311 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
■Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motorkap is gesloten.
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• Het stuurwiel wordt niet gebruikt.
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van
het Stop & Start-systeem.
• De temperatuur van de koelvloeistof is te laag of te hoog.
• De buitentemperatuur is te laag.
• Auto's met automatische airconditioning: De airconditioning wordt
gebruikt om het interieur af te koelen als de temperatuur in het interieur
extreem hoog is, bijvoorbeeld nadat de auto in de brandende zon
stond geparkeerd.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming wordt
gebruikt.
• Auto's met extra verwarming: De extra verwarming wordt gebruikt.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedu-
rende lange tijd is geparkeerd en de ladingstoestand afgenomen is, als
de elektrische belasting hoog is, als de accutemperatuur extreem laag
is of als de accu verouderd is of periodiek wordt opgeladen.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvul-
dig tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Op grote hoogte.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het Stop
& Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de motor
weer uitzetten en starten.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 311 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
312 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
●In de volgende gevallen kan het langer duren voordat het Stop & Start-
systeem wordt ingeschakeld:
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.
• De koelvloeistoftemperatuur laag is.
■Automatische startfunctie
In de volgende situaties kan de motor ook worden gestart zonder dat het
koppelingspedaal wordt ingetrapt.
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• Auto's met automatische airconditioning: De airconditioning wordt inge-
schakeld.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming is inge-
schakeld.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het stuurwiel wordt gedraaid.
■Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 312 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
313 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
■Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem
automatisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behou-
den blijft voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem
automatisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behou-
den blijft voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
■Bediening van het stuurwiel
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem, kan de besturing
van de auto zwaarder worden.
■Motorkap
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop & Start-systeem of
de automatische startfunctie van de motor. Start de motor door het contact-
slot of de startknop te bedienen. (→Blz. 198, 202)
Zelfs als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwijl de
motorkap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motor-
kap, zet het contact UIT, wacht ten minste 30 seconden en start vervolgens
de motor.
■Gebruik van het Stop & Start-systeem
Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit wan-
neer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
■Waarschuwingszoemer Stop & Start-systeem
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de onder-
staande handeling wordt uitgevoerd, klinkt er een zoemer en gaat het con-
trolelampje Stop & Start knipperen. Dit geeft aan dat de motor alleen is
uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
De selectiehendel wordt als het koppelingspedaal niet is ingetrapt in een
andere stand dan stand N gezet.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 313 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
314 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
■Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft
knipperen
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
<00440051004700480055004800030051004400440055000300450048004b00520055004800510003004a0048004e005a0044004f004c0049004c00460048004800550047004800030048005100030058004c0057004a004800550058005600570048000300
4700480056004e005800510047004c004a00480011>
■Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
●Auto's met handmatig bediende airconditioning: Herstart de motor door
het koppelingspedaal in te trappen (→Blz. 309) of door op de uitschakel-
toets van het Stop & Start-systeem te drukken en de draaiknop voor de
keuze van de uitstroomopening in de stand te zetten. (→Blz. 341)
●Auto's met automatische airconditioning: Schakel de voorruitverwarming
in. (De motor wordt gestart door de automatische startfunctie van de
motor.) (→Blz. 350)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
■Weergave werkingsduur Stop & Start-systeem en totale werkingsduur
Stop & Start-systeem
→Blz. 224
■Batterij vervangen
→Blz. 611
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 314 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
315 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
●Houd de selectiehendel in stand N en bedien het rempedaal of de parkeer-
rem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controle-
lampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Verlaat de auto niet als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor er uit-
laatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet goed.
Laat uw auto in dat geval zo snel mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder en
voorpassagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder
en voorpassagier uit.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier gesloten is, gaat het waarschu-
wingslampje open portier/achterklep branden of de interieurverlichting
gaat branden terwijl de schakelaar in de stand DOOR staat.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier open is, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet branden of de interieurverlichting gaat
niet branden terwijl de schakelaar van de interieurverlichting in de stand
DOOR staat.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 315 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
316
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeu-
vres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op een glad wegdek.
■EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
→Blz. 268
■Hill Start Assist Control
Voorkomt dat de auto achteruitrolt bij het wegrijden op een steile of
gladde helling.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 316 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
354 3-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
VERSO_EE_OM64517E
WAARSCHUWING
■Brandwonden of schade aan uw auto voorkomen
OPMERKING
■Schade aan de auto voorkomen
●Schakel de extra verwarming niet herhaaldelijk in en uit binnen een tijdsin-
terval van 5 minuten omdat dat de levensduur kan verkorten. Zet de toets
van de extra verwarming uit als de motor vaak opnieuw gestart wordt
(zoals bij bezorgingen).
●Voer geen veranderingen uit aan de extra verwarming zonder eerst een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. Dit kan lei-
den tot storingen aan de verwarming of tot brand.
●Mors geen water of andere vloeistoffen op het verwarmingselement en de
brandstofpomp van de verwarming. Dit kan storingen aan de verwarming
veroorzaken.
●Houd de in- en uitlaat van de verwarming vrij van water, sneeuw, ijs, mod-
der, enz. Wanneer deze verstopt raken, kan de verwarming niet meer
goed werken.
●Als u iets ongewoons opvalt, zoals een vloeistoflek, rook of een slechte
werking, schakel dan de extra verwarming uit en laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Raak de verwarming en de uitlaat niet
aan omdat deze heet zijn. U zou zich
kunnen branden.
●Houd brandbare materialen zoals
brandstof weg van de verwarming en
de uitlaat. Anders kan brand ontstaan.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 354 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM
497 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4
Onderhoud en verzorging
VERSO_EE_OM64517E
7ALT*2120 ALaadsysteem, RDI FAN, CDS FAN,
H-LP CLN, ABS NR. 1, ABS NR. 2,
HTR, PWR OUTLET, HTR SUB NR.
1, HTR SUB NR. 2, HTR SUB NR. 3,
ECU-IG NR. 2, HTR-IG, WIPER, RR
WIPER, WASHER, ECU-IG NR. 1,
ECU-IG NR. 3, SEAT HTR, AM1*3,
DOOR, STOP, FR DOOR, POWER,
RR DOOR, RL DOOR, OBD, ACC-B,
RR FOG, FR FOG, DEF, TAIL, SUN-
ROOF, DRL
8EPS*
280 A Elektrische stuurbekrachtiging
GLOW*
180 A Voorgloeisysteem
9 EPS*
180 A Elektrische stuurbekrachtiging
10 P-SYSTEM*
230 A VALVEMATIC-systeem
11 F U E L H T R *
150 A Brandstofverwarming
12P/I*
250 A EFI MAIN*2, IGT/INJ*2, HORN, IG2
H-LP MAIN*
150 AH-LP LH LO, H-LP RH LO, H-LP LH
HI, H-LP RH HI
13P/I*
150 A HORN, IG2, ELEC FUEL PMP
H-LP MAIN*
250 AH-LP LH LO, H-LP RH LO, H-LP LH
HI, H-LP RH HI
14 BBC*
140 A Stop & Start-systeem
15 EFI MAIN*
150 A EFI NR. 1, EFI NR. 2, EFI NR. 4
ZekeringAmpèreCircuit
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 497 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM