■Omgaan met banden en wielophanging
Het gebruiken van banden met een probleem of wijzigingen aan de wielop-
hanging hebben een negatief effect op de ondersteunende systemen en kun-
nen een storing veroorzaken.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 321 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

496 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
VERSO_EE_OM64517E
Plaats en stroomsterkte van zekeringen
■Motorruimte
ZekeringAmpèreCircuit
1TO IP J/B*1120 AECU-IG NR. 2, HTR-IG, WIPER, RR
WIPER, WASHER, ECU-IG NR. 1,
ECU-IG NR. 3, SEAT HTR, AM1*
3,
DOOR, STOP, FR DOOR, POWER,
RR DOOR, RL DOOR, OBD, ACC-B,
RR FOG, FR FOG, DEF, TAIL, SUN-
ROOF, DRL
2H-LP CLN30 A Koplampsproeiers
3RDI FAN40 A Elektrische koelventilator(en)
4CDS FAN*130 A Elektrische koelventilator(en)
5 ABS NR. 1 50 A Antiblokkeersysteem, VSC+
6HTR*
250 A Airconditioning
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 496 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM